Direct naar artikelinhoud
ColumnOmbudsman

Is de krant divers genoeg?

Is de krant ‘te wit’, van samenstelling of in de berichtgeving? Over de moeizame zoektocht naar meer diversiteit.

Is de krant divers genoeg?

Zijn redacties van kranten en tv te wit? NRC Handelsblad publiceerde afgelopen week een eigen onderzoekje. Conclusie: redacties zijn iets minder wit geworden. Drie jaar geleden waren nieuwsredacties nog voor 96,8 procent wit, nu heeft 94,6 procent van de journalisten een westerse achtergrond. Ook veranderde de houding van hoofdredacties: die vinden vrijwel allemaal diversiteit op hun redacties belangrijk.

De top-3 bestond uit tv-redacties, de kranten scoorden lager. De Volkskrant bleek volgens de hoofdredactie acht redacteuren te tellen van niet-westerse afkomst, een verdubbeling van drie jaar eerder. Dat vergde nog zorgvuldig natellen, want zo simpel is het niet. Alleen de definitie al: het ging om redacteuren in vaste dienst, zzp’ers telden gek genoeg niet mee. Onder ‘niet-westerse migratieachtergrond’ vielen ‘mensen met minstens één ouder die in Azië, Afrika of Latijns-Amerika is geboren, inclusief Turkije, maar uitgezonderd Indonesië en Japan.’

De vraag is wat die cijfers zeggen. ‘Het belangrijkste is dat het perspectief van mensen met een migrantenachtergrond in de krant komt. Dat is vaak ongeacht degene die het schrijft’, zei de hoofdredacteur van deze krant in NRC. Dat valt te hopen. Collega’s van niet-westerse afkomst zouden de redactie kunnen wijzen op blinde vlekken en beschikken hopelijk over netwerken die de verslaggeving ten goede kunnen komen. Maar er hoeft niet automatisch uit te volgen dat zij die onderwerpen in portefeuille krijgen. Dat vindt ook de hoofdredacteur.

Wil de krant lezers van niet-westerse afkomst bereiken, of wil de krant beter berichten over hun wereld? Voor dat laatste is een diversere redactie niet vereist: élke journalist dient zich te verdiepen en verplaatsen in onbekend terrein. Je kunt zelfs betogen dat leden van een groep de minst geschikten zijn om verslag te doen van hun eigen wereld - tegenover hun kennis dreigt gebrek aan verwondering en nieuwsgierigheid van de buitenstaander. En hoe divers moet een redactie zijn? Op welke vlakken?

Begin dit jaar bespraken twee jonge vrouwen van niet-westerse (en deels journalistieke) achtergrond de Volkskrant op de redactie. Ze waren ‘geschrokken’, die dag: op de voorpagina (het was verkiezingstijd) ging het over ‘De strijd om de migrantenstem’. Op foto’s liepen jonge mannen met capuchons door een beregende straat vol flats; op een verkiezingsposter stond het portret van ene ‘Yasin’ (PvdA). ‘Stigmatiserend’, vonden de twee: ‘We weten niet of dit wel migranten zijn.’ Bovendien: ‘Het is altijd migratie, achterstandswijken, islam. Wij zijn al tijden niet meer alleen in achterstandswijken te vinden.’

Het woord ‘migrantenstem’ sprak hen ook niet aan: ‘Ik ben geen migrant, ik ben hier geboren.’ De twee voelden zich meer aangesproken door de verderop gebruikte term ‘de nieuwe generatie’.

Er staan te weinig mensen met een kleurtje in de krant, vonden de twee. Wat vonden ze dan van de leerzame en leesbare rubriek ‘Land van afkomst’ van Robert Vuijsje? Die kenden de twee niet. ‘Maar ik zal eens kijken of ik hem tegenkom op Facebook.’

Tsja.

Stagecoördinator Paul Onkenhout heeft sinds kort de opdracht nadrukkelijker te zoeken naar diversiteit. Probleem: op journalistieke opleidingen is die nauwelijks te vinden. De (geschreven) journalistiek is in sommige groepen geen grote ambitie. Misschien moet de krant buiten de gebaande paden zoeken en zelf initiatief nemen. Maar vreemd is dat wel: bij talent voor journalistiek hoort het vinden van de weg naar een redactie en het lef die te betreden. Maar mogelijk liggen er blokkades die we niet zien.

Het verzoek van de hoofdredactie om desnoods minder streng te toetsen op taalvaardigheid, stuit op praktische problemen, zegt de begeleider: ‘De begeleiding moet dan intensiever, door chefs of anderen. Dat vergt extra tijd en energie die er nauwelijks is.’

Inmiddels heeft de krant een journalist van Syrische afkomst over de vloer. De hoofdredactie zoekt in netwerken voor jonge journalisten en overweegt een eigen opleiding. Een werkgroep gaat zich buigen over de diversiteit van redactie en krant. Dat is al heel wat. Meer dan holle cijfertjes in een grafiek zeggen.

Robert Vuijsje moet vooral doorgaan tot de laatste kandidaat zijn/haar verhaal heeft gedaan. Er was de serie ‘Als vrouw/Als man’, en nog veel meer.

Maar die zelfgenoegzaamheid is natuurlijk de typisch witte blinde vlek, hoor ik critici al briesen. Daarom een lezersvraag: is de krant divers genoeg? Mist u onderwerpen of thema’s die aan diversiteit raken? Stage lopen? Laat het weten (mail: zie hieronder), dan komen we erop terug.

ombudsman@volkskrant.nl

Post van een lezer

Hoezo 'de beste column'?
In de krant van zaterdag 19 mei stond een column met als label ‘De beste column uit The New York Times’. Die column is zo extreem eenzijdig en vol met foute aannames, dat ik niet begrijp dat u deze als ‘beste column’ aanmerkt. Wie bepaalt wat de beste column is en wat zijn de criteria? En waarom is in hemelsnaam deze column als ‘beste column’ aangemerkt?

Richard Greve

Op de column ‘Palestijnen dragen schuld voor ellende in Gaza’ van NYT-columnist Bret Stephens kwamen veel tegengestelde reacties. De term ‘beste’ is altijd arbitrair. Hier had ‘scherpste’ beter gepast, beaamt de chef Opinie. Het ging hem om het ‘afwijkende, maar beredeneerde’ standpunt van Stephens, geen redactioneel standpunt. Het was een reactie op een eerder (in NYT en de Volkskrant) geplaatst stuk van een Palestijnse activist. Daarover is niet één klacht gekomen.