Direct naar artikelinhoud
WK 2018

Hoe moeten de Belgische supporters nu omgaan met die anticlimax?

Een portie troost bij ons nationale voetbalverdriet
Beeld EPA

Slapeloze nachten, hartritmes die een loopje namen met regelmaat en oerkreten van mensen die nog nooit hoorden van buitenspel. En dan: uitgeschakeld worden, net wanneer de beker binnen handbereik is. Hoe moeten de Belgische supporters nu omgaan met die anticlimax?

Alles was aanwezig. De zorgvuldig opgebouwde spanning, een evenement dat maar een keer in de vier jaar plaatsvindt, het verwachtingspatroon dat match na match toenam. Zelfs de zon scheen harder dan anders. Het verklaart waarom de doorgaans zo sceptische Belg besmet werd door het enthousiasme van een ploeg die zeer on-Belgisch geloofde dat de gouden beker geen droombeeld was. En nu hard ontwaakt.

Want dat was het dan. Het was nu of nooit voor deze gouden generatie, die tot volle wasdom is gekomen, en ze strandde in de halve finale. Tegen het EK over twee jaar zullen de meeste spelers over hun top heen zijn, tegen WK in Qatar van 2022 schurkt de helft al tegen de voetbalpensioengerechtigde leeftijd aan. Toch? 

Nee, zegt inspanningsfysioloog Werner Helsen (KU Leuven).  De idee-fixe die ontstaan is over de laatste kans, daar gelooft de trainingsexpert van de UEFA en de FIFA niets van. Om te beginnen omdat deze generatie nog helemaal niet uitgespeeld is, ook al zijn heel wat basisspelers intussen al rond de 30. "Vroeger gingen we ervan uit dat een sporter op de top van zijn kunnen was tussen 26 en 28 jaar. Dankzij de huidige begeleiding is leeftijd vrij relatief geworden. Er zullen ongetwijfeld enkelen afhaken na dit toernooi, maar de ruggengraat van deze ploeg blijft nog even staan."

Helsen, die de prestaties van de Duivels op de voet volgt, heeft bovendien ook goede hoop voor de toekomst. "Kijk naar de prestaties van onze -17, -19 en -21. Ze halen nog niet het niveau van de A-ploeg, maar er zullen nog goede spelers doorstromen. De hervormingen van vijftien jaar geleden in het topsportbeleid zullen hun vruchten blijven afwerpen."

Zoeken naar schuldigen

Misschien kan het dus over twee, over vier of zelfs nog meer jaar wel lukken. Maar ondertussen is naast trots om wat bereikt is ook de ontgoocheling echt. Net zoals het gevloek over wat allemaal anders had gekund. Wat had gekund tout court. Zeker als de Engelsen hun football's coming home-euforie straks weten te verzilveren. Dan zijn ze daar, de 'hadden we maar in de andere tabelhelft gestaan'-verzuchtingen.

Het mag. Het is normaal om te zoeken naar oorzaken en schuldigen, weten experts in rouwverwerking. Les excuses zijn nu eenmaal faites pour s'en servir. Maar ze weten ook dat dit soort van collectieve rouwprocessen sneller verwerkt wordt. Bovendien, zegt sportsocioloog Jeroen Scheerder (KU Leuven), blijft de Belg een superrealist. "Ja, het is een zware kater, maar over enkele dagen zijn er weer andere dingen die onze aandacht vergen: de Tour, de dagelijkse beslommeringen."

Dat mag geruststellend bedoeld zijn, het heeft ook iets wrangs. Want wil dat dan zeggen dat met het strijken van de vlaggen ook alle emoties weer netjes in de kast verdwijnen? Dat heel dat WK ons, kortom, diep vanbinnen in feite niets kon schelen?

Ergens wel, zegt Scheerder. Maar dat is volgens de sportsocioloog helemaal niet negatief. "Erg interessant", vindt hij een betere omschrijving. "Deze hele beleving zegt veel meer over de rest van ons leven dan over onze band met het WK. We hebben als samenleving een grote nood aan dergelijke exceptionele gebeurtenissen, die de routineuze voorspelbaarheid van onze ratrace-levens doorbreken."

'De enige troost die je hebt is dat het dan volgende keer misschien wel kan. Dat hopen wij ook nog steeds, ja'
Ad Vingerhoets, Nederlander en professor psychologie Tilburg University

Dat voetbal ons die kans biedt, is trouwens belangrijk. "We kunnen even iemand anders zijn: de keurigste zakenman kan zich verkleden als een uitzinnige tricolore Obelix en we vinden dat allemaal prima. Er is geen enkele andere activiteit die dat toelaat", verklaart Scheerder. "Dat is de grote ondergewaardeerde maatschappelijke waarde van voetbal."

Ontroostbare kinderen

Voor de samenleving is het doel dus wel bereikt. Maar we begrijpen dat dat u en uw kater vandaag worst zal wezen. Om nog maar te zwijgen van de ontroostbare kinderen, die zich allemaal mini-Kevins en Romelu's in de dop waanden. Wat vertel je hen?

We vragen het aan een Nederlander. Met drie finales en twee halve finales zijn zij immers ervaringsdeskundigen in het nipt naast de wereldbeker grijpen. "Wel, wennen doet het nooit", zegt professor Ad Vingerhoets van de Tilburg University en expert in emoties. "De euforie is fantastisch, maar de kater komt telkens weer aan. Het hoort erbij. De enige troost die je hebt, is dat het dan volgende keer misschien wel kan. Dat hopen wij ook nog steeds, ja. (lacht) We gaan er toch van uit dat Nederland ooit nog eens deelneemt aan een eindtoernooi."

Ontroostbare kinderen
Beeld EPA