Sportarts waarschuwt: "Check je gezondheid voor sportwedstrijden", directeur Vlaamse Kruis roept op altijd te reanimeren

Waar de 2 halve marathonlopers mee kampten die vandaag gereanimeerd werden tijdens het EK in Leuven, is nog niet duidelijk. De Nederlander die vorige week zaterdag stierf tijdens de Ronde voor wielertoeristen leed aan hartfalen. "Iets wat altijd mogelijk is als je zo'n prestatie levert, professioneel of recreatief. Zelfs als je op voorhand een test hebt afgelegd", duidt sportarts Luk Buyse. 

Toch is het belangrijk dat zulke testen wel gebeuren, benadrukt hij. "De vragenlijst van Sportkeuring - waar vragen gesteld worden over leeftijd, voorgeschiedenis, familiale geschiedenis... - geven al een goede indicatie of je een risicopersoon bent of niet." 

Als je een risicopersoon bent, is het aangeraden om naar de huisarts of sportarts te gaan, die je dan kan doorverwijzen naar een specialist die testen kan uitvoeren.

Voor de volle 100 procent uitsluiten of je een grotere kans hebt op hartfalen of niet, is niet mogelijk. "Maar je kan het risico wel flink inperken." 

"Het is onze rol als organisator om mensen op voorhand bewust te maken van het risico van zo'n sportieve inspanningen", klonk het bij Gert Van Goolen, de organisator van We Ride Flanders. "Wie twijfelt aan zijn fysieke conditie, moet vooraf een arts of sportarts raadplegen. We communiceren hierover bij de inschrijving."

Is die communicatie voldoende of is het aan organisatoren van sportevenementen om een attest te verplichten? "Dat idee is zeker interessant", zegt Goedele Van Campfort, directeur van het Vlaamse Kruis. "Sportevenementen raken steeds sneller uitverkocht en iedereen wil (extreem) sporten, maar het is belangrijk om je medische achtergrond te kennen. Het zou dus zeker helpen als er meer controle zit op het proces." 

Dat zegt ook sportarts Buyse: "Een verplichting is niet nodig, maar verschillende medische partners werken in Vlaanderen aan een draaiboek met advies voor deelnemende sporters".

Verder benadrukt Van Campfort dat het belangrijk is om in precaire situaties als omstaander zo snel mogelijk te helpen. "Vaak weten mensen niet meer zeker hoe ze best reanimeren, maar geloof me: iets doen is altijd beter dan niets doen. Zeker die eerste 10 minuten zijn cruciaal en net dan is de ambulance nog onderweg."

"Als de ambulance aankomt en er is nog geen actie ondernomen, weten de hulpverleners al dat de kans klein is dat het slachtoffer er niks aan overhoudt. Het is belangrijk dat er zuurstof naar de hersenen gaat. Dat kan enkel door snel te reanimeren." 

Dat omstaanders steeds sneller hun smartphone bovenhalen om de situatie te filmen, zorgt er volgens Van Campfort voor dat mensen niet durven helpen omdat ze schrik hebben dat alles op beeld te herbekijken is.

"Toch moet je het durven om gewoon te starten. Als je al gestart bent met hartmassage, gaan de hulpdiensten - en de persoon zelf natuurlijk - je heel dankbaar zijn."