Na de cash for car-regeling, waarbij je de bedrijfswagen kan inruilen voor extra loon, voert de regering een tweede maatregel in om bedrijfswagens aan te pakken – zonder rechtstreeks aan de fiscale voordelen te raken. Werknemers kunnen hun wagen inleveren in ruil voor een mobiliteitsbudget dat ze zelf mogen invullen. De invoering hangt af van de bedrijven. Ook werknemers die nog geen bedrijfswagen hebben, zoals startende jongeren, komen in theorie in aanmerking voor zo’n budget.

De waarde van het mobiliteitsbudget wordt berekend op basis van de reële kost van de bedrijfswagen. Iemand die verder van het werk woont, krijgt een hoger bedrag omdat ook brandstofverbruik en onderhoud worden meegerekend. Het budget kan besteed worden aan een milieuvriendelijkere auto en/of duurzame vervoermiddelen- en diensten, zoals fietsen, tickets en abonnementen voor het openbaar vervoer of deelsystemen. Opties combineren is mogelijk. “De keuze ligt bij de gebruiker”, zegt vicepremier Kris Peeters (CD&V). “Als het mobiliteitsbudget niet volledig op is, wordt de rest als loon uitbetaald op het einde van het jaar.”

Op dat restloon is alleen sociale zekerheid verschuldigd, geen personenbelasting. De auto is fiscaal even gunstig als de huidige bedrijfswagen, de andere vervoers-opties zijn volledig vrijgesteld van sociale en fiscale lasten.

Volgens Bond Beter Leefmilieu gaat het mobiliteitsbudget niet ver genoeg: “Het is goed dat de regering mensen uit de bedrijfswagens wil halen, maar er moet ook een rem worden gezet op de groei van het aantal bedrijfswagens. Anders blijft het dweilen met de kraan open.” (tvd)