Deze week door het CBS gepubliceerde cijfers spreken boekdelen. Het aantal biologische landbouwbedrijven is in een jaar tijd met 20 procent toegenomen. Vooral bij kleinere tuinders zijn er nieuwe intreders, maar de groei zit hoofdzakelijk bij bestaande bedrijven die de stap maken naar een biologische werkwijze.
Voor Willem Remijnse uit Kraggenburg in de Noordoostpolder is het biologisch boeren niet iets wat de laatste jaren pas is gaan leven. ''In de jaren negentig deed ik al mee aan een traject waarbij boeren onderzochten hoe ze aan een milieukenmerk konden komen. Waar het toen bij veel deelnemers op stukliep, was de noodzaak om extern personeel aan te trekken.''
Voor een biologische werkwijze zijn immers meer handjes nodig, met name in de zomer, vertelt Remijnse. ''Je mag niet meer sproeien, dus alles moet handmatig.'' De extra handjes dienden zich voor de ondernemer aan in de persoon van zijn zoon Toon. ''Hij stelde wel een eis: Toon wilde meedraaien in het bedrijf, maar alleen als we het biologisch zouden gaan doen. Dus die keuze was snel gemaakt.''
Kuikens
Het familiebedrijf heeft een pluimvee- en een akkerbouwtak. In 2003 ging het bedrijf eerst met de kuikens biologisch werken. ''Die hebben hier nu een uitloop van 4,6 hectare. Na zeventien weken gaan ze over naar een ander bedrijf en daar leggen ze dan hun ei'', legt Remijnse uit. ''Sinds 2003 is er ieder jaar wel groei geweest.''
En dus was het een kleine stap om ook met de akkerbouwproducten biologisch te gaan. In mei hoopt het bedrijf het officiële keurmerk voor biologische producten te krijgen.
Keurmerk
De overstap naar biologische landbouw brengt wel de nodige investeringen met zich mee. Voor het traject om het keurmerk te krijgen staat een overgangsperiode van twee jaar. In die periode mag je bijvoorbeeld je oude voedervoorraden opgebruiken. Bij akkerbouw is de twee jaar de periode die eroverheen gaat voordat je je eerste volledige biologische oogst op de markt kunt brengen.
''In die periode ben je je producten al wel biologisch aan het produceren, maar kun je ze nog niet als zodanig afzetten'', vertelt Remijnse. ''Dat kost een hoop omzet. Ook voor ons was dat een dure periode.''
Maar als die periode eenmaal is doorlopen, verdien je het startkapitaal als landbouwondernemer dubbel en dwars terug. De vraag naar bioproducten gaat de laatste jaren vrijwel in een rechte lijn omhoog. ''De vraag neemt jaarlijks met 10 procent toe en het aanbod is jarenlang niet meegegroeid'', vertelt Mirjam van Bree van brancheorganisatie Bionext. ''Inmiddels krijgen boeren een goede prijs voor biologische producten. Collega's zien dat ook en durven de stap te zetten.''
Ondernemersrisico
Boeren moeten wel zelf opdraaien voor de vaak forse kosten van de omschakeling naar een milieuvriendelijke werkwijze. Bionext vindt dat dat ook zo hoort. ''Er zijn in verschillende provincies cursussen en bijeenkomsten waar ondernemers met specifieke vragen terechtkunnen. Overheden helpen dus wel, maar ze betalen niet. Het blijft ondernemersrisico.''
Bioboer Willem Remijnse beaamt dat. ''De overheid mag het best faciliteren in de vorm van belastingvoordelen, dat gebeurt ook al. Maar je moet niet de situatie krijgen dat iedereen er maar instapt omdat het subsidie oplevert. Omschakelen naar biologische landbouw is een keuze die je uit idealistische motieven maakt, niet uit economische.''
Grens
Rest de vraag waar de grenzen van de groei liggen. Percentages van 10 procent per jaar zijn toch onmogelijk tot in de eeuwigheid vol te houden. Mirjam van Bree van de brancheorganisatie denkt dat biologisch voedsel nog veel terrein te winnen heeft. ''Onderzoek van onder meer de Rabobank wijst daar ook op. Het is geen voorbijgaande trend, je zag ook tijdens de crisisjaren dat mensen biologisch bleven eten.''
Ook Willem Remijnse is per saldo positief over de toekomst, al zet hij daar wel een kanttekening bij: ''het probleem zal niet zo zeer zijn dat mensen op een gegeven moment biologisch eten toch te duur zullen vinden, maar meer dat gangbare producten te goedkoop worden.''
Tegen kiloknallerprijzen is immers niet op te concurreren. ''We moeten ons als branche niet die kant op laten duwen. Maar ik zie het de komende jaren nog wel verder groeien. Immers: hoe meer bio, hoe beter voor de planeet.''