Direct naar artikelinhoud
interview

Oxfam-baas Karimi: Opgeven is geen optie, kwetsbare mensen hebben ons nodig

Farah Karimi (1960) zal uiterlijk op 1 oktober 2018 opstappen als algemeen directeur en voorzitter van de Raad van Bestuur van Oxfam Novib. Karimi begon op 1 februari 2008 in deze functie.Beeld Chris de Bode/Oxfam Novib

Door het misbruikschandaal bij het Britse Oxfam lopen bij het Nederlandse Oxfam Novib de leden weg. Maar directeur Farah Karimi heeft de luxe niet om op te geven.

Ze had al aangekondigd dat ze uiterlijk oktober van dit jaar het stokje overgeeft. Maar net die laatste maanden als algemeen-directeur van Oxfam Novib wordt Farah Karimi geconfronteerd met de grootste crisis binnen haar organisatie. Hulpverleners van de Britse zusterorganisatie hebben op het door een aardbeving getroffen Haïti kwetsbare vrouwen en kinderen seksueel misbruikt.

Hoe heeft u deze crisisweken eigenlijk zelf beleefd?

“Het is heel zwaar. Het raakt me erg diep. Ik word opnieuw emotioneel bij het geven van dit antwoord. Het misbruik op Haïti is zo tegen waar we bij Oxfam voor staan en waar ik me mijn hele leven persoonlijk voor heb ingezet. Het doet me vreselijk pijn.”

U kent Oxfam door en door. Wat is er volgens u op Haïti misgegaan?

“Oxfam heeft meer dan tienduizend medewerkers. Die komen uit alle windstreken, hebben verschillende ervaringen, persoonlijke bagage en verschillende normen en waarden. Zeker in humanitaire crises, waarin ze opeens van een klein basisteam in heel korte tijd moeten opschalen naar een groot team om een heel grote operatie uit te voeren, hebben we grote uitdagingen om dat in goede banen te leiden. Ze staan voortdurend in een actiemodus, redden levens, iedere seconde telt. Voor dit soort zware situaties zoeken we de goede mensen. We bekijken hun referenties, geven trainingen en begeleiding opdat zij in die heel complexe crisissituatie onze hoge morele standaard overeind kunnen houden. We schenken extra veel aandacht aan de kwetsbaarheid van de bevolking, en hoe je je daar als hulpverlener toe moet verhouden. Door al die druk is dat moeilijk en het lukt soms onvoldoende.”

Maar hoe kon het daar dan zo uit de hand lopen?

“Door fouten binnen de organisatie van onze zusterorganisatie. Daar kun je niks anders van vinden. De landendirecteur die in Haïti over de schreef is gegaan, had daar nooit mogen werken omdat hij eerder in een ander land ook onder de verantwoordelijkheid van het Britse Oxfam in de fout was gegaan. Vanwege die organisatiefout is de verantwoordelijke adjunct-directeur in Engeland ook opgestapt. Terecht. Maar er ging meer mis. De Belgische landendirecteur in Haïti kon, toen het misbruik uitkwam, zelf terugtreden. Hij kreeg geen disciplinaire maatregel en werd ook niet aangegeven bij de Haïtiaanse autoriteiten. Dat had wel moeten gebeuren. Vervolgens heeft het Britse Oxfam naar buiten gebracht dat er een incident is geweest met wangedrag, er onderzoek is gedaan en maatregelen zijn genomen. Maar er is niet gezegd dat het om seksueel misbruik ging.”

Terug naar de daders: hoe kan het dat goed opgeleide en met een ‘hoge standaard’ getrainde hulpverleners zich vergrijpen aan minderjarigen wier lot aan hen is toevertrouwd?

“Ik ga niet de psycholoog uithangen, want dat ben ik niet. Maar wat ik wel weet is dat bij alle seksuele overschrijdingen sprake is van machtsongelijkheid, ook buiten de hulpverlening. Een persoon denkt: ik kan dat maken. Of dat nu de directeur is met zijn secretaresse, of de filmregisseur met de actrice, altijd spelen die machtsverhoudingen. In crisissituaties zijn veel mensen zeer kwetsbaar, zeker vrouwen en jonge meiden. Ze zijn alles kwijt. Daarom besteden we in onze trainingen ook ontzettend veel aandacht aan onze waarden: wees je bewust van je positie.”

Wij als hulpverleners maken vaak hetzelfde mee als de militairen in het veld, maar de begeleiding van hulpverleners op locatie is een stuk minder
Farah Karimi

“Sommige mensen hebben bewust misbruik gemaakt van hun positie. Ik noem dat de rotte appels. Maar er zijn bepaalde stresssituaties waarin grenzen worden overschreden, omdat medewerkers geen andere uitlaatklep hebben. Stress is nooit een excuus voor seksueel misbruik, maar als we kijken naar preventieve maatregelen moeten we ons wel afvragen of er ter plekke voldoende psychologische begeleiding is. Ik denk het niet. Daar hebben we tot nu toe geen geld voor vrijgemaakt omdat wij onze middelen direct willen inzetten voor hulpverlening. Maar de vraag ligt nu voor of wij moeten investeren in geestelijke bijstand op de plek van de ramp. Wat dat betreft kunnen we leren van de Nederlandse defensie. Op elke militaire missie gaan religieuze en niet-religieuze begeleiders mee die als vertrouwenspersoon functioneren, maar ook als een moreel baken in een wereld die op dat moment op z’n kop staat. Wij als hulpverleners maken vaak hetzelfde mee als de militairen in het veld, maar de begeleiding van hulpverleners op locatie is een stuk minder.”

Is het u bekend of er ook Nederlandse Oxfam-medewerkers of hulpverleners waarvoor Oxfam Novib verantwoordelijk is, seksueel misbruik hebben gepleegd?

“Op dit moment doen we onderzoek naar één zaak waarin een niet-Nederlander in dienst van Oxfam Novib zich mogelijk schuldig heeft gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag. In welk dit land dit speelt, kan ik niet zeggen. We hebben eerder iemand ontslagen. Ja, er komen dus klachten binnen, de afgelopen tien jaar ken ik in totaal zeven van dit soort meldingen bij Oxfam Novib. Elke melding onderzoeken we en daarna nemen we maatregelen.”

Wat voor maatregelen neemt u na Haïti?

“Wat mij betreft hebben we de huidige crisis niet te danken aan onduidelijke protocollen. Iedereen tekent een duidelijke verklaring waarin seksueel contact wordt uitgesloten. Maar ik denk dat we beter onderzoek moeten doen naar de referenties. Binnen Oxfam International moeten de personeelsbestanden gekoppeld worden zodat we van elkaar kunnen zien welke medewerkers niet deugen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want de pricacy-wetgeving is streng. Daarnaast moet niet langer iedere willekeurige medewerker als referent kunnen optreden, maar moet dit voorbehouden zijn aan een selecte groep managers die namens Oxfam kunnen spreken. Het contact en de begeleiding op locatie blijft een belangrijk punt.”

Na één week stond het aantal opzeggingen op 1700. Maar er zijn ook nieuwe aanmeldingen van mensen die ons juist nu willen steunen.
Farah Karimi

Hoewel de misbruikzaak bij het Britse Oxfam speelt, is de reputatieschade bij de zusterorganisaties enorm. Hoeveel opzeggingen heeft u al?

“We zijn gestopt met tellen. Na één week stond de teller op 1700, de rest leest u straks in het jaarverslag. Maar er zijn ook nieuwe aanmeldingen van mensen die ons juist nu willen steunen. Zonder twijfel: onze geloofwaardigheid is beschadigd, en die is ons kapitaal. Wij pleiten bij anderen vóór mensenrechten, voeren campagne tégen seksueel geweld tegen vrouwen. En dan gebeurt er dit in je eigen gelederen. Dit gaat het publiek niet zomaar vergeten. Maar we hebben de luxe niet te stoppen met ons werk voor de meest kwetsbare mensen. We geven de strijd voor een rechtvaardiger wereld echt niet op.”

Lees ook: Zo proberen Nederlandse ontwikkelingsorganisaties misbruik te voorkomen

Lees ook: Hulpclubs zijn bang voor schade door seksschandalen 
Haïti zet hulpverleners Oxfam voorlopig het land uit

En een column van Stevo Akkerman: Het seksschandaal bij Oxfam vraagt om bezinning over ontwikkelingssamenwerking