Waarom deze jonge West-Vlaming de oorlog verklaart aan het perfect getrimde gazonnetje. “Dit is een groene woestijn”

© ss, vdb

Het moet afgelopen zijn met onze obsessie voor een perfect getrimd gazonnetje. In een open brief verklaart de tuinconsulent Louis De ­Jaeger (24, foto) de oorlog aan wat hij “de groene woestijn” noemt. “Een gazon is niet alleen slecht voor de natuur, het kost ook veel meer tijd en energie om te onderhouden”, zegt hij. Volgens ­tuindokter Stefaan Bingé heeft hij een punt. “Maar een grasmat is rustgevend voor veel mensen.”

Jens Vancaeneghem

Tot in de perfectie gemillimeterde grassprietjes. Elk stukje onkruid meteen een kopje kleiner gemaakt met herbiciden. Ook de spontane bloemetjes die her en der opduiken moeten eraan geloven. Netheid boven alles – het is een mentaliteit waar Louis De Jaeger zich mateloos aan stoort.

De jongeman uit Brugge heeft een bedrijfje als tuinconsulent. Enig eigenbelang zal dus wel meespelen bij de verspreiding van zijn open brief, maar zelf zegt hij enkel te willen bijdragen aan een betere wereld. Door de oorlog te verklaren aan de grasmat, dus.

Waarom? “Aan de ene kant zijn gazons een aanslag op de biodiversiteit”, zegt hij. “Een gazon is eigenlijk een groene woestijn. Na beton en grind is het de meest onnatuurlijke staat voor een tuin. Diertjes en planten krijgen er weinig kansen.”

© VDB

Liever bloemenweide

Louis deed zijn tuinideeën op terwijl hij de voorbije zes jaar de wereld afreisde. Van Rusland tot Panama bezocht hij projecten die werken volgens het principe van de permacultuur. Dat heeft de bedoeling om ecosystemen te creëren die zichzelf in stand houden.

Zo komen we bij het tweede nadeel van een grasmat. “Het kost tonnen energie en tijd om te onderhouden”, zegt Louis. “Een gazon moet je twintig tot dertig keer in het jaar maaien. Terwijl de meeste mensen zo weinig mogelijk onderhoud willen stoppen in hun tuin.”

Een bloemenweide is volgens Louis het ideale alternatief. “Omdat die het dichtst bij de grasmat ligt. Voordeel is dat je die maar twee keer in het jaar moet maaien én je krijg een bont kleurenpalet in de plaats van dat monotone groen. Ideaal ook voor de bijtjes, die het tegenwoordig zwaar te verduren hebben.”

Ondanks zijn aanval op onze pelouse beseft Louis ook wel dat een gazon fantastisch is voor de kinderen om op te ravotten of om te barbecueën. “Het punt is dat we er nu te veel van hebben”, zegt hij. “En wie toch een gazon wil, kan er ecologischer mee om­springen door eens een bloemetje te laten staan en het gras wat langer te laten groeien.”

Slordig

Vraag is of zijn pleidooi veel Vlamingen zal overtuigen, want we zijn verknocht aan ons afgemeten grasperkje. Een ruige bloemenweide of lange grassen neigen voor veel mensen naar slordigheid. “De realiteit is dat de eerste indruk van een tuin gemaakt of ­gekraakt wordt door de kwaliteit van de grasmat”, zegt tuindokter Stefaan Bingé. “Ik hou er persoonlijk ook van om met mijn blote voeten op een proper grasperk te lopen. En veel mensen vinden rust tijdens het maaien van het gras.”

Al mogen we volgens ­Bingé ook niet overdrijven met alles té net te willen. “In sommige ­tuinen wordt elk blad weggeblazen, maar ook nuttige beestjes verdwijnen zo”, zegt hij. “We moeten dus absoluut zorgen voor biodiversiteit in onze tuin, maar ik zie niet in waarom dat niet zou kunnen samengaan met een mooi gazon. Bloemen en planten geef je dan gewoon een plek in de borders of in potten.”