Air France-KLM en chipsector omlaag op Damrak

Foto: ANP

Air France-KLM hoorde vrijdag bij de verliezers op de beurs in Amsterdam. Beleggers schrokken omdat topman Jean-Marc Janaillac dreigt af te treden als een stemming onder het personeel van Air France niet goed uitpakt. Daarnaast waren chipgerelateerde bedrijven duidelijk uit de gratie op het Damrak.

De AEX-index op Beursplein 5 eindigde 0,2 procent lager op 550,38 punten. Bij de hoofdfondsen noteerden KPN, Aalberts en Vopak ex-dividend. De MidKap daalde 1,2 procent tot 792,04 punten. De beurzen in Parijs en Londen wonnen tot 0,5 procent, Frankfurt leverde 0,2 procent in.

MidKap-fonds Air France-KLM zakte even tot ruim 6 procent in de min en ging uiteindelijk 2,5 procent lager de handel uit. Het personeel is gevraagd zijn mening te geven over de plannen van Air France voor een loonsverhoging. Topman Janaillac verbond zijn lot aan de stemming omdat hij graag afwil van de stakingen bij de luchtvaartmaatschappij.

ASM International (ASMI) bungelde evenwel onderaan bij de middelgrote fondsen met een koersval van dik 8 procent. De toeleverancier aan de chipindustrie boekte in het eerste kwartaal minder omzet. Ook nam de nettowinst flink af. Het sentiment in de chipsector was sowieso negatief, door een tegenvallende prognose van de Taiwanese chipgigant TSMC. Besi verloor 4 procent en in de AEX zakte chipmachinemaker ASML 1,7 procent.

Uitzender Randstad verloor daarnaast 1,3 procent, nadat bekend werd dat concurrent Manpower afgelopen kwartaal fors meer winst heeft geboekt. Bij de kleinere bedrijven raakte natuurvoedingsproducent Wessanen 3,4 procent kwijt. Het moederbedrijf van onder meer Zonnatura was in het eerste kwartaal meer geld kwijt aan promotie en advertenties en dat drukte de winst.

Elders in Europa trok Ericsson veel aandacht, na positieve cijfers van het Zweedse netwerkbedrijf. Beleggers zetten Ericsson in Stockholm bijna 18 procent hoger.

Een tweet van de Amerikaanse president Donald Trump zorgde verder voor beroering in de oliesector. Trump liet weten kunstmatig hoge olieprijzen niet langer te accepteren. Een vat Amerikaanse olie zakte 0,2 procent tot 68,18 dollar. Brentolie werd eveneens 0,2 procent goedkoper, op 73,60 dollar per vat. De euro was 1,2278 dollar waard, tegen 1,2342 dollar een dag eerder.