© Jeroen Hanselaer

COLUMN. “Ouderschap… het is vaak een oefening in hypocrisie”

Schrijver Jeroen Olyslaegers, winnaar van de Fintro Literatuurprijs, kijkt wekelijks met een saterblik naar zijn thuisstad Antwerpen.

“Ik vertrek, papa”, zegt mijn tweeëntwintigjarige zoon.

“Dat is goed, jongen.”

“Ik vertrek volgende week.”

Ik probeer mijn vaderlijke cool te houden. We zijn ergens in november vorig jaar en ik zeg, gelijk een onnozelaar die niet op iets beters kan komen, dat het koud is. Er zijn een hele resem waarschuwingen, bezweringen en angstkreten die in me opborrelen, maar waar ik geen woorden aan wil of mag verbinden. Hij is volwassen, denkt ge dan, en hij staat of gaat waar hij wil. Maar het gaat niet over staan of gaan, het gaat over fietsen, het gaat over fietsen op een ‘brakke fiets’ (zijn woorden), dag in en dag uit tot hij zijn einddoel heeft bereikt dat ‘Barcelona’ heet. Godmiljaar, waarom in ’s hemelsnaam? Nee, dat roep ik ook niet. Ik zeg een paar banaliteiten en kuch er wat tussendoor. Die avond nog stuur ik hem een sms waarin ik zeg ‘fier’ te zijn. Wat moet ge anders?

En hij houdt woord, verdomme. Een week later is hij vertrokken. Ik zit in mijn zetel - zie me daar zitten - en ik ben angstvisioenen van mij aan het afslaan gelijk ene Sint-Antonius ooit in de woestijn de ene na de andere demon probeerde af te weren. Ten einde raad schrijf ik er iets over op Facebook en een uur later voel ik me een onnozelaar. Er zijn namelijk nog jongeren die op avontuur vertrekken, hoor ik van alle kanten, en het is alsof ik dat zelfs niet wist te vatten. Mijn zoon wil zijn horizon verbreden. Er is meer in de wereld te koop dan deze stad. Ah ja? Denk ik dan. Flauwekul! Maar hij heeft natuurlijk gelijk. Meer nog, ik heb hem dat zelf heel de tijd voorgehouden. Ouderschap… het is vaak een oefening in hypocrisie, maar daar moeten we dringend een vriendelijker woord voor vinden.

En hij houdt vol. Mijn moeder, die niet op Facebook zit om zijn veel te spaarzame berichten te lezen, krijgt van mij telkens een sms. Hij is allicht Parijs voorbij! Zijn eerste vijfhonderd kilometer! Lyon voorbij! Aan de voet van de Pyreneeën!

Wie is hier de zot?

Mijn angst geraakt door echte fierheid overwoekerd. Ik begin over hem te stoefen, gelijk de vader van een sporter allicht doet, maar ik zeg altijd tegen mijn toehoorders dat hij ‘zot’ is. Maar wie is hier de zot? Terwijl hij fietst in regen en wind, denk ik daarover na, zittend op mijn gat.

En dan is het zover: een paar dagen voor kerst bereikt die koppigaard Barcelona en zet een foto van zijn fiets op Facebook. En ik denk: op dat ding? Ja, dat is inderdaad een ‘brakke fiets’. Totale waanzin om dat te doen in dit seizoen, zonder training of wat ook, puur op wilskracht. Zijt ge mijn stoefen nog niet beu, o lezer? Mijn vrienden al wel, geloof ik. Ik heb mijn zoon al jaren eerder als een volwassen man bestempeld, maar misschien was dat te vroeg.

Het gaat niet over u, Jeroen, had een vriendin me streng toegesproken. Ze heeft gelijk. Maar niet helemaal. Weten dat uw zoon iets heeft gepresteerd wat ge nauwelijks durft te overwegen om zelf te doen, dat maakt toch een groot verschil in mijn vaderhart. Vanaf nu heb ik daar een woord voor: Barcelona. Moge hij de wereld ontdekken, wie weet besmet hij zijn vader wel.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER