Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Zo leg je armoede uit aan mensen met geld: ‘Als je constant hoort dat je harder moet werken, dan denk je: bullshit’

‘Het zijn de hoogopgeleiden, de gezonde en tevreden burgers, die aan de knoppen zitten,’ zegt politicoloog Tim ‘S Jongers.Beeld ANP/Bart Maat

In Amsterdam leeft een op de zes mensen op of onder het minimum. Politicoloog Tim ’S Jongers, zelf opgegroeid in bittere armoede, wil dat de mensen die aan de knoppen draaien weten hoe dat is. ‘We willen dat de arme mensen op ons lijken, maar als ze een flatscreen-tv kopen is het wéér niet goed.’

Tim ’S Jongers (42) vraagt zich af: waarom gaat het niet over een daklozencrisis als het aantal daklozen in tien jaar tijd verdubbelt, maar wel over een wooncrisis als de kinderen van de middenklasse geen huis vinden? Vanwaar die stress over prijzen in de supermarkt, maar niet over groeiende rijen bij de voedselbank?

Vorige maand zat de politicoloog in een zaal vol goedbetaalde sociaal werkers en beleidsmedewerkers. Er werd een spreker aangekondigd met de enthousiasmerende woorden: ‘Zij komt vaak in aanraking met daklozen.’ “Ik ging daar slecht op,” zegt ’S Jongers met een pittige Vlaamse tongval. “Dus ik stap dat podium op en zeg: ‘Mensen ontmoet je. Wie van jullie is ooit eens in aanraking geweest met een soa?’ Niemand stak zijn vinger op.”

Van ’S Jongers verschijnt komende week het boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld. Langdurig leven in armoede is een ‘clusterfuck’, schrijft hij. Het tast alles aan: je gezondheid, je geestesgesteldheid, je vermogen om je fatsoenlijk te verhouden tot de mensen om je heen en om rationele beslissingen te nemen. Mensen in armoede zijn al blij als ze weer een dag hebben overleefd. Ga ze niet vertellen dat ze meer groene asperges moeten eten en wat vaker moeten bewegen.

Frikandellen als avondeten

Het onderwerp gaat hem aan het hart, niet in de laatste plaats omdat hij de armoede aan den lijve heeft ondervonden in het stadje nabij Antwerpen waar hij opgroeide. Gescheiden ouders zonder noemenswaardig inkomen of scholing. De wc een hok in een tuin vol ratten. Frikandellen als avondeten. Wekenlange afwezigheid van school omdat er geen geld was om schoenen te kopen. En altijd angst voor klappen.

‘Geloof me,’ schrijft ’S Jongers, ‘niets zo ontwrichtend als je slaapkamer verliezen en weten dat je spullen – je plakboek van het WK 1994, je favoriete maar versleten trui en je dierbare antenneradiootje – ergens in een loods in plastic zakken liggen te verkommeren. Niets zo pijnlijk als voelen dat het de samenleving geen moer kan schelen.’

Frikandellen als avondeten

Het meritocratisch ideaal: een samenleving waarin mensen door hard werken en ijverig leren de maatschappelijke ladder beklimmen. Maar wat als die ladder op drijfzand staat en telkens wegzakt in een armoedig bestaan? Als je leeft in bittere armoede, dan kun je werken wat je wil, maar vooruithelpen zal het je niet.

“Het zijn de hoogopgeleiden, de gezonde en tevreden burgers, die aan de knoppen zitten,” zegt ’S Jongers. “Als zij niet anders leren kijken, zullen ze fout blijven draaien. We zien wel de oppervlakte van de armoede, maar niet de diepte ervan en de rol die mensen met geld daarin spelen. Die zeggen: ‘Zet de tering naar de nering, mij is het ook gelukt.’ Maar dat is bullshit, zo werkt het niet.”

Tim ’S Jongers.Beeld Marc Driessen

Tunnelkruipers

Als het over ontsnapping uit de armoede gaat, spreekt ’S Jongers liever over tunnelkruipers. Dat heeft hij moeten doen: kruipen zonder te weten waar het licht gaat schijnen. Een tocht langs de afgronden van de eenzaamheid en de witte muren van de psychiatrische inrichting. ‘Als kind,’ schrijft hij, ‘bad ik bijna dagelijks om midden in een mooie droom mijn laatste adem uit te blazen. Pijnloos en in stilte. Groot was de teleurstelling als ik ’s ochtends weer in mijn eigen plas wakker werd.’

Tunnelkruipers

“Ik heb het geluk gehad dat ik nog op mijn poten sta,” zegt hij. “Dat ik een beetje een goed hoofd heb en dat mijn lichaam het heeft aangekund. Dat ik niet compleet kapot ben gegaan aan de armoede. Ik ben de uitzondering op de regel. Het is mij gelukt om op mijn dertigste uit de tunnel te kruipen en te gaan studeren. Maar de vraag is: wens je mij het leven toe dat ik tot dan toe had geleid. Nee?”

“Waarom moest ik zoveel ellende meemaken? Dat is toch waanzin. Mensen vragen mij: ‘Zitten er positieve aspecten aan armoede?’ Ja, je bent veerkrachtiger en flexibeler. Maar we zouden toch moeten willen dat je zover komt zonder armoede. Ik ben nu 42 jaar en 10 jaar hoogopgeleid. Stel dat ik goede hulp had gehad, waar had ik dan gestaan?”

Armoedeporno op tv

Hij snuift: “Armoedeporno, dat zijn die programma’s op tv waarin mensen een maandje in armoede gaan leven en dan denken dat ze weten wat het is. Terwijl: de radeloosheid, die krijg je zo echt niet mee. Armoede is geen amusement. Als je diep in armoede leeft heb je een gigantisch probleem in dit land. Armoede is kut. Wat zegt het over ons dat we daar zo graag naar kijken?”

“Dan zie je mensen die net van de voedselbank komen en zeggen we: ‘Kijk, ze hebben wel een flatscreen-tv aan de muur. Arme mensen zijn dom, ongezond en ze hebben allemaal een flatscreen.’ Maar dat we het in een rijk land als het onze zover hebben laten komen dat mensen voor een pakketje eten naar de voedselbank moeten, daar hebben we het niet meer over.”

“Mensen met geld maken deel uit van de outsourcingklasse. Die bellen een adviseur als ze een probleem hebben en denken dat dat ook werkt voor mensen in armoede. Dus hebben we het probleem in stukjes opgeknipt: beweegarmoede, energiearmoede, voedselarmoede, leefstijlarmoede, digitale armoede, zwemarmoede. En overal krijg je een coach voor die dat even voor je op gaat knappen.”

Armoedeporno op tv

“Eronder ligt één gedachte: mocht ik arm zijn, dan zou ik het tien keer beter doen dan jij. Dus leer vooral te leven zoals ik. We willen dat de arme mensen op ons gaan lijken, maar als ze een flatscreen-tv kopen is het wéér niet goed. Wat wil je nou? Dat ze enkel moreel op jou gaan lijken, maar verder lekker arm blijven?”

Exotische diersoort

“Als je in armoede leeft, moet je vijf keer per week bewijzen dat je arm genoeg bent om hulp te krijgen. Hoe vaak wil je mensen vernederen? Alles in het systeem is erop gericht mensen in armoede klein te houden. We hebben social case managers. Geloof me: als je problemen hebt, wil je echt geen ‘social case’ genoemd worden. En is een manager het laatste wat je nodig hebt. Waar zijn we mee bezig? Ze vragen aan mij: ‘Waar vind je die mensen?’ – alsof het om een exotische diersoort gaat.”

‘Dan gaan ze in Den Haag op wijksafari in de Transvaalbuurt om te zien hoe de armen leven,’ zegt politicoloog Tim ’S Jongers. ‘Hoe haal je het in je hoofd? Hoe zou jij je voelen als je in zo’n wijk woont?’Beeld ANP/Katrien Mulder

Tegenwoordig, zegt hij, wordt tegen hem gezegd dat hij ‘nee’ moet leren zeggen en dat hij goed voor zichzelf moet zorgen. “Toen ik voor een hongerloontje in de horeca werkte kreeg ik alleen te horen: ‘Rapper met mijn bord, anders wordt mijn eten koud.’ Maar nu hoor ik erbij, nu ben ik een van hen.”

“Dan gaan ze in Den Haag op wijksafari in de Transvaalbuurt om te zien hoe de armen leven. Hoe haal je het in je hoofd? Hoe zou jij je voelen als je in zo’n wijk woont? Zoiets komt keihard binnen. Doe even normaal man, met je fucking wijksafari. Het gaat over mensen, niet over apen. Mensen steken hun middelvinger op, die zijn er klaar mee. Zit je in de shit, komt er iemand langs, niet om je te helpen, maar om je te onderzoeken. Op den duur willen mensen niet meer worden geholpen. Die denken: als je zo over me praat, laat me dan maar met rust.”

Bestaansonzekerheid

“Als je tien jaar lang vernederd wordt omdat je arm bent en je hoort politici constant zeggen dat je wat harder moet werken, dan denk je: die mensen zijn hier gewoon bullshit aan het verkopen. Doe daar nog een sausje overheen van de migrant die je koekje op komt eten en we zitten waar we nu zitten. Armoede zet mensen tegen elkaar op.”

“We hebben het de hele tijd over bestaanszekerheid. Is dat een probleem? Waarom hebben we het niet over bestaansónzekerheid? Ik kan daar met mijn hoofd niet bij. De discussie gaat erover hoe we ervoor zorgen dat de bestaanszekeren niet bestaansonzeker worden. Maar niet over de vraag hoe bestaansonzekeren bestaanszeker kunnen worden.”

Nu de middenklasse ‘een beetje aan het bibberen’ is, zegt ’S Jongers, is het moment daar om door te pakken. “De cynische vaststelling is dat zij er electoraal toe doen en dat er pas wat gaat gebeuren als zij geraakt worden. Ik zou willen zeggen: kijk eens naar het angstige gevoel dat je hebt nu je zekerheden wegvallen. En kijk dan eens naar die onderkant, want blijkbaar vind je het spannend. Hoe is het voor deze mensen? En waarom hebben we dat nooit erg gevonden met zijn allen? Ik zeg niet dat armoede opgelost kan worden, maar wel oplosbaar is de mensonwaardigheid in het armoedebeleid.”

Tim ’S Jongers, Armoede uitgelegd aan mensen met geld, De Correspondent Uitgevers, €22

Over de auteur: Marcel Wiegman werkt ruim 25 jaar voor Het Parool. In het verleden was hij politiek verslaggever in Amsterdam en Den Haag, tegenwoordig maakt hij vooral interviews en achtergrondverhalen over de stad.