Direct naar artikelinhoud

Trump-campagne gebruikte gegevens 50 miljoen Facebookgebruikers om stemgedrag te beïnvloeden

Opnieuw is duidelijk geworden dat de Trump-campagne op een sluwe manier gebruik heeft gemaakt van Facebook om de emoties van miljoenen Amerikaanse kiezers te beïnvloeden. Facebook heeft lange tijd gedaan of zijn neus bloedde.

Beeld van een Facebook-conferentie in Brussel, in januari van dit jaar.Beeld reuters

Onder valse voorwendselen kon het bedrijf Cambridge Analytica, opgezet door Trump-financier Robert Mercer en geleid door Trump-adviseur Steve Bannon, aan de Facebook-gebruikersprofielen komen van 50 miljoen Amerikaanse kiezers, zonder dat die daar erg in hadden. Deze gedetailleerde persoonlijkheidsgegevens waren bedoeld om de kiezers te bestoken met gerichte psychologische boodschappen om hun stemgedrag te beïnvloeden.  

'We gebruikten alles wat we over hen wisten, en mikten op hun innerlijke demonen', zegt klokkenluider Christopher Wylie in een artikel van The Observer dit weekeinde. Die krant onthulde nieuwe details over het project, dat al eerder in grote lijnen door The Intercept is beschreven. Ook The New York Times sprak met Wylie, en legde de hand op e-mails en memo's die zijn verhaal bevestigen.

We gebruikten alles wat we over hen wisten, en mikten op hun innerlijke demonen
Klokkenluider Christopher Wylie

Klokkenluider

Wylie werkte voor het Brits bedrijf SCL, dat in 2014 een opdracht in de wacht sleepte om Amerikaanse kiezersprofielen samen te stellen voor Robert Mercer. Mercer was een beursnerd die miljarden had verdiend met nauwgezette financiële patroonherkenning, en die deze data-obsessie nu wilde inzetten om Republikeinse verkiezingscampagnes te sturen.  

Een van zijn medestanders was Steve Bannon, toen nog baas van de rechtse provocateurswebsite Breitbart. Bannons devies is altijd geweest dat politiek een uitvloeisel is van cultuur: wie de politiek wil veranderen, moet de cultuur veranderen. Breitbart paste daar mooi in, maar ook psychologische oorlogsvoering via sociale media.

Wie de politiek wil veranderen, moet de cultuur veranderen
Trump-adviseur Steve Bannon

30 miljoen bruikbare profielen

Wylie vond een onderzoeker aan de universiteit van Cambridge die de dromen van Mercer en Bannon kon waarmaken: Alex Kogan. Op 9 mei stuurde deze Russisch-Amerikaanse psycholoog Wylie een lijstje met karaktereigenschappen die hij beweerde te kunnen afleiden uit likes en websitebezoek van Facebookgebruikers. Op die lijst staan niet alleen 'geslacht' en 'politieke overtuiging', maar bijvoorbeeld ook  'levensvoldoening', 'openheid', 'neurotisch gehalte' en 'sensatie-interesses'.  

Dat dit inderdaad allemaal uit een Facebook-profiel is af te leiden, zou niet moeten verbazen. Privacy-waakhonden waarschuwen al jaren voor de mate waarin Facebook-gebruikers zich blootgeven. Volg iemands surf- en likegedrag en je weet meer over die persoon dan zijn of haar geliefde.  

Wat nog kan verbazen is dat Kogan aan 50 miljoen profielen wist te komen. Hij bouwde een app, 'thisisyourdigitallife', een persoonlijkheidstest voor zogenaamd wetenschappelijke doeleinden waarvoor deelnemers betaald kregen. Hij kreeg zo 270 duizend profielen binnen. Maar hij kreeg ook toegang tot de Facebook-profielen van de vrienden van die deelnemers. Daarmee verveelvoudigde zijn databestand. Uiteindelijk bleven er 30 miljoen bruikbare profielen over.

30 miljoen bruikbare profielen
Beeld afp

Twitter bericht wordt geladen...

Misbruik

Barack Obama deed in 2012 iets vergelijkbaars. Ook hij had een app waarmee hij de profielen én adresboeken van Facebook-gebruikers afgraasde. Maar het verschil was dat deze app duidelijk maakte waarom het ging: de verkiezing van Barack Obama tot president. Kogan daarentegen deed alsof hij een wetenschappelijk onderzoek deed, en misbruikte de verkregen data vervolgens voor politieke doeleinden.  

De Trump-campagne ging ook daarna anders met de Facebook-goudmijn om. Trumps digitale campagnebrein Brad Parscale gebruikte de profielen niet alleen om rechtse Amerikanen met gerichte boodschappen richting Trump te sturen, maar ook om linkse Amerikanen, zoals Bernie-stemmers en Afrikaans-Amerikanen, met anti-Hillary-boodschappen over te halen om niet te gaan stemmen. Hij gebruikte hiervoor de zogeheten 'dark posts' gericht op 'custom audiences' van Facebook, een manier om gerichte boodschappen te sturen zonder dat anderen daar weet van hebben. Daardoor konden de Democraten er niet op reageren. Onduidelijk is hoe groot uiteindelijk het effect van deze Facebook-trucs op de verkiezingsuitslag is geweest.  

Obama gebruikte de door hem buitgemaakte vriendenlijsten in 2012 niet voor rechtstreekse beïnvloeding; hij suggereerde de deelnemers van zijn app alleen om bepaalde (ogenschijnlijk twijfelende) vrienden te benaderen en campagnenieuws te delen.

'Oplichterij en bedrog'

Het uitpluizen van de adresboeken van app-gebruikers, zoals de Facebook-campagnes van Obama en van Alex Kogan deden, werd eind april 2014 door Facebook verboden. Niet zozeer om privacy-redenen, maar waarschijnlijk omdat de makers van de apps op die manier wel heel gemakkelijk heel veel informatie over heel veel Facebook-gebruikers te weten konden komen; Facebook hield die informatie, de kurk van zijn businessmodel, liever voor zichzelf. Het lijkt erop dat Kogan zijn app net op tijd heeft geregistreerd. Facebook bagatelliseerde de truc van Kogan tegen The New York Times, maar zei vrijdag in een verklaring ineens wel dat het 'oplichterij en bedrog' was. Cambridge Analytica, klokkenluider Wylie en onderzoeker Kogan zijn door Facebook geschorst. Cambridge Analytica moet van Facebook alle buitgemaakte data vernietigen - iets wat volgens de Times nog niet is gebeurd.  

Facebook worstelt al maanden met de onthullingen over politiek misbruik, met nepnieuws, duistere berichten en ongeïdentificeerde advertentie-aanbieders. Het bedrijf heeft in oktober laten weten dat het een einde maakt aan de 'dark posts', en wil ook dat van elke advertentie bekend is waar die vandaan komt. Toch blijft het bedrijf onder vuur liggen vanwege het gebrek aan transparantie. De Democratische senator Mark Warner wil sociale media veel meer gaan reguleren, zo herhaalde hij dit weekeinde.