Direct naar artikelinhoud
InterviewPopulisme

Politicoloog Léonie de Jonge over de opgang van het rechts-populisme: ‘N-VA ploegde het veld om voor Vlaams Belang’

Léonie de Jonge schreef een doctoraat over rechts-populisme.Beeld Wouter Van Vooren

Welke rol spelen de media en andere partijen bij het succes van rechts-populisme? Léonie de Jonge (29) maakte een proefschrift over die vraag. ‘Zelfs als je iemand als Dries Van Langenhove ontmaskert, geef je hem een soort legitimiteit.’

“Het lijkt mij strategisch wel zinvol dat N-VA-voorzitter Bart De Wever Vlaams Belang al voor de derde keer heeft uitgenodigd om over de Vlaamse regeringsvorming te praten”, zegt Léonie de Jonge. “Ik kan me niet voorstellen dat ze tot een overeenkomst zullen komen. Maar de gesprekken zijn belangrijk: mocht De Wever die niet voeren, dan zou dat heel schadelijk zijn voor de democratie. Vlaams Belang heeft immers behoorlijk wat stemmen gehaald. En praten betekent nog niet dat je het cordon doorbreekt.”

De Jonge werkte pas in Cambridge haar doctoraat af en begint in september als assistent-professor aan de universiteit van het Nederlandse Groningen, al woont ze momenteel nog in Luxemburg – ze heeft Nederlandse ouders, maar de Luxemburgse nationaliteit. Voor haar proefschrift onderzocht ze de vraag waarom rechts-populistische partijen meer succes hebben in Nederland en Vlaanderen dan in Wallonië en Luxemburg. “Ik heb dat altijd een boeiende kwestie gevonden”, zegt ze. “Luxemburgers lijken mij namelijk niet per se toleranter of opener dan Nederlanders, bijvoorbeeld.”

Waar ligt het dan aan?

Léonie de Jonge: “Politiek is een kwestie van vraag en aanbod. En de vraag naar rechts-populisme is overal aanwezig. Eén verschil is het aanbod: dat is in Nederland en Vlaanderen veel rijker. Maar ook dat is niet het volledige antwoord, want in Wallonië heb je nu ook de Parti Populaire van Mischaël Modrikamen. Maar die krijgt geen voet aan de grond. En dat komt door de houding van media en gevestigde partijen: zij zijn een soort poortwachters die bepalen welke thema’s en partijen aan bod komen.”

Wie de thema’s van rechts-populisten behandelt, speelt hen in de kaart?

“Dat lijkt zo. In Nederland en Vlaanderen hebben gevestigde partijen rechts-populisten in de kaart gespeeld door thema’s als migratie te politiseren. Onder academici bestaat discussie of de N-VA een rechts-populistische partij is. Ze is niet zo ontstaan, maar een paar N-VA’er hebben dat gedachtegoed en de retoriek wel overgenomen.”

Heeft de gespierde taal van Theo Francken Vlaams Belang in de hand gewerkt?

“Door de vluchtelingencrisis, de aanslagen en de verjonging bij Vlaams Belang moest N-VA wel iets doen. Ze heeft beslist de Francken-lijn te volgen, maar heeft zo het veld omgeploegd waarop Vlaams Belang heeft kunnen oogsten. Een vraag die momenteel ook speelt, is of de sociaaldemocratische partijen hun voordeel kunnen doen met een sterk anti-migratiediscours. En daar is geen bewijs voor. Het is veeleer bewezen dat sociaaldemocraten het gemiddeld niet beter doen als ze rechts-populistische ideeën kopiëren.”

En Denemarken dan? Daar houdt Mette Frederiksen goed stand.

“Zij is niet de grote overwinnaar. Een deel van haar succes is dat de rechts-populistische Volkspartij het niet zo goed heeft gedaan, omdat ze in de regering heeft gezeten en dat haar heeft geschaad. Ik denk dat anti-migratiestandpunten net een van de redenen zijn waarom de sociaaldemocratie in andere landen zo is gekelderd. Alleen in Wallonië en Portugal is dat niet zo. Daar bespelen ze nog altijd hun eigen, economische thema’s.”

Terug naar uw onderzoek: dat media en gevestigde partijen thema’s zoals migratie in de politieke arena brengen, is toch gezond voor de democratie?

“Dat is mogelijk. Ik sluit niet uit dat de democratie in Nederland en Vlaanderen in dat opzicht gezonder is dan in Wallonië en Luxemburg. Een boeiende vraag. Maar het was niet de vraag in mijn proefschrift. Mijn bevinding is dat rechts-populistische partijen geen voet aan de grond krijgen als de media en de gevestigde partijen dat niet toelaten. Uit kwantitatief onderzoek blijkt ook dat het succes van zulke partijen niet toeneemt als het aantal migranten toeneemt, maar wel als de aandacht voor migratie toeneemt.”

Is het geen kwestie van de kip of het ei? Als er geen sterk aanbod is op uiterst rechts, dan haalt die kant van het spectrum uiteraard de media niet.

“Heel moeilijke vraag. Een van de moeilijkste. Maar kijk naar de tijd dat Hans Janmaat opkwam in Nederland, in de jaren 80: die werd nog geboycot door de media. Mede door de liberale VVD met Frits Bolkestein vond de kiezer migratie al wel een belangrijk onderwerp. Daardoor werd de vraag sterker. En tegen de tijd dat Pim Fortuyn opkwam, leverde die zo veel kijkcijfers op dat hij buitenproportioneel veel aandacht kreeg.”

Hebben de media bij ons Vlaams Belang ook in de kaart gespeeld?

“Een mediacordon werkt alleen als het strak wordt aangehouden, en van tevoren goed wordt afgesproken door alle media. Rechts-populisme moet als het ware door media en andere partijen in de kiem worden gesmoord. En dat is in Vlaanderen nooit gebeurd. Naarmate het Vlaams Blok meer invloed en stemmen kreeg, gingen media er steeds genuanceerder mee om. De partij werd genormaliseerd, en dat speelde haar in de kaart.”

Maar ze bleef groeien: of ze nu werd doodgezwegen, ontmaskerd of behandeld als een gewone partij. Dus dat journalistieke paternalisme, waarbij media de kiezers op betere gedachten probeerden te brengen, heeft nooit gewerkt.

“Superinteressant dat u dat zegt. Die evolutie zie je bij veel journalisten in Vlaanderen en Nederland. In Wallonië en Luxemburg is dat totaal anders. Daar ziet de journalist zich als de waakhond van de democratie. Nu, in Luxemburg heb je nog een sterke verzuiling. Eén krant is in handen van de katholieke kerk, een andere in die van de socialistische vakbond. In Nederland en Vlaanderen heeft de commercialisering zich doorgezet.”

Lijkt mij gezonder dan verzuiling.

“Ja, in Luxemburg mag een journalist in zijn eigen bubbel blijven zitten en hoeft hij niet na te denken over wat de lezer wil. Of dat goede journalistiek is, is inderdaad de vraag.”

Hebt u de opmars van Schild & Vrienden gevolgd?

“Uw interview met Dries Van Langenhove is een sleutelmomentje in mijn proefschrift. In De Morgen heeft het cordon lang standgehouden. In De Standaard werd Filip Dewinter in 2004 al geïnterviewd, in De Morgen pas in 2016. Ik heb met veel hoofdredacteuren gesproken, ook met Bart Eeckhout van De Morgen, en hij vindt, zoals al zijn collega’s in Nederland en Vlaanderen, dat de krant moet openstaan voor alle meningen. Dat is een interessante evolutie, want tien jaar geleden was dat niet zo.”

Wat is het probleem met die openheid?

“Dat je zulke stemmen daarmee legitimiteit verleent.”

Wat vond u dan van de Pano-reportage over Schild & Vrienden op de VRT? Die was ontmaskerend en heeft de populariteit van Van Langenhove doen toenemen.

“Ja, zelfs als je iemand als Dries Van Langenhove ontmaskert, geef je hem wel aandacht en een soort legitimiteit.”

Dan zit je toch vast als journalist?

“Het is erg moeilijk. Ik zeg niet dat ik weet hoe het moet. Ik denk dat iedere journalist en iedere redactie dat voor zichzelf moeten uitmaken. Het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken over waar de grenzen zijn. Ik vraag mij ook af of de RTBF die reportage van Pano zou uitzenden. Ik denk van niet. Zij willen uit de buurt van de duivel blijven, zeggen ze zelf. De vraag is of je dat als publieke omroep kunt blijven verantwoorden.”

Tot slot: in een recente tweet schrijft u over het verband dat rechts-populisten proberen te leggen met het christelijke geloof.

“Ja, dat valt de laatste tijd op. En het is merkwaardig. Want mensen die nog naar de kerk gaan, lijken net het minst vatbaar voor rechts-populisme.”

De VRT laat weten dat de RTBF de Pano-reportage over Schild en Vrienden wel degelijk heeft uitgezonden, op 12 september 2018 (een week na de VRT). Met 248.000 kijkers stond het die avond op 6 in de top 20 van best bekeken programma’s in Franstalig België.