Direct naar artikelinhoud
ColumnBart Kerremans

Een 14-jarige had het leven gelaten. En aan het ontbijt zat een man die openlijk een revolver aan zijn heup had hangen

Een tiener poseert met haar wapen op de zelfverklaard grootste Amerikaanse wapenbeurs Knob Creek Gun Range.Beeld Thomas Sweertvaegher, Photo News

Bart Kerremans is Amerika-kenner, verbonden aan de KU Leuven; zijn wisselcolumn met Karlijn Van Houwelingen verschijnt wekelijks. Dat er in een staat openlijk of verborgen en zonder licentie wapens gedragen mogen worden, daar schrikt hij nog van. De Amerikanen zelf niet.

Het begon allemaal met het plotse geluid van toeters en bellen, sirenes en voorbijrazende hulpdiensten in onze straat in Washington DC. Een schot was gevallen op het perron van het metrostation vlakbij. Een veertienjarige had er het leven bij gelaten. Een klopjacht op de dader volgde. Veiligheidscamera’s in het station hadden hem immers gecapteerd een fractie van een seconde voordat hij het leven van die jongen aan flarden schoot en zijn eigen toekomst de dieperik in joeg. Twee levens verloren en vele wachtenden op het perron met een vers trauma, om nog niet te spreken van het verscheurende verdriet bij wat men ietwat droog nabestaanden noemt.

De volgende ochtend was het noodlottige perron weer flink bevolkt. Mensen stapten op en af, soms gehaast, soms wat aarzelend. Je wil immers op de juiste trein zitten. Geen blijk van een extra zorg, gewoon weer de dagelijkse routine. Misschien een nieuw normaal, maar vooral toch een normaal.

Twee ochtenden later, tijdens een ontbijt in North Carolina, zat een tafel verder een man die openlijk een revolver aan de ene kant van zijn heup had hangen met een kogelhouder aan de andere kant. Niemand keek ervan op. Na een kort gebed hand in hand met zijn gezinsleden verorberden ze samen hun riante ochtendmaaltijd. Even dacht ik eraan om hem op de schouder te tikken en een babbeltje te slaan, maar de eventualiteit van een wapen tegen mijn rechterslaap van een geschrokken huisvader zag ik niet echt zitten. Dan toch liever het ongestoorde normaal.

Nog een dag later, in Charleston, in een kleine ruimte met een journalist van de Post and Courier, een bekende lokale krant in South Carolina, kwamen vuurwapens uitgebreid ter sprake. Veel betekende het niet. Ja, hij woonde in een staat waar revolvers en pistolen openlijk of verborgen en zonder licentie gedragen mochten worden, ook al was de lokale politie er niet echt gelukkig mee. Maar het staatsparlement had er vorige maand anders over beslist. Het maakte het leven minder veilig maar daar was weinig aan te doen in een staat waar wapenbezit als een fundamenteel recht wordt gekoesterd.

Openlijk of verborgen en zonder licentie mogen in deze staat wapens gedragen mochten worden. Het maakt het leven minder veilig maar daar is weinig aan te doen

Het is een gewone zaak hier. Ouders leren hun kinderen al van jonge leeftijd hoe met wapens om te gaan en wanneer de pubertijd bij hun nageslacht aanbreekt krijgen zonen niet zelden als geschenk vuurwapens van hun vader. Samen op jacht met halfautomatische geweren, om de vader-zoonband onder puberdruk wat aan te halen en om alles wegvretende everzwijnen in een oogwenk en op hun dooie gemak neer te leggen. Met dochters is het tegenwoordig niet anders.

Of hij zelf wapens in huis had, vroeg ik de journalist. Neen. Hij was er niet mee opgegroeid. Maar angst van wapens had hij niet echt. Even was hij er bekommerd over geweest toen in de school van zijn dochter een woedende vrouw met een pistool op de parking voor de hoofdingang had staan zwaaien. Men had gevat ingegrepen. Geen schot was gelost. Enkele dagen later was de schok al verdwenen. Snel terug naar een noodgedwongen normaal.

Voor een prominente rechter in het County Court House in Columbia, South Carolina’s ingedommelde hoofdstad, was het niet anders. Wapens waren er een deel van het leven, ook al waren ze dodelijker voor de zwarten dan voor de blanken, zeker voor die zwarten die in de dichtbevolkte arme stedelijke wijken moesten proberen te overleven. In kleinere dorpen was er niet echt een uitgesproken verschil. Aan blanke zijde was het verzamelen van steeds meer performante wapens vooral een teken van gekoesterde vrijheid, van het recht op bescherming van have en goed, maar vooral ook van welvaart.

Dit was nu eenmaal zo, hoe problematisch ook, en zou niet veranderen, ook al was er soms een kortstondige schok als gevolg van een mass shooting ergens in het land. Voor die wapenbezitters waren méér wapens de oplossing, niet minder. Tja, dat vond men normaal.

Terug in DC waren er nog altijd zwaailichten aan het metrostation. Wat schaarser dan voorheen maar toch nog enkele. Na een poosje zouden ze verdwijnen, zoveel was zeker. Doodnormaal.