Direct naar artikelinhoud
nieuwswoningmarkt

Na 4,7 miljard euro stoppen Amsterdamse corporaties (bijna helemaal) met de verkoop van huurwoningen

De daling van het aantal sociale huurwoningen in Amsterdam is gestopt. Dat maakt de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) vandaag bekend. De corporaties verkopen minder huizen en doen meer aan nieuwbouw. Het aantal van de huidige 166 duizend sociale huurwoningen moet de komende periode met zo’n drieduizend per jaar toenemen.

Bezichtiging van een sociale huurwoning in de Olmenweg in Amsterdam.Beeld Arie Kievit

In recordjaar 1995 was 58 procent van de Amsterdamse woningvoorraad nog eigendom van een sociale woningbouwvereniging. Vooral in de jaren tachtig nam het corporatiebezit toe, door het aankopen van particulier verhuurde panden voor stadsvernieuwing. Inmiddels is het ‘corporatiepercentage’ geslonken tot ‘iets onder de 39 procent’, zegt AFWC-directeur Egbert de Vries. ‘Amsterdam is geen stad meer met een overmaat aan goedkopere woningen.’

Met de Amsterdamse politiek is afgesproken dat het aandeel corporatiewoningen in de gemeente op zo’n 40 procent zal blijven. De stad kampt met sterk gestegen prijzen in de vrije huursector en op de markt voor koophuizen. Omdat het aantal woningen in Amsterdam de komende jaren sterk groeit door nieuwbouw, zullen ook de woningbouwverenigingen de betonmolen flink moeten laten draaien. De Vries: ‘Het zal moeilijk zijn om de andere partijen bij te houden.’ Vorig jaar lukte dat nog niet. Van de negenduizend nieuwbouwwoningen waren er 1.400 voor de sociale sector.

Gemengde wijken

In de laatste 25 jaar daalde het aantal corporatiewoningen in Amsterdam met 30 duizend. De Vries: ‘De nieuwbouw woog niet op tegen sloop en verkoop.’ Sinds 1998 verkochten de corporaties in Amsterdam 28.667 woningen, inclusief woningen in de vrije sector. Met een gemiddelde verkoopprijs van 164 duizend euro bracht dat bijna 4,7 miljard euro op.

Het aantal verkopen daalde van 2.700 in 2014 (het hoogste aantal sinds 1998) naar 750 vorig jaar. De woningbouwverenigingen zullen niet helemaal ophouden met verkopen, zegt De Vries. ‘Verkoop is onder meer een methode om meer gemengde wijken te krijgen, bijvoorbeeld in buurten waar de meerderheid van de huizen van een corporatie is. De opbrengst van jaarlijks zo’n 300 tot 350 miljoen euro is ook nodig voor nieuwbouw in andere wijken.’

Gemengde wijken
Beeld de Volkskrant

Ondergrens

Hoogleraar Johan Conijn verwelkomt de mededeling dat de daling van het aantal corporatiewoningen is gestopt. 'Er is voor een stad een ondergrens aan sociale huur. Het is goed dat die nu is bereikt. Maar laat de sociale nieuwbouw niet ten koste gaan van de bouw van middenhuur- en koopwoningen. Niet lang geleden was het aandeel koopwoningen in Amsterdam maar 6 procent. Dat is bizar laag. Dat de woningvoorraad nu evenwichtiger is opgebouwd, ook voor de midden- en hogere inkomens, is goed voor de stad geweest.'

Het aantal corporatiewoningen in Nederland is de laatste tien jaar redelijk constant. Van de 7,7 miljoen Nederlandse woningen zijn er ruim 2,2 miljoen eigendom van een woningbouwvereniging. In Rotterdam, de gemeente met in verhouding de meeste corporatiewoningen, nam het aantal corporatiewoningen sinds 2000 sterk af. Rond de eeuwwisseling bezaten woningbouwverenigingen 149 duizend huizen in de stad, toen 52 procent van het totaal. In 2014 was dat aantal geslonken tot 119 duizend woningen; zo’n 40 procent van het totaal.

In Den Haag en Utrecht (beiden met 30 procent corporatiewoningen) waren de verschuiving geringer. In Den Haag nam het aandeel woningen daarvan met een huur onder de liberalisatiegrens van 711 euro licht af tot ongeveer 75 duizend. In Utrecht is het aantal corporatiewoningen sinds 2012 stabiel op zo’n 47 duizend.