Sam en Fré Van Aerschot kregen hun opleiding allebei bij Lierse. De oudste kwam dit seizoen na omzwervingen bij onder andere Betekom en Oosterzonen bij THES terecht, de jongste is ondertussen aan zijn derde jaar bij Heist bezig.

“Mijn eerste als titularis”, glundert het 20-jarige talent. “Ik weet het, voor een doelman is dat nog jong, maar het gaat goed. Ik ben tot dusver tevreden over mijn prestaties. Alleen speelde ik in de heenronde uitgerekend tegen THES (0-4, nvdr) mijn minste match. Onder andere bij die vrijschop van Oris moest ik beter doen, dat besefte ik. En vier goals incasseren is als keeper nooit leuk. Ik ben dus uit op revanche.” 

“Na die nederlaag in THES werd hij naar de bank verwezen”, pikt Sam in. “Onterecht, vind ik. Het is voor een trainer te makkelijk om een jonge speler te slachtofferen. Maar hij knokte terug en toen de eerste doelman enkele weken later geblesseerd was, greep hij zijn kans. In de matchen die ik gezien heb, deed hij het prima.”

Wanneer Sam en Fré over mekaar praten, hoor je meteen dat ze veel meer zijn dan broers.

“We zijn de beste kameraden”, zegt Fré. “We wonen samen, we werken allebei bij Bpost, we doen zo goed als alles samen. We spelen vaak FIFA, houden van dezelfde series op tv,… En we proberen ook alles zelf te doen in huis. Enkel de strijk wordt soms door de mama gedaan. Koken? Daar hebben we een beurtrol voor. Op zich ben ik de beste kok, al moet ik zeggen dat zijn wok met kip superlekker is (lacht).”

“Mijn broer en ik zijn twee handen op één buik”, zegt Sam. “We komen super overeen, we hebben nooit ruzie. En we doen inderdaad zo goed als alles samen, behalve dan voetballen.”

“Ooit in dezelfde ploeg spelen zou een droom zijn”, vult Fre aan. 

Nog te klungelig

Hoewel ze elkaar alles gunnen, is dat zaterdagavond voor negentig minuten anders.

“Of ik mijn ploegmaats tips kan geven over zijn minpunten?”, herhaalt Sam de vraag. “Niet echt, want behalve dat hij niet de grootste is, heeft hij er niet echt. Technisch is hij supergoed en voetballend vind ik hem zelfs beter dan ik. Toen wij vroeger thuis voetbalden, stond ik altijd in de goal en was Fré de voetballer. Is dat even anders uitgedraaid (lacht).”

“Ik kan mijn verdedigers wél tips geven over Sam”, zegt Fré. “Hij is technisch heel sterk, heeft veel inzicht, heeft een goede dribbel in huis en kan van ver uithalen. En wat velen niet weten, is dat hij een enorme sprongkracht heeft. Een complete voetballer dus. Al hebben ze de beste Sam Van Aerschot nog niet gezien, hij haalt zijn beste niveau nog niet.”

De eerste om dat te beamen, is Sam zelf. “Ik ben heel blij met de kansen die ik de laatste matchen gekregen heb, maar ik heb ze nog niet gegrepen”, zegt hij eerlijk. “Ik werk wel hard, maar mijn acties zijn vaak nog te klungelig, zonder vertrouwen. En zo ken ik mezelf niet. Ik vind het vooral erg voor de mensen die in de eerste maanden veel energie in mij gestopt hebben. Ik heb hen nog onvoldoende teruggegeven. Ik begrijp met andere woorden dat ik geen vaste basisplaats heb. Hopelijk kan ik daar nog verandering in brengen.”

Uitdagend vreugdedansje

Met de terugkeer van Oris verwacht Sam dat hij het straks zal moeten stellen met een invalbeurt. “Kevin komt dan wel net uit blessure, maar hij is topfit én in supervorm”, geeft hij toe. “Elke bal die hij trapt is binnen, hij lijkt nog beter dan voor de winterstop. Het ideale scenario zou dan zijn dat Fré een wereldmatch keept en dat ik bij mijn invalbeurt een wereldgoal maak, waar hij geen schuld aan heeft. En áls ik scoor, weet hij dat ik hem zal uitdagen met een vreugdedansje. Dat laatste heb ik in THES spijtig genoeg nog niet kunnen laten zien, maar hopelijk kan er zaterdag wél gedanst worden.”