Direct naar artikelinhoud
WO I

"Voeten nat, kont nat": 130 mensen herdenken eindoffensief Eerste Wereldoorlog met re-enactment

Re-enactors die Belgische soldaten uitbeelden, herdenken het eindoffensief van de Eerste Wereldoorlog.Beeld Eric de Mildt

"Ze zin doa!", roept een groepje toeschouwers vlak bij de IJzertoren wanneer de colonne nadert. Zo'n 130 re-enactors trekken deze week door een daverend Vlaanderen, het slotoffensief van WO I naspelend. "Honderd jaar is plots niet zo lang geleden."

De eersten zijn de wielrijders, die het terrein komen verkennen, dan komen de paarden, auto en pantserwagen. Vervolgens de Belgische infanterie, en marche. "Voorwaarts, voorwaarts, gauche, droite, un, deux." Daar volgt een kanon met zo'n vijftig paarden, een veldkeuken en vier huifwagens.

"Het is van de meidagen van 1940 geleden dat er nog vier van die huifwagens samen op de baan zijn geweest", zegt David Moortgat, de organisator met een imposante snor, die vanaf een authentieke fiets het gebeuren coördineert. "Die wagens zijn van 1874 tot 1940 bij het Belgische leger in dienst geweest. Een komt uit het legermuseum, een is in het bezit van onze vereniging (De patrouilleurs, YV), de overige twee komen uit privébezit." 

'Het is van de meidagen van 1940 geleden dat deze vier huifkarren samen op de baan waren'
David Moortgat, organisator

Eindoffensief

Meteen is duidelijk hoeveel moeite de organisatie doet om de unieke historische stukken bij elkaar te krijgen. Met een optocht door Vlaanderen, van in het West-Vlaamse Lo-Reninge tot Deinze, willen ze het eindoffensief van het Belgisch leger tijdens de Eerste Wereldoorlog herdenken, met plechtigheden langs de oude slagvelden – een evenement dat toepasselijk De bevrijding is gedoopt. 

"Velen denken dat de oorlog in de loopgraven is geëindigd", zegt Moortgat. "Maar dat is niet zo. Aan het einde van de oorlog is het leger van West-Vlaanderen naar Gent opgetrokken. Daarbij zijn 13.000 Belgische soldaten gestorven, een derde van de totale Belgische verliezen in de oorlog. En dat in de laatste maanden van 1918." Het Belgische offensief begon weliswaar in september, zegt Moortgat, "maar uit praktische overwegingen hebben we besloten om het evenement in de zomer te laten doorgaan."

De colonne in Diksmuide.Beeld Eric de Mildt

Dat de praktische omkadering aandacht vraagt, ervaart de groep al op dag een. Wanneer de Belgische pantserwagen op het punt staat om Diksmuide te bevrijden, valt hij in panne. "Motor verzopen", zucht David Vandenberghe vanuit het gecamoufleerde gevaarte, terwijl mecaniciens druk in de weer zijn met startkabels. "De motor is meer dan 70 jaar oud", zegt hij. Even later is het "probleem met de bougies" opgelost. 

Nog lastiger is het voor de paarden. Het regent de hele dag, even is er onweer, de dieren zijn schichtig.  's Ochtends zijn twee Belgische paarden ten val gekomen en trekken ze de voorwielen uit hun wagen. 's Middags breken enkele van hun Britse collega's uit hun harnas. "Onze paarden hebben nog nooit aan de verkeerde kant van de weg gereden", grapt een Britse vrouw. Een landgenoot beklaagt zichzelf. "Feet wet, ass wet", zegt hij vanaf een kar, een oud-paardenambulance om gewonde dieren van het front weg te voeren. 

Grootvader

Het zijn overigens de Britten die, samen met het Franse leger, bijna exact honderd jaar geleden voor een belangrijke doorbraak zorgden, in de buurt van Amiens. Omdat hun linies gebroken zijn, en het Amerikaanse leger intussen in Frankrijk is, moet het uitgeputte Duitse leger zich overgeven. Toch sneuvelen in de laatste maanden van 1918 nog meer dan 400.000 Britten, een half miljoen Fransen en meer dan een miljoen Duitsers. 

De familie van Simon Ulrich, die nu samen met zijn gewapende verkenningsauto het kanaal is overgekomen, verloor vier leden in de oorlog. "Een broer van mijn grootvader is in Ploegsteert omgekomen, op 23 oktober 1916. Die dag is ook mijn verjaardag – best griezelig." 

De Brit Simon Ulrich bij zijn verkenningswagen.Beeld Eric de Mildt

Ulrich kocht in 2012 het chassis van zijn Ford T en verzamelde zo veel mogelijk historische onderdelen om zijn verkenningswagen tegen klaar te hebben voor de honderdjarige herdenking van de oorlog, in 2014. "Ik heb er vier jaar voortdurend aan gewerkt", zegt de man uit Sussex, in een uniform van hetzelfde regiment als dat van zijn grootvader. "Dat is niet alleen even lang als de oorlog, in die periode zijn ook twee mensen van onze eigen vereniging onverwacht gestorven." 

Voor hem wordt dit een heel emotionele week, vertelt Ulrich, tijdens een pauze, voordat een klaroen weerklinkt en de colonne zich weer in gang zet. "Als je dat allemaal meemaakt, is honderd jaar plots niet zo lang geleden." 

Anja Decoster, vluchteling

"Wij beelden vluchtelingen uit", zegt Anja Decoster vanuit een wagen die door twee stevige Brabantse trekpaarden wordt getrokken. “Tijdens het offensief voor de bevrijding van België is een groot aantal vluchtelingen gevolgd in het kielzog van het leger." Decoster behoort tot een vereniging, Den Brabander, die het Brabants trekpaard als levend erfgoed wil promoten. "Deze paarden helpen ook bioboeren om aardappelen te oogsten", vertelt ze. "Binnenkort willen we een film uitbrengen over oude landbouwtechnieken."

Anja Decoster, vluchteling
Beeld Eric de Mildt

Reinhard Lemaire, aalmoezenier

"Als je, zoals ik, bent opgegroeid in Ieper, dan krijg je de Eerste Wereldoorlog sowieso mee", zegt Reinhard Lemaire. Hij is in het echte leven metaalbewerker en een overtuigd evangelisch christen. Vanuit zijn geloof heeft hij besloten om een aalmoezenier in het Belgische leger uit te beelden. "Als kind al ging ik op zoek naar objecten uit de oorlog. Jarenlang had ik er minder interesse voor, tot ik bij De Patrouilleurs ben terechtgekomen. Eigenlijk heeft de geschiedenis mij nooit losgelaten."

Reinhard Lemaire, aalmoezenier
Beeld Eric de Mildt

Lieve Matthé, verpleger

"Ik heb geschiedenis gestudeerd", zegt Lieve Matthé, die uitgedost is als een frontverpleger, compleet met helm en gasmaskertas. “Mijn masterproef ging over hoe je het brede publiek iets kan bijleren over geschiedenis. Living history, het opvoeren van historische gebeurtenissen, valt daaronder. Ik ben begonnen met de Napoleontische tijd, maar doe nu ook de Eerste Wereldoorlog. Zo heb ik mijn man leren kennen, die hier ook meedoet." 

Lieve Matthé, verpleger
Beeld Eric de Mildt