DPG versus Conner Rousseau: Conner Rousseau had publicatie krantenartikel niet mogen tegenhouden, zegt hof van beroep

Voormalig Vooruit-voorzitter Conner Rousseau had DPG niet mogen verbieden om een artikel over hem te publiceren. Dat heeft het Gentse hof van beroep beslist. Het artikel ging over het proces-verbaal dat de politie had opgesteld na de mogelijk racistische uitlatingen van Rousseau in een café in Sint-Niklaas.

Het hof vernietigt zo de beslissing van de kortgedingrechter in Dendermonde, verklaart het derdenverzet van DPG Media gegrond en veroordeelt Rousseau tot de kosten van de zaak.

Waar gaat het over?

Eind september raakte bekend dat het parket van Oost-Vlaanderen een onderzoek had opgestart naar Conner Rousseau. De toenmalige voorzitter van Vooruit zou begin september, tijdens de Vredefeesten in zijn thuisstad Sint-Niklaas, mogelijk racistische uitspraken gedaan hebben tijdens een gesprek met politieagenten. 

Het Laatste Nieuws en VTM Nieuws wilden in een artikel en een reportage enkele passages tonen uit het proces-verbaal dat de politie van Sint-Niklaas heeft opgesteld over het voorval. Rousseau stapte echter naar de kortgedingrechter en kreeg via een eenzijdig verzoekschrift een publicatieverbod. Volgens zijn advocaten zou de publicatie een schending zijn van het geheim van het onderzoek.

DPG Media was hier niet over te spreken en tekende derdenverzet aan, iets waar ook de Vlaamse Vereniging van Journalisten zich bij aansloot. Concreet vroeg de mediagroep aan de kortgedingrechter om een einde te maken aan het verbod om "stukken of informatie uit het pv of andere stukken uit het lopende onderzoek te verspreiden."

In eerste instantie gaf de kortgedingrechter Rousseau gelijk, maar het hof van beroep ziet het nu anders. 

De redenering van het hof

In het arrest verwijst het hof naar het "verbod op censuur" dat er in ons land geldt. "Uitgangspunt is het recht op vrije meningsuiting dat internationaal gewaarborgd en grondwettelijk verankerd is", klinkt het. Al zijn daar uiteraard wel voorwaarden aan verbonden, maar volgens het hof werd er slechts aan één van die drie voorwaarden voldaan.

Zo wijst het hof erop dat Rousseau als politicus en publiek figuur zelf zeer actief was in de media en op sociale media. "Hij moet hiervan de gevolgen dragen en beseffen en erbij nemen dat hij ook voor minder positieve of ronduit negatieve berichten in de schijnwerpers staat."

Hij moet hiervan de gevolgen dragen en beseffen en erbij nemen dat hij ook voor minder positieve of ronduit negatieve berichten in de schijnwerpers staat

Arrest

Het hof houdt er ook rekening mee dat het incident zich afspeelde op een publieke plaats, en dat het een maatschappelijk zeer relevant onderwerp was, "met name de (vermeende) racistische uitlatingen over een bepaalde bevolkingsgroep door de voorzitter van een sociaaldemocratische partij (die net strijdt tegen racisme en voor een inclusieve en diverse samenleving). De publicatie sloeg niet op de persoon van CR zelf of op wat tot zijn strikt privé leven behoort (zoals - bijvoorbeeld - zijn medisch dossier of zijn geaardheid). Hij had ervoor ook de kans gekregen om de inhoud van het artikel te kennen. 

Rousseau wordt veroordeeld tot het betalen van een rechtsplegingsvergoeding aan DPG Media en de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) van elk 3.600 euro en tot het betalen van 400 euro rolrechten in hoger beroep.

Rousseau gaat niet naar cassatie

Zijn advocaat heeft al laten weten dat Rousseau geen cassatieberoep zal aantekenen. "Het gaat inderdaad om een afweging van fundamentele rechten, maar we hebben al snel na het verhoor van onze cliënt gesteld dat we het publicatieverbod niet verder gingen nastreven. Voor ons is de bladzijde omgeslagen. We zouden puur juridisch wel een kans maken in cassatie, maar we zien er vandaag het belang niet meer van in."

Voor ons is de bladzijde omgeslagen

Simon Bekaert - advocaat Rousseau

De VVJ heeft op X laten weten dat dit arrest "een opsteker voor persvrijheid en gerechtsverslaggeving in ons land is". 

Meest gelezen