De cijfers zijn gebaseerd op het schooljaar 2022/2023. Toen zaten 13.700 jongeren langdurig thuis terwijl ze nog leerplichtig waren. Dat komt neer op een stijging van ruim een derde in vergelijking met het jaar ervoor.
De jongeren waren volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) niet ingeschreven bij een onderwijsinstelling. Ze hadden daarvoor ook geen vrijstelling.
Ook het aantal jongeren dat langer dan drie maanden thuiszat is volgens het ministerie toegenomen met 74 procent, tot ruim 5.500. De oorzaak van de toename is volgens OCW onder andere dat het gemeenten niet lukt om onderwijs te regelen voor kinderen van asielzoekers.
Kinderombudsman eiste eerder al aandacht voor het probleem
De Kinderombudsman eiste vorige maand nog aandacht voor kinderen die niet naar school gaan. "Een deel van deze kinderen krijgt thuisonderwijs", zei Kinderombudsman Margrite Kalverboer daar toen over. "Maar een groot deel van hen krijgt helemaal geen onderwijs."
Volgens de Kinderombudsman staan daardoor verschillende kinderrechten onder druk. Kalverboer noemde verschillende redenen waarom kinderen niet naar school gaan, zoals ernstige fysieke of psychische problemen, hoogbegaafdheid, pesten, discriminatie en problemen thuis.
Minister Paul zegt vrijdag in haar brief aan de Eerste Kamer aan oplossingen te werken. Het gaat daarbij om een "preventieve verzuimaanpak" en het vergroten van samenwerkingsverbanden tussen scholen "om schooluitval en -verzuim tegen te gaan wanneer dit voorkomt".