Direct naar artikelinhoud

Blaak pakt ondanks val zege bij WK-wegwedstrijd vrouwen

In de finale van het WK wielrennen kon Chantal Blaak ongestoord demarreren. Terwijl ze halverwege de koers was gevallen, kwam ze tot ieders verrassing als eerste over de streep.

Chantal Blaak op het podium met Katrin Garfoot uit Australië (l) en Amalie Dideriksen uit Denemarken na het winnen van de wegwedstrijd.Beeld anp

In de aanloop naar de WK wielrennen ging het vooral over de drie Nederlandse kopstukken: olympisch kampioen Anna van der Breggen, drievoudig wereldkampioen Marianne Vos en wereldkampioen tijdrijden Annemiek van Vleuten. Met Nederlands kampioen Chantal Blaak hield niemand rekening. Dat bleek zaterdag, tijdens de wegwedstrijd over 153kilometer rondom het Noorse Bergen, een voordeel voor de 27-jarige boerendochter. Ze kon in de finale ongestoord wegspringen uit de kopgroep, terwijl de vier buitenlandse medevluchters Van Vleuten en Van der Breggen niet lieten gaan.

Acht kilometer na haar beslissende demarrage, bij het passeren van de finishlijn, sloeg Blaak vol verbazing de handen voor haar gezicht. 'Ik kan het niet geloven', stamelde ze na afloop. Helemaal omdat ze halverwege de wedstrijd nog gemeen was gevallen. Ze dacht dat haar titelstrijd voorbij was. Haar elleboog zat onder het bloed, ook haar rechterbil lag open. 'Ik zei tegen mezelf: kom op, Chantal. Doorgaan! Dit is de laatste wedstrijd van het seizoen.'

Blaak, opgegroeid op de Zuid-Hollandse eilanden, begon bij toeval met wielrennen, nadat ze had meegedaan aan een zogeheten Dikke Banden Race. Op haar website noemt ze zichzelf 'Station Blaak', een renner die 'van halte naar halte, en van koers naar koers fietst'.

In 2009 won ze het Europees kampioenschap voor vrouwen onder de 23jaar, ze zegevierde in 2015 in Gent-Wevelgem, won een jaar later de Holland Ladies Tour en werd afgelopen zomer Nederlands kampioen op de weg. Met haar wereldtitel stapt ze nu in één klap uit de schaduw van Marianne Vos, Anna van der Breggen en Annemiek van Vleuten.

Haar maatje Lucinda Brand typeert 'Blakie' als 'een monster', iemand met 'een gigantische motor', met de Van Brienenoordbrug in Rotterdam als favoriete trainingsbeklimming. Eigenzinnig is ze ook. Ze onderbrak haar verblijf in Noorwegen afgelopen week. Brand: 'Na de ploegentijdrit van zondag vloog Chantal direct naar huis om donderdag pas in Bergen terug te keren. Ik zei nog: 'Blijf gezellig hier'. Maar ze weet wat goed voor haar is. Dat had ze kennelijk nodig, even weg uit de hectiek hier.'

Blaak op het podium met haar gouden medaille.Beeld anp

Terug in Bergen hoorde Blaak tot haar verbazing allerlei voetbalmetaforen voorbijkomen in de teambespreking. Een ideetje van bondscoach Thorwald Veneberg. 'Al die traditionele wielertermen als kopman, beschermde renner, zijn toch ook maar zo saai voor die meiden.'

Totaalfietsen noemde Veneberg de tactiek, een knipoog naar het totaalvoetbal van Nederland op het WK 1974. En niet alleen de spitsen mochten scoren, ook de middenvelders. Wout Poels, meesterknecht van Chris Froome, was ook aangeschoven. Hij wilde dat weleens meemaken, zo'n meeting bij de vrouwen. Bijna in shock had hij de zaal verlaten, lachte Veneberg. 'Bij Sky is het natuurlijk alle ballen op Froome. Zoveel vrijheid voor renners, daar had hij nog nooit van gehoord.'

Het idee om zonder specifieke kopvrouw te starten had Veneberg op het EK, anderhalve maand geleden, opgedaan. 'We hebben zo veel goeie renners. We moeten er gewoon voor zorgen dat er iemand van ons in de goede groep zit. Wie dat is, hangt af van het koersverloop.'

Ik zei tegen mezelf: kom op, Chantal. Doorgaan! Dit is de laatste wedstrijd van het seizoen

Door te vertrouwen op de professionaliteit van de vrouwen en voor een goede sfeer te zorgen, lukte het hem er een eensgezinde ploeg van te maken. Blaak zei na afloop: 'Als iedereen het gevoel heeft dat hij kan winnen, krijg je ook een veel gemotiveerdere groep. Dat is onze kracht geweest.' Veneberg is een moderne coach. Hij vraagt renners om input, spart met ze, schetst de grote lijnen en hoeft daarna alleen nog maar, wat hij noemt, 'de knopendoorhakker' te zijn.

In de finale was er zo'n moment waarop hij snel moest beslissen. Blaak zat voorop met de Française Audrey Cordon-Ragot en de Britse Hannah Barnes, maar het was de vraag of ze die laatste in een rechtstreeks duel zou kunnen verslaan.

Via het communicatiesysteem vroegen Van Vleuten en Van der Breggen: 'Mogen we oversteken?' Het bevestigende antwoord van Veneberg was het sleutelmoment in de koers, want met drie oranjevrouwen in een groep van zeven was het een kwestie van het spel om beurten aanvallen goed uitspelen. Blaak maakte schrander gebruik van het feit dat de vier buitenlanders vooral oog hadden voor Van Vleuten en Van der Breggen.

Na afloop gaf Van der Breggen toe dat ze zelf graag had gewonnen: 'Ik was goed, weer een kans voorbij'. Een soortgelijke tekst klonk uit de mond van Van Vleuten. Maar beiden gunden Blaak nadrukkelijk haar succes. Het tekende de vooraf betwiste opofferingsgezindheid binnen de ploeg. En tegelijk ook de volwassenheid van deze generatie renners.