Direct naar artikelinhoud
Nieuwssponsoren schaatsers

Alle topschaatsers hebben nu een sponsor, behalve Koen Verweij

Na maanden van onzekerheid kon schaatscoach Gerard van Velde woensdagavond trots een persbericht laten uitgaan: zijn sprintploeg heeft met Reggeborgh een hoofdsponsor gevonden. Daarmee is de crisissfeer die de afgelopen maanden rond het langebaanschaatsen hing, vlak voor de start van het seizoen verdwenen.

Koen Verweij tijdens de huldiging voor zijn bronzen medaille van massastart schaatsen tijdens de Olympische Winterspelen van PyeongchangBeeld ANP

Lang zag het er penibel uit voor de ­Nederlandse schaatsers die in februari bij de Winterspelen in Pyeongchang maar liefst 16 medailles oogstten. Aan het eind van het vorige seizoen waren slechts drie schaatsers zeker van een profcontract voor aankomende winter. Sven Kramer uitte al tijdens de Spelen zijn zorgen. ‘Als je er heel zwart-wit naar kijkt, zit 97 procent van de Nederlandse schaatsers over drie weken in de WW.’

Acht maanden na Kramers doemscenario blijkt de ­crisis minder diep dan gevreesd. Er staan komend seizoen minstens veertig langebaanrijders onder contract bij een profploeg tegenover 45 in het vorige seizoen.

Kramer schetste de situatie misschien te somber, maar in de eerste maanden na de winter overheerste een gevoel van zwaarmoedigheid in de langebaansport. Dat gevoel verdween maar langzaam, al verlengde Kramers Team Jumbo wel contracten met olympisch kampioenen Kjeld Nuis en Carlijn Achtereekte en versterkte het zich met onder anderen Antoinette de Jong.

Nijpend gebrek aan geldschieters

Team IKO, met de broers Erwin en Martin ten Hove als trainers, opereerde vorig seizoen in de marge van het professionele schaatsen. De formatie wist zich echter verzekerd van een hoofdsponsor tot en met de Spelen van 2022 in ­Beijing en contracteerde Jorien ter Mors, de meervoudige olympisch kampioene die het shorttrack ­definitief vaarwel heeft gezegd.

Bij de andere voormalige ploegen bleef het schrapen. Het gebrek aan geldschieters werd zo nijpend, dat de KNSB in de zomer besloot bij te springen.

Met hulp van NOCNSF werden twee trainingsgroepen voor topsporters geformeerd. Een allroundploeg rond ­Ireen Wüst en Esmee Visser onder leiding van Peter Kolder en een sprintteam met Van Velde als coach en Kai Verbij, Dai Dai Ntab en de broers Ronald en Michel Mulder als bekendste namen. Met geld van de schaatsbond en NOC konden de schaatsers onbetaald, maar wel in een professionele omgeving hun zomertraining aanvatten.

Het bleek een slimme zet. Op deze manier konden de sporters niet alleen aan de slag voor het nieuwe seizoen, maar pronkten de ploegjes als pakket, en niet als losse schaatsers, voor mogelijke sponsoren in de etalage. Dat betaalde zich uit. Op 1 augustus konden Wüst en haar ploeggenoten investeringsmaatschappij Infestos als hoofdsponsor presenteren.

Koen Verweij

Niet veel later volgde goed nieuws van Jillert Anema. De Friese coach van onder anderen Jorrit Bergsma en Irene Schouten had in de lente zelf de oude hoofdsponsor Clafis vaarwel gezegd, na onenigheid met Bert Jonker, directeur van het ingenieursbedrijf. Anema nam daarmee een gok, maar wist eind augustus Easyjet als sponsor te tekenen.

Voor de sprinters van Van Velde trokken KNSB en NOCNSF eind september nog eenmaal de portemonnee, maar dat hoeft niet langer. De sprintploeg weet zich na lang wachten nu verzekerd van voortbestaan tot en met de Spelen van 2022. Dat is een flinke opluchting voor de rijders en ook voor coach Van Velde. ‘Hierdoor kunnen we ons onbekommerd focussen op topprestaties.’

De enige schaatser van naam die geen geldschieter heeft gevonden is Koen Verweij. Hij had zijn zinnen gezet op een team dat om hem heen gebouwd kon worden, maar vond geen partij die het gewenste budget − 1 miljoen euro − wilde vrijmaken. De Noord-Hollander heeft daarom uit noodzaak een pauze van een jaar ingelast.

Het schaatsseizoen begint op 3 november met kwalificatiewedstrijden voor de wereldbeker.