Nederlandse varkensbedrijven trekken over de grens om in Limburg stallen te bouwen: "Dit zijn geen boerderijen meer maar fabrieken"

Steeds meer Nederlandse varkensboeren kopen hier boerderijen op om er megastallen te bouwen, sinds dit in Nederland aan banden wordt gelegd. In Limburg zijn de regels nog niet zo streng. “Er moet dringend een regelgeving op Vlaams of Europees niveau komen”, zegt gedeputeerde Ludwig Vandenhove.

malu/lw

In de Nederlandse provincie Noord-Brabant is er wekelijks wel ergens protest tegen plannen om een megavarkensstal te bouwen. Bewoners vrezen geurhinder, milieuproblemen door mestlozingen, geluidsoverlast, verkeersdrukte, gezondheidsklachten en dierenleed. In sommige plannen is sprake van duizenden varkens, gestald over enkele verdiepingen.

Vorig jaar vaardige het provinciebestuur van Noord-Brabant een nieuwe regeling uit: een boer mag pas een nieuwe stal bouwen als hij elders in de regio minstens even veel stalruimte sloopt. Omdat ook Nederlands-Limburg denkt aan een gelijkaardige stalderingsregeling beginnen de grote Nederlandse veebedrijven nu over de grens te kijken.

Halen

Zo is in Halen al een tijd veel te doen over het bedrijf Top Halen van de Nederlander Ad Kemps, een op rust gestelde commercieel directeur van een veevoederbedrijf. Top Halen wilde eerst een megastal bouwen voor 6.500 varkens. Toen zowel de gemeente Halen als de deputatie die vergunning weigerden, werden de plannen bijgesteld naar drie nieuwe stallen voor meer dan 5.000 varkens. Een lokale actiegroep verzamelde 3.000 bezwaarschriften. Het schepencollege heeft nu opnieuw een negatief advies gegeven met als voornaamste argumenten de verkeersproblemen en de ondermaatse maatregelen tegen geur- en stofhinder. De deputatie moet nu beslissen over de vergunning, maar het is nog maar de vraag hoelang de Nederlandse megastallen kunnen tegengehouden worden.

Varkensfabrieken

“De Nederlandse regelgeving heeft zeker invloed op onze provincie”, zegt Ludwig Vandenhove (sp.a), gedeputeerde van Milieu. “Jaarlijks worden er vijf à tien Limburgse landbouwbedrijven opgekocht door Nederlandse veebedrijven. Het probleem is dat wij als provincie niet dezelfde maatregelen kunnen nemen als in Nederland. Wij hebben die bevoegdheid niet. Er is daarvoor aangepaste regelgeving op Vlaams en misschien wel Europees niveau nodig. Als provincie kunnen wij alleen maar op basis van vastgestelde criteria beslissen of een vergunning kan gegeven worden. En het aantal varkens valt niet onder die criteria. Er moet natuurlijk altijd plaats blijven voor landbouwbedrijven, maar dit zijn geen boerderijen meer maar fabrieken. De varkensbedrijven worden steeds groter en dit lijkt me geen goede zaak voor de volksgezondheid en het milieu.”