Direct naar artikelinhoud
Concertrecensie

Elton John in het Sportpaleis: een waardig afscheid ★★★★☆

Elton John tijdens zijn afscheidstournee in het Sportpaleis.Beeld Alex Vanhee

I guess that’s why they call it the farewell tour. In tegenstelling tot letterlijk àlle andere supersterren begon Elton John zijn show een uur vroeger, namelijk om 19.30 – wie niet goed op de kleine lettertjes op zijn ticket had gekeken, miste het eerste uur van het concert.

Het mag gezegd dat Elton John revolutionair was: hij was de eerste popartiest (ik vergeet rock ’n rollers van het eerste uur Jerry Lee Lewis en Little Richard even) die bewees dat een zittende pianist toch een charismatische frontman kan zijn, en zette zo de deur wijd open voor Billy Joel en dozijnen mindere goden. En de lijst van popsterren die meer hits scoorden is kort.

Elton speelde bijna tweeëneenhalf uur lang – geen sinecure voor een vadsige man van zijn leeftijd. Hij leek het belangrijk te vinden om ons een carrièreoverzicht in te prenten, en speelde bijna alles wat je wilde horen. En wie zoals ik de laatste jaren thuis geen Elton John meer speelde en niet naar radio Nostalgie luistert, dacht toch onwillekeurig ‘Oh ja, da’s waar, da’s ook al van hem’: ‘Border Song’ (hier gepresenteerd als anti-racisme en pro vive la difference hymne), ‘Take me to the pilot’, ‘Tiny Dancer’, ‘Philadelphia Freedom’, ‘Love lies bleeding’, ‘The bitch is back’, ‘Burn down the mission’, ‘Daniel’, ‘Rocket Man’ (de song met de meeste dubbele bodems uit de popmuziek van de seventies – ‘high as a kite’, ‘I’m a rocket man’, ‘I’m not the man they think at home’…), ‘Someone saved my life tonight (‘Dit is de meest persoonlijke van alle songs op ‘Captain Fantastic’’)… Je kan van een oeuvre spreken.

Op het videoscherm trokken nu eens politiek correcte, dan weer nostalgische en idiote beelden voorbij: het ene moment uitgemergelde kinderen in de derde wereld, vijf minuten later beelden van de jonge flamboyante Elton als eend, als zilveren gordijn, als travestiet, als Napoleon en als Lodewijk XIV. En tijdens ‘Candle in the wind’ kregen we een nep Marilyn Monroe te zien die archiefbeelden van de echte Marilyn naspeelde – wellicht waren de rechten van die archiefbeelden te duur.

De Belgen kregen geen ‘Just like Belgium’ – het was wat te lastig om dat te repeteren voor één concert en da’s niet erg want het is geen goed nummer. De Belgen kregen wel een dankwoord: dat we loyaal waren en goede smaak hadden en dat hij nooit zou vergeten dat hij hier altijd welkom was. De Belgen beloonden Elton vanavond met (ik overdrijf niet) 17 staande ovaties. En ‘Sorry seems the hardest word’ kreeg het luidste herkenningsapplaus – dat zegt iets over de samenstelling van het publiek.

Elton hield ook een lange speech over aids en minderheden en hoe we van dat stigma af moesten en hoe kotsbeu (‘sick and tired’) hij de brexit wel was: ‘Ik ben een Europeaan, géén kolonialistische, imperialistische Engelsman!’ Waarop vijf minuten beelden van Elton de filantroop volgde. En Elton de society queen: Elton met Mandela, Elton met prins Harry, Elton met Lady Di, Elton met Obama, Elton met Bart Simpson… Hij verwees ook naar zijn cocaïnejaren (toen hij tijdens een optreden in openlucht zijn manager opdroeg ‘de wind wat zachter te draaien!’)

Elton John in het Sportpaleis: een waardig afscheid ★★★★☆
Beeld Alex Vanhee

Minpunten? Al bij al kregen we gelijke delen kunst en kitsch, al zullen mensen die van kitsch zoals ‘I’m still standing’ houden beweren dat dat geen kitsch is. Maar toch, soms neigde de show wat naar Barry Manilow meets Liberace – Elton heeft niet voor niets een lange residence in Las Vegas achter de rug. Percussionist en hofnar Ray Cooper moet van mij niet àlle songs aan flarden trommelen, bij de meer subtiele zou iemand zijn handen op de rug moeten vastbinden. En in heel wat songs zong iemand anders de hoge falsetpartijen van weleer (‘Dà-niel you’re a…’, ‘Bènnie!’, enzovoort). De flow en subtiliteit van de meest melodieuze hits werd ook wat geschaad doordat Elton altijd diep moest ademhalen voor hij de volgende strofe aankon. Al gebiedt de eerlijkheid te benadrukken dat hij voor een man 72 zeer goed bij stem was, vreemd genoeg beter dan op z’n vorige toernee, toen hij nog drie jaar jonger was.

De set ging netjes crescendo: meezinger ‘Don’t let the sun go down on me’ sloot af, en als eerste bis kregen we een naar mijn gevoel wat rammelend ‘Saturday Night’s alright for fighting’, traditioneel een showcase voor meestergitarist Davey Johnstone, maar die was er wegens rugklachten niet bij. Het definitieve slotakkoord was even voorspelbaar als onverwoestbaar: ‘Goodbye yellow brick road’.

Er zijn artiesten die waardig oud worden, artiesten die hun haar verven, en artiesten voor wie de uitvinding van hairweaving een zegen was. Ik ben nog even blijven wachten in geval zijn hairweaving-toupetje nog een derde bisnummer zou geven, maar Elton John was nog voor het publiek het Sportpaleis uit en racete in een anoniem busje naar zijn volgende concert. Als Reginald Dwight zich aan zijn woord houdt (ter vergelijking: Cher begint nu aan haar 1476ste afscheidstournee, en zij is in tegenstelling tot Elton geen wispelturige, manisch-depressieve, onrustige tantrum queen) was dit concert de afsluiting van een tijdperk en een waardig afscheid.

Toch nog dit: de briljante man waaraan Reg alles te danken heeft, was niet op het podium te zien – geen Elton zonder Bernie Taupin. Diens songteksten gaan op de radio en andere dragers wellicht nog een eeuw op afscheidstournee.

Elton John in het Sportpaleis: een waardig afscheid ★★★★☆
Beeld Alex Vanhee