© Boumediene Belbachir

"Ik mocht van mezelf maar een kwart appel per dag eten"

Zondag vindt in het jeugdcentrum Rondpunt 26 in Genk de vijfde Dag tegen Eetstoornissen plaats, de eerste in Limburg. De keuze voor het jeugdcentrum is niet toevallig. Het probleem bij de jeugd wordt niet alleen steeds groter, maar een eetstoornis komt ook op steeds jongere leeftijd voor. “Er zijn zelfs al achtjarige meisjes met anorexia of boulimie”, zegt Els Verheyen, klinisch psychologe en voorzitter van de vereniging Anorexia Nervosa – Boulimia Nervosa (ANBN).

Thomas JANSEN

Dat het vooral minderjarigen zijn die kampen met een eetstoornis, is geen geheim. Uit een eerder onderzoek van KULeuven bleek al dat 11,4 procent van de patiënten in de gespecialiseerde centra jonger is dan 15 jaar. Maar terwijl de Voedselconsumptiepeiling van het Wetenschappelijk Instituut Vlaanderen (WIV) in 2014 nog een minimumleeftijd van 10 jaar hanteerde inzake eetstoornissen, zijn heel wat patiëntjes tegenwoordig nog jonger.

“Hulpverleners merken dat eetstoornissen op steeds jongere leeftijd voorkomen, zelfs al op achtjarige leeftijd”, zegt Els Verheyen van ANBN. “Dat hangt samen met een vroegere puberteit en biologische ontwikkeling bij meisjes. Sommige meisjes hebben zelfs al borstjes op negen jaar. Die jonge kinderen met een eetstoornis geraken dus al met zichzelf in de clinch, nog voor de puberteit echt begint. Aan de basis ligt dan bijvoorbeeld een angst om op te groeien en om verantwoordelijkheden te nemen.”

Conflicten aan tafel

Of het nu gaat om een kind van acht of een jongere van achttien, voor de ouders is de begeleiding van een kind met een eetstoornis zo goed als altijd een bijzonder zwaar proces. Daarom raadt Verheyen aan om altijd externe hulp te zoeken. “Bij jonge kinderen heb je als ouder nog wel meer zelf de regie in handen. Naarmate het kind ouder wordt, is er meer ruimte voor onderhandeling. Dat leidt tot conflicten aan tafel, die erg zwaar zijn om alleen te dragen.”

Maar wat kunnen ouders van een kind met anorexia zelf doen? “In het algemeen raden we aan om afspraken te maken voor je aan tafel gaat”, zegt Verheyen. “Toon aan je kind de porties die opgegeten moeten worden. Tijdens het eten wordt daar best niet meer over gediscussieerd. Pas achteraf kan er een evaluatie gemaakt worden. Als er andere kinderen zijn, is het ook belangrijk om die tijdens de maaltijd nog voldoende aandacht te geven. Tot slot kunnen ouders best ook niet meegaan in de vraag om aparte dingen klaar te maken. Eten wat de pot schaft is nog altijd de boodschap.”

Sociale media

Vaak wordt in de discussie rond anorexia en boulimie ook een negatieve rol toebedeeld aan de sociale media. Maar klopt dat wel? “Dat was een vraag die onlangs ook op een studiedag werd gesteld”, zegt Verheyen. “Vast staat dat jongeren die zich niet goed voelen, vaak op zoek gaan naar feedback op sociale media. Ze posten bijvoorbeeld een selfie, en hopen dan op veel ‘likes’ en goede reacties. Maar als die uitblijven, of als er zelfs pestreacties komen, verergert het probleem alleen maar. En zelfs als er positieve reacties komen, zorgen die maar voor een heel tijdelijke, korte opstoot. Aan de basis is immers niets veranderd.”

Toch zorgt het internet en al haar toepassingen ook voor positieve tendensen inzake eetstoornissen. “We zien dat er stilaan meer alertheid is om het probleem op te merken, omdat er meer informatie beschikbaar is”, zegt Verheyen. “Niet alleen in de omgeving van de jongeren, zoals bij de ouders, de school, de vrienden… Maar ook bij de jongeren zelf. Door allerhande online mogelijkheden gaan jongeren vaker zelf anoniem op zoek naar hulp. Bovendien komt er stilaan een tendens op gang waarbij rolmodellen online het taboe rond eetstoornissen en mager willen zijn gaan doorbreken. Dat kunnen we alleen maar toejuichen.”

ANBN vzw organiseert zondag de Dag tegen Eetstoornissen in het jeugdcentrum van Genk (Europalaan 26). Naast informatie, gesprek en ontmoeting is er ook een benefietvoorstelling. Van 10 uur tot 17 uur. Meer info op www.anbn.be.

Hoe kan u een eetstoornis bij uw kind snel opmerken?

  • Kinderen of jongeren die worstelen met een eetstoornis, gaan zich vaker terugtrekken. Ze mijden sociaal contact en gedragen zich ook somberder.
  • Als er vermoedens zijn van een eetstoornis bij uw kind, hou dan in de gaten of ze niet ‘sjoemelen’ met eten. Denk dan bijvoorbeeld aan zakgeld dat plots verdwijnt, eten dat verstopt of bewaard wordt in de slaapkamer, regelmatig zogezegd al gegeten hebben bij een vriendje, enzovoort.
  • Sla niet te snel in paniek. Experimenteren met eten kan ook onschuldig zijn en bij de puberteit horen. Het is pas wanneer dat twee of drie maanden aanhoudt, dat u best externe hulp, zoals het CLB, inschakelt.