© VRT

TV PRÉPARÉ. "Wie kan er nu iets inbrengen tegen tien minuutjes televisie zo gezellig als knetterend haardvuur?"

Elke week blikken onze tv-journalisten terug op opvallende passages op hun tv. Wat kruidde hun kijkweek, en waar maken ze graag gehakt van?

jsm

GEZIEN: Winteruur, Canvas, maandag-, dinsdag- en woensdagavond

Los van het feit dat Wim Helsen een kapoen is en dat hij zijn gespreksgasten soms op listige wijze en met gespeelde onschuld op het verkeerde been lijkt te zetten met zijn ontregelende vragen en opmerkingen, zijn we nog steeds fan van ‘Winteruur’ op Canvas. Want wie kan er nu iets inbrengen tegen tien minuutjes televisie zo gezellig als knetterend haardvuur?

Al sinds jaar en dag wordt er geëmmerd over een boekenprogramma op de openbare omroep en al even lang worden er pogingen ondernomen om die wensen en verzuchtingen in een aantrekkelijk tv-format te gieten, maar telkens zonder memorabel resultaat. Tot het productiehuis van Tom Lenaerts enkele jaren geleden op de proppen kwam met dit dagelijks, tien minuten durend niemendalletje dat zelden zijn doel mist. Het concept van ‘Winteruur’ kan op een bierviltje: een bekende gast komt naar de als knusse woonkamer omgebouwde tv-studio waar Wim Helsen en zijn labrador hem opwachten. De gast leest een zelfgekozen stukje tekst – al dan niet literatuur – voor, en vertelt vervolgens wat dat fragment voor hem betekent, waarna het nog een laatste keer wordt voorgelezen. Klaar. Een duf idee, toch? Zeker op het eerste gezicht. Een pluim dan ook voor de netmanager die het desondanks goedkeurde, al zal het feit dat Tom Lenaerts nooit bagger heeft afgeleverd zeker een rol hebben gespeeld in zijn beslissing.

Maar waarom vinden wij ‘Winteruur’ nu zo aangenaam om naar te kijken? Omdat het kort is, omdat het een dagelijks, hartverwarmend orgelpunt is waarnaar we reikhalzend uitkijken. Een ritueel om de actieve dag mee af te sluiten, zoals je wil, maar voor de nachtraven onder ons evengoed de start van het interessantste gedeelte van het etmaal. Maar vooral: er wordt niets gepretendeerd, en al helemaal niet dat ‘Winteruur’ enkel in het leven werd geroepen voor de meerwaardezoeker. Want die zou wellicht zijn neus ophalen voor een studiogast als Peter Van de Veire, die maandag plaatsnam op de sofa. Van de Veire bracht een songtekst mee van de Britse punkband Subhumans. Niet meteen literatuur, maar dat is voor dit programma dus volstrekt onbelangrijk en daarin schuilt volgens ons dan ook de grootste troef: al leest de studiogast de handleiding van een Moulinex-krultang uit 1976 voor, zo lang het voor hem iets te betekenen heeft, krijgen we even de kans om in zijn hoofd te kijken. Zo verbond Annemie Struyf een passage uit ‘Het Oude Zeilschip’ van Jan Jacob Slauerhoff aan het beeld dat ze heeft van haar vader op diens sterfbed en werden de rond het schip zwermende meeuwen vanzelf gieren die uitkeken naar een lugubere maaltijd. Wat haar bracht tot het vooruitzicht van haar eigen levenseinde en de waardering voor alles wat er nu nog is, maar straks niet meer zal zijn. ‘Huldegedicht Aan Singer’ van Paul Van Ostaijen – dat een hoofdrol speelt in de roeping als schrijver van Abdelkader Benali – deed de Nederlander woensdag dan weer denken aan de Singer-naaimachine van zijn moeder. A load of crap, volgens u? Dan kan u zich nog altijd aan de private parts gaan liggen likken of desgewenst maffen of ruften zoals labrador Swami Bami, want hem zullen dit soort mijmeringen ook telkens weer aan de blonde reet roesten.