Direct naar artikelinhoud
WetenschapFactcheck

Wie veel appt, spelt beter – Klopt dit wel?

Berichten verspreiden zich razendsnel, of ze nu kloppen of niet. Wij proberen de zin van de onzin te scheiden. Vandaag: wie veel appt, spelt beter.

Wie veel appt, spelt beter – Klopt dit wel?
Beeld ANP XTRA

Van wie komt die claim?

‘Hey, ff w88 kmoet etuh, brb hvj 4ever xx <3’: sommigen vinden het pure taalverloedering. Taalonderzoeker Lieke Verheijen van de Radboud Universiteit Nijmegen ziet dat anders. Zij concludeert in haar promotieonderzoek: ‘Jongeren die sociale media op een actieve en talig creatieve manier gebruiken, schrijven juist schoolteksten van hogere kwaliteit.’ Onder meer nu.nl, DeTelegraafRadio 2 en Lindanieuws berichtten over het onderzoek.

Klopt het?

Op basis van twee onderzoeken claimt Verheijen dat jongeren die actief appen niet slechter schrijven op school. In de eerste studie vergelijkt zij korte schoolteksten van zo’n 340 leerlingen met enquêtes waarin jongeren hun eigen mediagebruik inschatten. Uitkomst: wie meer sociale media gebruikt, schrijft beter op school, mits de jongeren zelf veel berichtjes schrijven. Zij die vooral lezen, schrijven juist slechter op school.

Maar bij deze methode plaatst Daniel Janssen, universitair hoofddocent communicatie- en informatiewetenschappen bij de Universiteit Utrecht, enkele vraagtekens. Ten eerste vergelijkt Verheijen sociale-mediateksten met schrijfteksten door gebruik te maken van een computerprogramma dat teksten in de eerste plaats analyseert op moeilijkheid. Dit vertaalt zij een-op-een naar schrijfvaardigheid. ‘Een moeilijke tekst schrijven is wel een vaardigheid, maar een goede schrijver kan zich ook eenvoudig uitdrukken. ‘Moeilijker is altijd beter’ is dus wat te simpel,’ aldus Janssen. Volgens Verheijens promotor Wilbert Spooren, hoogleraar taal en communicatie in Nijmegen, valt de aanpak wel te verdedigen. ‘Het kan altijd genuanceerder, maar er zijn in de literatuur aanwijzingen dat er een verband is tussen kenmerken van taalmoeilijkheid en rapportcijfers voor betere schrijfvaardigheid.’

Nog twee punten van kritiek van Janssen: zelfgerapporteerde enquêtedata over eigen mediagebruik zijn discutabel en op basis van één geschreven tekst kun je nog moeilijk iets concluderen over de schrijfvaardigheid van een leerling. Voor een betrouwbaar oordeel heb je minstens drie of vier teksten nodig, aldus Janssen. Volgens Verheijen is het meetinstrument wel gevoelig genoeg om verschillen tussen schoolniveaus en leeftijdsgroepen te constateren.

Uit dit eerste onderzoek valt niet te concluderen dat jongeren beter schrijven op school omdat ze meer typen op sociale media. Het kan immers ook zo zijn dat beter schrijvende jongeren meer typen op sociale media, geeft Verheijen ook aan in haar proefschrift.

Het tweede onderzoek toont volgens het persbericht van de universiteit wel zo’n causaal verband aan: ‘Verheijen vond dat actief Whatsapp-gebruik een directe positieve invloed op spelling in schoolteksten heeft: vooral bij tieners.’ Hierbij deed Verheijen een experiment met ruim vierhonderd jongeren. De ene helft moest een kwartiertje mandala’s inkleuren, de andere helft whatsappen. Uiteindelijk bleek de laatste groep iets minder spelfouten te maken in een schrijftaak. ‘Eén kwartiertje appen maar,’ reageert Janssen, ‘en bovendien gaat het om slechts één tekst.’ Een extra controlegroep had de conclusies ook kunnen versterken. Want oké, appen pakt beter uit voor de spelling dan kleuren, maar is het ook beter dan een andere activiteit waarbij je met taal bezig bent, zoals met elkaar praten? Verheijen heeft dit weliswaar geprobeerd in proefstudies, maar dat bleek praktisch lastig. ‘Met praten werd het te druk en werden de appers teveel afgeleid.’

Promotor Wilbert Spooren vindt de methodologische keuzes van het onderzoek goed te verdedigen, maar de conclusie van het persbericht en sommige media wel te stellig. ‘Op de vraag of appen goed voor je is, kun je volgens mij geen positief antwoord geven. Ik beschouw dit als een aanzet tot vervolgonderzoek.’

Eindoordeel

Wacht nog even op de uitkomsten van vervolgonderzoek voordat u uw (klein)kinderen sommeert extra te appen voor een beter schoolrapport Nederlands.