Kan zonnecrème uw leven redden, of is het gevaarlijke chemische troep: smeren of niet smeren, een zaak van levensbelang

© Jimmy Kets

Wie in de zon gaat zitten, wrijft zich in met zonnecrème. Maar dringen er dan geen chemische bestanddelen door in ons bloed? Experts geven antwoord.

Maxie Eckert

Octocrylene, caprylyl glycol, cyclopentasiloxane, ­terephthalylidene dicamphor sulfonic acid, ethylhexyl salicylate: als we zonnecrème gebruiken, smeren we een waslijst van chemische stoffen op onze huid. De stoffen filteren het schadelijke, kankerverwekkende zonnelicht en, ook belangrijk, ze maken van de zonnecrème een smeerbaar mengsel dat lekker ruikt.

Maar doen we er echt goed aan om zo’n chemische cocktail te ­laten intrekken in onze huid? Twee recente berichten kunnen ons doen twijfelen. De Hoge ­Gezondheidsraad riep, nog geen twee weken geleden, burgers op om terughoudender te zijn met ­allerlei synthetische producten, waaronder cosmetica. Ze bevatten vaak stoffen waarvan onderzoekers vermoeden dat ze onze hormoonhuishouding verstoren. Deze week bevestigde Test-Aankoop met een onderzoek naar zonnecrèmes dat ze daar geen spoken zien.

De consumentenorganisatie vond in een van de onderzochte zonnesprays – nota bene een merk dat apothekers verkopen en dat spe­cifiek voor kinderen aangeprezen wordt – een geurstof die personen met aanleg voor allergieën en ­kinderen beter vermijden. Een ­andere zonnecrème blijkt de ­hormoonverstoorder ethylhexyl ­methoxy cinnamate te bevatten. En dan heeft Test-Aankoop alleen nog maar de stoffen bekeken die ‘zeker’ hormoonverstorend zijn, en niet de stoffen die na studies met dieren verdacht bleken.

Kleren nog belangrijker

Je hoeft dus niet van het ‘puur natuur’-type te zijn om je af te ­vragen of je insmeren met een mix van synthetische stoffen wel ­opweegt tegen het risico op een verbrande huid.

“Ik begrijp die vraag”, zegt Lode Godderis, professor omgeving en gezondheid aan de KU Leuven. Godderis is een van de mede­auteurs van het rapport van de Hoge Gezondheidsraad dat adviseert om zuiniger te zijn met cosmetica. “Toch blijft bij zonne­crème het advies: smeer je wél in. We weten dat zonnecrème huidkanker voorkomt en we kunnen de baten becijferen. Bij de risico’s van stoffen waarvan we alleen vermoeden dat ze voor ons lichaam schadelijk zijn, kunnen we dat nog niet. Vandaag is de balans dus positief voor zonnecrème.”

Lieve Brochez, huidkanker­specialiste aan het UZ Gent, zit op dezelfde lijn. Maar, zegt ze, zonnecrème alleen volstaat niet. “Je moet je huid óók met kledij ­beschermen. Zonnecrème is maar een aanvulling voor de delen van de huid die bloot zijn.”

In onderzoek heeft Brochez ­samen met collega’s geschat hoe groot het effect zou zijn van een campagne die zonnecrèmes, ­beschermende kledij en hoofddeksels promoot. “We schatten dat daardoor over een periode van 50 jaar bijna 4.000 minder mensen zouden sterven aan huidkanker. Zonnecrème als preventie voor huidkanker bleek trouwens veel kosteneffectiever dan bijvoorbeeld screening op huidkanker door artsen en kan de overheid 150 miljoen euro besparen.”

Ouder dan 40? Gevaar!

Op het eerste gezicht lijkt de ­realiteit dat allemaal tegen te spreken. Want hoewel de zonnecrèmes almaar sterker worden – factor 50 is vandaag in elke supermarkt te koop – loopt het aantal huidkankers niet terug. ­Volgens professor Brochez zal het jaarlijkse aantal huidkanker­patiënten tegen 2034 zelfs verdubbelen tot verdrievoudigen.

Maar de toename van kankergevallen is niet de schuld van de zonnecrèmes, integendeel. Het is een erfenis uit de tijd dat er nog geen zonnecrèmes bestonden, zegt Brochez. “De generatie die vóór 1980 is geboren, is bijzonder kwetsbaar. Die volwassenen werden als kind onvoldoende ­beschermd tegen de zon door zonnecrème en kledij. In de eerste tien jaar van je leven kan zonlicht onherstelbare schade aanrichten die zich later kan ontwikkelen tot huidkanker.”

De baten van zonnecrème als schild tegen de schadelijke uv A- en uv B-straling staan dus buiten kijf. Tegelijk wordt de vraag wat de bestanddelen van zonne­crèmes verder in het lichaam doen steeds vaker gesteld. Wat doen de stoffen als ze in het bloed terechtkomen, op plekken waar geen zonlicht komt?

Het zijn niet de minsten die er een antwoord op willen. Zo schoof begin dit jaar de Food and Drug Administration (FDA), het Amerikaanse geneesmiddelenagentschap, nieuwe regels rond zonnecrème naar voren. Volgens de FDA zijn er twee specifieke uv-filters op de markt die niet veilig of efficiënt zijn. Van twaalf andere chemische uv-filters is het volgens de FDA nog niet zeker dat ze veilig en efficiënt zijn.

Een van die twijfelachtige stoffen is octocrylene. Een studie toonde enkele weken geleden aan dat die stof na het gebruik van zonnecrème in hoge concentratie in het bloed te vinden is. Mogelijk is de stof hormoonverstorend, maar er zitten grote gaten in onze kennis over octocrylene. Intussen wordt die uv-filter in veel zonnecrèmes gebruikt die ook hier te koop zijn.

De FDA vraagt nu meer onderzoek naar de veiligheid van de uv-filters. “Maar de FDA ontraadt het gebruik van zonnecrème met die stoffen niet”, beklemtoont professor Brochez van het UZ Gent.

Nanodeeltjes

Wat doe je als je het zekere voor het onzekere wil nemen? Als je niet nog jaren wil wachten om ­zeker te weten of de chemische uv-filters veilig zijn of niet? ­Volgens professor Brochez zijn er goede alternatieven. “Er zijn zonnecrèmes met minerale uv-filters, zonder de chemische filters. Die crèmes bevatten titaandioxide of zinkoxide, mineralen die de uv-straling reflecteren. Die stoffen bieden ook een goede bescherming en komen niet in je bloed ­terecht.”

Maar er is een probleem. De minerale zonnecrèmes geven vaak een witachtige waas op je huid, en dat willen veel consumenten niet. “Precies daarom werden de chemische filters voor zonnecrème ontwikkeld”, aldus Brochez.

Er is nog iets dat zou kunnen afschrikken. De titaandioxide en zinkoxide zitten als nanodeeltjes, heel kleine partikels, in de zonnecrèmes. De veiligheid van nanodeeltjes was de voorbije jaren voer voor discussie. Sprays met nanodeeltjes mogen al niet meer verkocht worden in Europa omdat ze mogelijk kankerverwekkend zijn voor wie ze inademt bij de verstuiving. Zijn de (smeerbare) zonnecrèmes met nanodeeltjes van ­titaandioxide en zinkoxide dan wel veilig?

De FDA is overtuigd van wel. Titaandioxide en zinkoxide zijn zelfs de enige uv-filters waarvoor ze hun hand in het vuur steken. Ook Peter Hoet, die als toxicoloog aan de KU Leuven gespecialiseerd is in nanotechnologie, stelt gerust: “De nanodeeltjes van titaandioxide en zinkoxide zijn veilig als je ze op je huid smeert, want bij normaal gebruik dringen ze niet in.”

Als de verpakking vermeldt dat de zonnecrème ‘mineraal’ is, kunnen we er dus zeker van zijn dat het product hormoonverstorend noch kankerverwekkend is. “Met de crèmes met nanodeeltjes is er geen enkel probleem”, bevestigt Hoet.

Aangeboden door onze partners

Meer lifestyle

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Keuze van de redactie