Direct naar artikelinhoud
Taal

Bij plaatsbepalingen bepaalt hoog of laag vaak het voorzetsel: op of in

Bij plaatsbepalingen bepaalt hoog of laag vaak het voorzetsel: op of in
Beeld ANP

Vorige week ging ­deze rubriek over ‘op Urk’ en ‘in Urk’. Dat onderwerp leverde veel mailtjes op met ­vergelijkbare gevallen.

Zo wees een lezer erop dat niveauverschillen elders in het landschap eveneens aanleiding kunnen zijn om bij een plaatsnaam op te gebruiken in plaats van in. Als voorbeeld noemde hij ‘t Harde in de gemeente Elburg. Mensen van ­elders komen weliswaar op bezoek ‘in ‘t Harde’, maar veel lokale bewoners zeggen dat ze ‘op ‘t Harde’ wonen. Volgens hem ­berust die gewoonte op kennis van de historie: ‘De oude weg van Elburg naar Tongeren en Epe liep eerst door een drassig veengebied. Bij ‘t Harde kwam je op hogere en ­hardere zandgrond’.

Het verschil tussen hoog- en laaggelegen zie je ook terug in andere plaatsbepalingen: mensen wonen ‘in de Betuwe’, maar ‘op de Veluwe’, dat een stuk hoger ligt.

Plein is een geval apart: je woont er altijd aan, soms op, maar nooit in

Ook in een stad zijn er soms hoogteverschillen. Volgens een lezer uit ­Arnhem verklaart dit dat zijn stadgenoten ‘op Klarendal’, maar ‘in het Spijkerkwartier’ wonen. Een andere lezer mailt dat Rotterdammers, anders dan Amsterdammers die ‘in Zuid’ ­wonen, vaak zeggen dat ze ‘op Zuid’ wonen. Dat zou komen doordat Zuid vroeger een eiland was.

Waar je huis staat

Het verschil tussen op en in strekt zich zelfs uit tot waar je huis staat: je woont in een straat, steeg of laan, maar op een dam, dijk, kade, singel, wal, boezem of boulevard, zelfs als zo’n dam of dijk allang niet meer als zodanig herkenbaar is omdat de ooit aanpalende watergang is gedempt.

Plein is een geval apart: of zo’n plek nu hoog of laag ligt, je woont er altijd aan, soms op, maar nooit in.

Grammaticale geschillen, etymologische enigma’s en andere taaltwijfels, voor u opgehelderd door Peter-Arno Coppen en Ton den Boon. Zelf een taaltip, mail aan tdb@taalbank.nl.