© sudpresse

Gefrustreerde politiemensen in Brussel reageren anoniem: “Het enige wat nog helpt is een goed pak rammel”

De onvrede en frustratie is groot bij de Brusselse politie. Ooit deden ze hun job met hart en ziel, maar na de incidenten van de voorbije week zien ze het somber in. Een rondgang bij de zes Brusselse politiezones leert ons dat heel wat agenten er genoeg van hebben. We spraken met enkele van hen.

dirk coosemans

“Ze willen anoniem blijven, de agenten die hun hart luchten. Of ze namens alle Brusselse agenten spreken? Nee, dat willen ze niet gezegd hebben. Er zullen nog heel wat agenten zijn die elke dag vol goede moed en met de beste bedoelingen de straat op trekken. Maar de onvrede groeit. Wat deze week in Brussel is gebeurd, hakt er diep in. “Zoek en vind eens een agent die gelukkig is met de gang van zaken deze week in Brussel? De kans dat je de lotto wint, is groter. We moeten de meest uitgelachen beroepsgroep van het land zijn. Die zaterdag bij de plunderingen mochten we niet optreden. Voor onze ogen werden mensen gemolesteerd, hun bezittingen vernield en hun winkels geplunderd.”

Beleefd blijven

En dat snijdt diep in het moreel, bij alle agenten van de zes Brusselse zones. Ze getuigen anoniem uit angst hun job te verliezen. “Het gaat op veel manieren fout in deze stad. Maar voor ons begint het bij het parket. Bij sommige magistraten moet ik me inhouden om beleefd te blijven”, zegt een inspecteur.

“Ze malen niet om de veiligheid van de burger, die magistraten. Het enige wat ze belangrijk vinden, is of de boeien van dat straatschoffie niet te strak zitten, ‘want de Rechten van de Mens zijn daar heel duidelijk over’. Een voorbeeld van een tijd geleden: een kerel die veertig feiten gepleegd had, onder meer een groepsverkrachting en overvallen met geweld. We kunnen hem eindelijk vatten en trekken met hem naar het parket. Een normaal mens zou denken: die vliegt in de cel, zodat alles grondig onderzocht kan worden. Maar we hebben hem moeten vrijlaten. Meteen.”

“Een andere dader had een oud vrouwtje overvallen en haar onderuit geschopt, waardoor ze een bekkenbreuk opliep. Ik ging met mijn collega naar het ziekenhuis om die vrouw te verhoren, heel droevig allemaal. Toen we daarna weer de baan op gingen, was die kerel al vrijgelaten door de parketmagistraat en stond hij ons in ons gezicht uit te lachen. Die dag is het ons te veel geworden. We hebben hem eens flink afgerost. Fout misschien, maar het was dat of meedoen aan het schuldig verzuim van het gerecht. Overigens, die kerel houdt zich sindsdien wel gedeisd, hoor.”

Moed verliezen

Velen verliezen er de moed bij. Niet alleen het parket, ook de politiek maakt het politiewerk moeilijk. Een politiepatrouille uit een zware Brusselse zone arresteerde geruime tijd geleden de nicht van een plaatselijke schepen. “Haar zoon was een drugsdealer en toen we hem arresteerden, begon die vrouw ons te slaan en te schoppen. We pakten haar dan maar mee”, zegt een politieman. “Maar die boomerang kwam snel terug. De vrouw moest meteen ‘gelost’ worden, zo luidde het bevel uit het gemeentehuis. En de collega’s die ‘dat op hun geweten hadden’ zijn geschorst: ‘bij hoogdringendheid’.

“Het systeem is rot. En wat niet rot is, werkt niet. In mijn wijk woonde een van de terroristen die zich opblies in Frankrijk”, zegt een politieman. “Hij was een compleet onbekende voor mij. Kan ook moeilijk anders. Pv’s mogen alleen bekeken worden door de betrokken agent. Gevolg: we zijn van niets meer op de hoogte en lopen als blinden door onze stad. Op die manier moet geen enkel schoffie nog vrezen dat we hem in het oog houden.”

De tolerantiedrempel ligt veel te hoog, weet iemand die ordediensten doet. “Bij een betoging in Brussel was, in het kader van een uitwisseling, ook de Nederlandse politie aanwezig. We kregen een hoop stenen naar ons hoofd en mochten van de burgemeester niet reageren. Pas toen de Nederlandse officier het welletjes vond en ermee dreigde het samen met zijn troepen af te bollen, hebben we vijf traangasgranaten mogen afvuren.”

Hoe deze wantoestanden moeten veranderen? “In Brussel zal niks veranderen. De gemeentes zijn baronieën, net zoals de zones. Iedereen schermt zijn eigen gebied af en dat lijkt belangrijker dan de eigenlijke aanpak van misdaad. Of zoals een Vlaamse collega uit Antwerpen het verwoordde toen hij naar Brussel muteerde: “Ik ben precies in de jaren zeventig terechtgekomen. Zolang staat Brussel al stil, terwijl de wereld maar doorstoomt.”