Direct naar artikelinhoud
De gedachteBart Eeckhout

Het dossier-Decathlon wijst op een pijnpunt van onze arbeidsmarkt: het gebrek aan mobiliteit bij werknemers

Het dossier-Decathlon wijst op een pijnpunt van onze arbeidsmarkt: het gebrek aan mobiliteit bij werknemers
Beeld Eva Beeusaert/Eric de Mildt

De kwestie-Decathlon toont dat er voor werknemers wel degelijk nadelen zitten aan de gebrekkige arbeidsmobiliteit, schrijft hoofdcommentator Bart Eeckhout. ‘Een controversiëlere vraag dringt zich op: moeten we een distributeur als Decathlon wel willen?’

De toekomst van de industriële economie in dit land verdient een ernstig debat en een prominentere plek in de kiescampagne. Een opeenvolging van grote herstructureringen voegt urgentie toe aan dat debat, al moeten we wel het hoofd koel houden. De Belgische economie staat zeker voor uitdagingen, maar doemdenken over een dreigende recessie is vooralsnog niet op feiten gebaseerd.

In menselijk opzicht is elk faillissement of massaontslag een drama. Op een bredere economische schaal is dat minder zeker. De neergang van een falend bedrijf, zoals Van Hool er helaas een geworden was, biedt ook ruimte aan andere, nieuwere ondernemingen om de plek in te nemen. Ook ontslagen werknemers kunnen daar uiteindelijk wel bij varen, al zien ze dat op het moment van het verlies allicht anders.

Ook de herstructurering in de distributietak van sportketen Decathlon is dubbelzinniger dan ze op het eerste gezicht lijkt. Decathlon verschuift taken naar de buurlanden, waardoor de distributiehal in Willebroek overbodig wordt. Critici grijpen die verklaring gretig aan om alweer het proces te maken van het financieel-economische beleid van de federale regering: zij zou met te hoge loonkosten bedrijven over de grens jagen.

Over die loonkosten valt zeker iets te zeggen − en met een belastinghervorming valt er ook wat aan te doen. Toch dringt in dit geval een andere, controversiëlere vraag zich op. Moeten we een distributeur als Decathlon wel willen? Geen misverstand, distributie is een belangrijke sector die met name banen biedt voor een grote groep kortgeschoolde mensen. Maar een bedrijf als Decathlon zoekt bewust de grenzen van het arbeidsrecht op, ook nu weer bij de ontslagronde.

Nog maar een maand geleden bracht deze krant uit hoe werknemers in de distributiehal worden opgejaagd en geïntimideerd en hoe vakbonden uitgesloten worden van elk overleg. Decathlon profileert zich als een van die bedrijven die op een nieuwe manier met zijn personeel omgaat, maar in de praktijk blijkt het toch gauw enkel een hip laagje chroom op een zeer oude en ruige vorm van ‘patronaat’.

Lees ook

Onderzoek naar omstreden personeelsbeleid bij Decathlon: ‘We betalen je niet om op de wc te zitten’

Eigenlijk wijst het dossier-Decathlon op een ander pijnpunt van onze arbeidsmarkt: het gebrek aan mobiliteit bij werknemers. Het is gek dat werknemers toch zo lang loyaal blijven aan een werkgever die er zo de kanten vanaf loopt. Het is nog gekker dat dat gebeurt op een blijvend verhitte arbeidsmarkt met vele vacatures, ook voor mensen met een kortere scholing. Het zou veel logischer zijn dat de werknemers al eerder zelf betere oorden hadden opgezocht. Dan zou Decathlon gedwongen zijn om zich wat netter te gedragen of om inderdaad uit te wijken naar landen die een oog dichtknijpen voor het ondergraven van basisrechten.

Dat de vrij rigide Belgische/ Vlaamse arbeidsmarkt weinig mobiel is, is geen nieuwe vaststelling. Wie een job heeft, wil diezelfde job liefst lang houden. Wie geen job vindt, raakt moeilijk over de hoge muren van de markt. Experts twijfelen of gebrekkige arbeidsmobiliteit altijd een slechte zaak is. De kwestie-Decathlon toont dat er ook voor werknemers wel degelijk nadelen aan zitten.