Direct naar artikelinhoud
Opinie

Sarah Sluimer reageert in dit opiniestuk op #metoo: We beschermen ze, de mannen

Schrijver Sarah Sluimer reageert op #metoo en de commotie over seksueel geweld tegen vrouwen.

Harvey Weinstein, links, met designer Georgina Chapman, zijn echtgenote die sinds kort van hem wil scheiden, tijdens de feestelijke uitreiking van de Oscars in februari dit jaar.Beeld epa

De eerste man. Hij deelde driftig zijn weerzin tegen Weinstein op social media. Ik appte hem. Het schuurt, zei ik. Het schuurt dat er zoveel verhalen over jou en onwillige vrouwen in nachttreinen en op dansvloeren de ronde doen. Het schuurt dat ik ooit met je werkte en me toen regelmatig ongemakkelijk voelde bij de toon van je nachtelijke smsjes en ellenlange mails. Iets dwingerigs, iets hijgerigs.

Ik kreeg antwoord. Het was een bewustwordingsproces. Het lag aan de verdovende middelen. Meerdere vrouwen hadden hem de laatste tijd erop aangesproken. Hij was nog geen heilige, maar deed zijn best.
En dat was alles. De nadruk op zíjn proces. Een vraag om begrip, een vraag om tijd. Geen schaamtevolle belofte onmiddellijk te stoppen met drugs en grensoverschrijdend gedrag. Het was zo zwaar voor hém, zo zwaar allemaal. Ik heb hem niet meer terug geappt, ik weet niet waar te beginnen.

Deze man, het centrum van het universum.

Hij was nog geen heilige, maar deed zijn best - en dat was alles

Heet applaus

De tweede man. Hij schreef een ellenlang betoog op Facebook en publiceerde het daarna vanwege eclatant succes op een opiniewebsite. Hij schreef dat hij het Weinsteingedrag in zijn carrière vaak was tegengekomen en dat hij vanaf nu echt iets ging zeggen als het onder zijn ogen gebeurde. Dat hij namen wist van foute mannen, en dat hij die de volgende keer, echt waar, zou noemen. Dat de vrouwen niet meer bang hoefden te zijn. Vanaf nu, ja vanaf nu, zou hij naast ons staan.

En dat was het. En hij kreeg een heet applaus. Huilende vrouwen, dankjewel! Dankjewel, jij held! En ik dacht: de volgende keer, ja altijd de volgende keer. Maar voor nu kent hij de namen en wil hij ze niet delen, omdat hij ze toch, net als iedereen, wil beschermen: de mannen die vrouwen zoveel ellende berokkenen.

Hij is een ridder in een plastic harnas, met een houten zwaardje. Stralend badend in de goedkeuring, zo makkelijk gekregen.

Deze man, het centrum van het universum.

Hij is een ridder in een plastic harnas, met een houten zwaardje

Pakezeltjes

De derde man, hij is een vriend. Ik stond eens met hem in de kroeg. We hadden een discussie, over mannen en vrouwen. Over seks en verkrachting, de grens, het verlangen. Het liep uit de hand. Ik ging naar huis, boos. Vlak voor mijn deur greep een man me in mijn kruis. De ironie, oh de bittere ironie. Weken later, een ander moment in een andere kroeg. Dezelfde vriend van toen zei tegen me, beschaamd: 'Eigenlijk geloofde ik je toen niet en dacht ik dat je die aanranding verzon om je argumenten kracht bij te zetten.'

En ik zei: 'Dat wist ik wel.' En ik zei: 'En het ergste vind ik dat ik er nog een zeker begrip voor heb ook. En dat ik me vooral schaam dat ik, juist op zo'n avond, met zo'n verhaal moet komen. Alsof ik jou er mee lastig val.' Hij begreep het, hij zag de weeffouten in het systeem. Maar ook deze man was, toen hij dat dacht, het centrum van het universum.

En dan zijn wij er. De vrouwen. De vrouwen die wederom met de billen bloot moeten. Kijk, mannen, #metoo zetten we op social media. Ik ook, zie je, aan mij zaten ze ook. En mannen zetten treurige smileys onder ons relaas en ze zeggen geschokt te zijn. En daar blijft het dan ook bij. Als brave meisjes leggen we het martelaarsjuk weer op onze schouders. We laten de wereld niet weten wíe precies ons in een hoekje dreef, want dat wil uiteindelijk niemand weten. Want de daders zijn altijd iemands baas. Of een beste vriend. Of een man van wie je nog geld krijgt. Of iemand met een stevige positie binnen onze samenleving.

Dus als pakezeltjes sukkelen wij vrouwen door: me too. En ja, me too. En we zijn met de meest miezerige solidariteitsverklaring van een man al gelukkig. Dankjewel. Wat fijn dat jij niet zo bent. Dankjewel, jij, dankjewel. We beschermen ze, de mannen. De eerste man, de tweede man, de derde man. Ze trekken in een stoet voorbij en leggen steeds een steentje op de stapel op je rug.

Sarah Sluimer is schrijver, interviewer en dramaturg. 

Als brave meisjes leggen we het martelaarsjuk weer op onze schouders