Direct naar artikelinhoud
MeToo

Meer meldingen rond seksueel misbruik in de sport: "De problematiek is gigantisch groot"

Dit jaar zijn 45 klachten over seksueel grensoverschrijdend gedrag in sportclubs binnengekomen. Een fractie van de totale problematiek, zo stellen criminologen.Beeld Wouter Van Vooren

45 klachten over seksueel grensoverschrijdend gedrag in sportclubs. Hoewel het aantal meldingen fors stijgt, gaat het volgens criminologen slechts om het topje van de ijsberg. "We kunnen met zekerheid stellen dat dit een onderschatting is."

Sinds januari hebben 45 sporters een klacht ingediend na seksueel grensoverschrijdend gedrag in hun sportclub. Vorig jaar kwamen er in totaal 4 binnen. Alle 74 Vlaamse sportfederaties hebben daarvoor aanspreekpunten aangeduid, zo stelt minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) in Het Nieuwsblad. Het is onduidelijk of het om nieuwe of oudere gebeurtenissen gaat. Ook wordt niet meegedeeld uit welke sporten de meldingen precies voortkomen. Muyters, die eind vorig jaar zes maatregelen naar voren schoof, geeft aan dat de oorzaak van het gestegen aantal meldingen niet te achterhalen valt via de enquête.

“Maar er kan aangenomen worden dat een veelheid van factoren speelt: grotere aandacht in media en politiek, de installatie van aanspreekpunten en de grotere bespreekbaarheid van grensoverschrijdend gedrag.” Muyters stelt ook dat 86 procent van de federaties acties ondernam rond sensibilisering, bijvoorbeeld door vormingen of bijscholingen te voorzien.

Wel moet bijna twee derde van de federaties nog werk maken van zogeheten handelingsprotocollen. Zij omschrijven daarin welke stappen kunnen worden ondernomen bij een vermoeden, onthulling of vaststelling van grensoverschrijdend gedrag. Ook zijn de federaties vragende partij voor de oprichting van een overkoepelend tuchtorgaan, dat sancties en uitsluitingen kan opleggen. In oktober zal hierover binnen de Vlaamse Sportfederatie worden gesproken.

Schaamte

Criminoloog Tine Vertommen (UAntwerpen/Thomas More), die aangeeft dat volgens onderzoek zowat 17 procent van de minderjarige sporters te maken kreeg met grensoverschrijdend seksueel gedrag, is niet onder de indruk van de cijfers. “Het blijft een peulenschil. We kunnen met zekerheid stellen dat dit een onderschatting is. De problematiek is gigantisch groot. Het gaat in werkelijkheid om duizenden gevallen, van kleine overschrijdingen tot ernstig seksueel misbruik. Vergeet niet dat veel mensen ervoor kiezen om niet te rapporteren. Uit schaamte of schuldgevoelens, maar ook omdat ze vrezen niet te worden geloofd of omdat ze de kanalen nog niet kennen.”

'Het gaat in werkelijkheid om duizenden gevallen'
Criminoloog Tine Vertommen (UAntwerpen/Thomas More)

Vorig jaar kwam de problematiek rond seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport aan de oppervlakte. Voormalig topjudoka Ann Simons getuigde toen over wat zij had meegemaakt tijdens haar carrière en riep samen met andere sporters op om getuigenissen te delen. In de nasleep daarvan zochten tientallen slachtoffers contact met Vertommen. Zij is de drijvende kracht achter het inmiddels voltooide Europese onderzoeksprogramma Voice, waarbij ook verhalen werden verzameld van sporters die te maken hebben gekregen met seksueel misbruik of grensoverschrijdend gedrag.

Drempel

“Er wordt te weinig ingezet op bewustmaking of preventie, zegt Vertommen. “We moeten daar veel harder aan werken. Iedereen die in de sport zit, zou een minimum aan informatie en vorming moeten krijgen. Getuigenissen van slachtoffers kunnen daarbij een geweldige rol spelen. Ik ken er genoeg die zo’n rol willen opnemen. Zij zouden kunnen meegaan naar vormingsavonden of lezingen. Als zij hun verhaal doen, komt de boodschap duizend keer beter over.”

'Er wordt te weinig ingezet op bewustmaking of preventie'
Criminoloog Tine Vertommen (UAntwerpen/Thomas More)

Alle federaties hebben momenteel een centraal aanspreekpunt aangeduid. Zo’n acht op de tien geven ook aan dat ze al stappen hebben ondernomen om dit op clubniveau door te trekken. Juist daar ligt volgens Vertommen de sleutel. “Op dit moment kon er alleen via de federaties worden gewerkt. Maar zij zitten eigenlijk te ver weg om veel meldingen te ontvangen. Een federatiemedewerker loopt niet elke dag in de clubs rond. Kinderen en volwassenen sporten ook niet in de federaties. Er moet nog meer een schakel worden gemaakt naar de duizenden lokale sportverenigingen, zodat daar vertrouwenspersonen komen en de drempel om te melden lager komt te liggen.”