Thuiswerken redt levens

themabeeld. © An Nelissen

Als het aantal telewerkers verdubbelt, daalt 4 procent van de woon-werkverplaatsingen. Bovendien zouden er elk jaar 25 doden minder vallen op onze wegen. Dat blijkt uit een nieuwe studie van Vias institute (het vroegere BIVV) .

pom

De Belg legt gemiddeld 6 procent meer kilometers per jaar af dan de Nederlander en 9 procent meer dan de Fransman, terwijl de oppervlakte van ons land veel kleiner is. De woon-werkverplaatsingen zijn goed voor ongeveer 25 procent van het totale aantal afgelegde kilometers en voor twee derde van de spits-kilometers. Tegen 2030 dreigt een daling met 25 procent van de snelheid tijdens de spitsuren door het toenemende verkeer.

Een van de middelen tegen de files is telewerk. In België is het aantal bedrijven waar telewerk kan vrij beperkt. Slechts 18 procent van de werkgevers met meer dan 100 werknemers bieden telewerk aan hun werknemers aan. Gemiddeld 8 procent van de werknemers telewerken minstens één dag per week. Bij bedrijven die telewerk aanbieden heeft 33 procent van de werknemers een job die in aanmerking komt hiervoor. Het potentieel om meer mensen te laten telewerken is dus zeker aanwezig.

Dit zijn de concrete gevolgen van telewerk op het verkeer: Voor elke tien telewerkers zijn er vijf auto’s minder op de weg en dus in de file. Als we van acht naar zestien procent telewerkers gaan, vallen er jaarlijks 25 doden en 220 zwaargewonden minder.

10 voorstellen om telewerk aan te moedigen:

  1. Bedrijven aanmoedigen tot telewerkbeleid, door gecentraliseerde informatie over telewerk volgens de sector.
  2. Kleine bedrijven begeleiden. Die tellen namelijk slechts 4 procent telewerkers.
  3. De populariteit en zichtbaarheid van telewerk in ons land verhogen.
  4. Een internetsite ontwikkelen rond telewerken.
  5. Beter meten voor een betere begeleiding. Het is vandaag moeilijk om te weten hoeveel telewerkers en getelewerkte dagen er exact zijn.
  6. Gedecentraliseerd werk in een satellietkantoor aanmoedigen.
  7. Telewerk tijdens de spitsuren aanmoedigen om zo het vertrek naar het werk naar later te verschuiven.
  8. Een mobiliteitsaanbod creëren dat overeenkomt met de nieuwe flexibele werkvormen.
  9. Innovaties en technologische ontwikkelingen steunen die het mogelijk maken om het woon-werktraject te vermijden, te verminderen of zelfs te optimaliseren.
  10. Het fiscale en wettelijke kader aanpassen aan de economische realiteit en de behoeften van de bedrijven.