Zelf maken of tien keer recycleren: carnavalisten besparen waar het kan

© lds

© lds

© lds

1 / 3
thumbnail: null
thumbnail: null
thumbnail: null

Van het kostuum tot de poppen, alles zelf maken of figuren voor de tiende keer recycleren: de stijgende prijzen nopen carnavalsgroepen ertoe creatief uit de hoek te komen en waar mogelijk te besparen.

Tekst en foto’s Leen De Smedt

Carnaval is niet alleen een plezante, maar vaak ook een dure aangelegenheid, weten de carnavalsgroepen in Aalst. Grote groepen spenderen gemiddeld tussen 40.000 en 75.000 euro aan hun kostuums en wagen. Waar mogelijk wordt beknibbeld.

“Dat is niet gemakkelijk, want alles wordt duurder: piepschuim, verf, gipsplaat, ijzer, stof voor de kostuums, verlichting...”, zegt Steven Van Neck van grote groep Possensje. “Om te besparen, werd bijna zeventig procent van onze wagen zelf gesneden door drie leden van onze groep. Ook de koppen spuiten we zelf en de vrouwen maken ons kostuum helemaal af.” Met het thema ‘’t Hol van de Lieje’ behaalde Possensje in 2017 de eerste prijs, maar het prijskaartje was navenant. “In die leeuw zat een massa piepschuim en het figuur was overtrokken met leeuwenstof en ingevuld met verlichting, waardoor de prijs opliep tot 75.000 euro”, zegt Van Neck. “Sommige groepen besparen door net zoals vroeger te werken met papier, maar wij blijven bij piepschuim omdat je daar de mooiste figuren mee kan maken. Het materiaal wordt almaar duurder, maar het prijzengeld blijft wel hetzelfde.”

Groepen proberen daarom meer werk zelf te doen, en AKV De Salongcarnavalisten spant daarin de kroon. “Van het kostuum tot het piepschuim snijden, de hoeden en de foam: alles hebben we zelf gemaakt”, zegt voorzitter Geert De Groot. “Zelfs de klokken van het belfort goten we zelf in polyester, we leerden het van professional Kris De Poorter. Ons lid Philippe De Wael doorliep bij Gert Schatteman in de Academie voor Carnavalskunsten het volledige programma piepschuim snijden, en ook andere leden zijn aan de cursussen bezig.”

Tot 2 uur ’s nachts

Dat ze het volledige plaatje zelf fabriceren, bleek goed voor de portemonnee. “Nu geven we ongeveer 45.000 euro uit”, zegt De Groot. “Dat is nog altijd veel geld, maar niet zo veel als vorig jaar toen we nog gesneden koppen hebben aangekocht. Een nadeel is natuurlijk dat wij niet beginnen in september, maar in mei al aan het polyesteren waren. Vaak is het zo dat we tot 2 uur 's nachts in de hallen aan het werk zijn (de hallen sluiten om 3 uur, nvdr.).”

Ook in de tegenovergestelde richting wordt geld bespaard. De lievelingen van de Heer of AKV Onzjier Zèn Préferees staat er in Aalst voor bekend om louter afgedankte stukken van andere groepen te gebruiken. “Alles is gerecycleerd”, zegt Karel Moereels van OZP. “Die ezeltjes hebben we van een andere groep gekocht, de paarden waren initieel van De Lodderoeigen van bijna tien jaar geleden en hebben dus al in Aalst meegereden. Ze zaten intussen in Temse en Sint-Niklaas. Wij zijn ze in Limburg gaan ophalen. Onze saloon, dat is het hout van Possensje van vorig jaar. We hebben als middelgrote groep een beperkt budget van 3.000 euro, en een groep van onze grootte kan het daar normaal niet mee doen, maar toch slagen we erin. Natuurlijk krijgen we daar commentaar op”, zegt Moereels. “Ik denk dat we daar eerder op afgerekend dan voor beloond worden, maar wij zijn geen groep die voor de prijzen meedoet. Plezier maken, en 's avonds op de Markt een pintje drinken aan onze pompierwagen, is onze grootste drijfveer.”

Opgevist uit container

Ook Minder Es Miër-Gestoikt doet het letterlijk met minder. Zij kregen van de stad de eerste Duurzaamheidsprijs vorig jaar. “We vissen zelfs stukken uit de container en kalefateren afgedankte figuren op”, zegt Gunnar Biebaut. “Zo verkleinen we de afvalberg en beperken we ons budget. We vinden ook dat groepen die alles zelf maken prijzen moeten winnen. Maar onze plaats is de laatste en daar zijn we content mee.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus