Minister Weyts kritisch voor protesten in het onderwijs: "Je gaat toch niet staken tegen ideeën?"

3 onderwijsvakbonden, ACOD, COC en VSOA, starten vandaag in Antwerpen met een reeks actiedagen omdat ze niet te spreken zijn over een rapport dat minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) bestelde.

Het gaat om 70 voorstellen voor de professionalisering van het lerarenberoep van de Commissie van Wijzen, onder leiding van Dirk Van Damme en Paul Yperman. Er werkten verschillende experten, leerkrachten en directeurs aan mee.

Bij de publicatie van het rapport in december, reageerden de vakbonden al kritisch. Dat er nu ook over gestaakt wordt, vindt minister Weyts te ver gaan. "Meestal zijn betogingen gericht tegen beleidsbeslissingen, maar nu gaat men zelfs staken tegen adviezen van een commissie."

"Iedereen heeft het alleen maar over de nood aan hervormingen, maar als je nog maar een voorstel op tafel legt, wordt er al gestaakt."

"Je gaat toch niet staken tegen ideeën, die louter een basis vormen voor politieke discussies", gaat hij verder. "Gaan we binnenkort ook staken tegen een mening? Dit gaat gewoon over een politieke staking. Het is niet juist om leerlingen lesuren te ontzeggen om een politiek statement te maken."

De minister benadrukt dat hij een discussie wil kunnen voeren over de voorstellen. "Dat ze bij de vakbonden eens zeggen waar ze voor zijn, in plaats van enkel waar ze tegen zijn. Ik hoor weinig constructieve voorstellen."

Minister Weyts vraagt verder om vooral "positief vooruit te kijken" omdat er volgens hem ook al heel wat verwezenlijkt is. "De toestand is nog steeds ernstig, bijvoorbeeld door het lerarentekort, maar de toekomst is wel hoopvol. Zo zijn er veel leerkrachten bijgekomen de afgelopen jaren."

Sommige critici vinden dat de Commissie van Wijzen het signaal geeft dat het volledige rapport "te nemen of te laten" is. Dat is volgens de minister niet zo bedoeld.

"Het is wel bedoeling dat de reeks maatregelen een consistent geheel vormt", verduidelijkt hij. "De verschillende voorstellen zijn dus met elkaar verbonden, maar dit is absoluut niet te nemen of te laten in zijn totaliteit. Er zitten ook voorstellen in die ik niet genegen ben."

Zo zegt de minister bijvoorbeeld geen voorstander te zijn van de veelbesproken 38 uren-werkweek voor leerkrachten. "Dat vind ik een minder goed idee. Nu ontstaat de perceptie dat leerkrachten maar 38 uur per week presteren, terwijl veel leerkrachten in de praktijk aan veel meer dan 38 uur komen."

Daarnaast kwam er veel kritiek op het voorstel om ook mensen zonder pedagogische bekwaamheidsbewijzen aan te nemen. "Dat voorstel moet meer soepelheid geven aan directeurs. Zij zullen altijd beslissen over wie wordt aangenomen, afhankelijk van diens kwalificaties", benadrukt de minister.

Daarbij verdedigt hij het voorstel ook. "Het kan zinvol zijn om iemand met veel ervaring les te laten geven. Dat levert nieuwe inzichten op en trekt nieuwe mensen aan. Het is toch beter om iemand met praktijkervaring voor de klas te hebben staan, dan dat er niemand staat?"

"Bovendien heb je vandaag de dag secundaire scholen die bijna grote bedrijven geworden zijn, met honderden personeelsleden", gaat hij verder. "Als je daar een directeur voor aanwerft, moet je die dan nog verplichten om ook een lerarenopleiding te hebben gevolgd? Dat zijn mensen die nooit voor de klas zullen staan."