Geen twee, maar drie spitsen

Karim Benzema mag weer dromen van een Spaanse topschutterstitel. Niet omdat de Fransman in de voorbereiding zo goed bij schot was – hij scoorde in vier matchen ‘slechts’ twee keer – wel omdat hij niet langer als bliksemafleider voor Cristiano Ronaldo moet dienen. Onder Zinédine Zidane speelde Real het vaakst in een 4-4-2. In verschillende vormen, maar wel het meest met Ronaldo naast Benzema centraal in de spits. De hiërarchie was duidelijk: Benzema creëerde ruimte, terwijl Ronaldo diende als speerpunt. Mede daardoor kwam de Fransman vorig seizoen in 32 competitiewedstrijden maar aan vijf doelpunten. Pijnlijk.

Dat vond ook Lopetegui. De Spanjaard maakte van Benzema in de voorbereiding opnieuw meer een afwerker. Lopetegui liet het vertrouwde tweespitsensysteem grotendeels links liggen en koos voor een 4-3-3 met Gareth Bale op rechts, Marco Asensio op links – aanwinst Vinicius Junior zit nog in de wachtkamer – en Benzema centraal. “Karim draagt in alles bij, maar zoals elke aanvaller houdt hij het meest van scoren”, lichtte Lopetegui zaterdag na de 3-1-zege in de laatste oefenmatch tegen AC Milan zijn plannen met de Fransman toe. “Volgens mij gaat hij een fantastisch jaar tegemoet.”

Niet counteren, wel tiki-taka

“Onverdiend.” Dat was toch de reactie van elke niet-Madridista nadat Real in mei een derde opeenvolgende CL-trofee had gepakt. Het grote publiek smaakte het voetbal van Zidane niet. Vaak te berekend, vaak te verdedigend, vaak te veel gebruikmakend van de counter. Kortom: weinig koninklijk, maar wel efficiënt.

Met Lopetegui komt er een einde aan dat soort voetbal. Net als bij de nationale Spaanse ploeg wil de trainer graag een soort tiki-taka installeren. Met veel mensen die de bal graag in de voet aangespeeld krijgen, met een stevige pressing op de tegenstander wanneer de bal verloren raakt en met veel passing. Vooral dat laatste wordt een heuse stijlbreuk. In zijn vier voorbereidingsmatchen speelde Real de bal gemiddeld 703 keer rond per match. Dat is bijna 120 keer meer dan in het laatste seizoen onder Zidane.

Belangrijke rol voor Bale

Niet alleen Benzema, ook die andere ‘B’ van de gekende BBC lijkt een mooi seizoen tegemoet te gaan. Gareth Bale mocht met twee doelpunten in de CL-finale tegen Liverpool dan nog wel uitblinken, een geweldig seizoen had hij niet achter de rug. Hij scoorde wel 21 keer over alle competities heen, maar een kuitblessure en vooral het constante schipperen tussen de linkerflank, de rechterzijde en de positie centraal maakten van 2017-2018 niet bepaald zijn droomcampagne. Bale vulde de gaten, was mee een lid van het collectief dat vooral Ronaldo in stelling moest brengen.

In het tussenseizoen genoot de Welshman interesse van onder meer Man United, maar Lopetegui verzekerde hem bij de start van de voorbereiding dat hij hem belangrijk zou maken. Bale speelde in de voorbereiding vast vanop de rechterflank, vanwaar hij zijn ding mocht doen. Diep gaan, vanuit een lagere positie voor een haarscherpe lange bal kiezen of de combinatie zoeken met het middenveld, waar voornamelijk Isco – vaak genegeerd door Zidane, maar belangrijk in het La Roja van Lopetegui – de lakens uitdeelde. Bale bedankte met doelpunten in de laatste drie oefenmatchen.

Woensdagavond in het Estse Tallinn, tijdens de Europese Supercup tegen Atletico Madrid – de tegenstander tegen wie hij met zes stuks al het vaakst een assist uitdeelde – wil de herboren Bale alvast een eerste keer schitteren. Vanuit het collectief. Of hoe ploegmaat Dani Ceballos het vorige week na de Amerikaanse tournee van De Koninklijke omschreef: “Ronaldo? Jullie zullen niet eens merken dat hij er niet meer is.” Dat belooft.