Direct naar artikelinhoud

Bossen omkappen voor biodiesel, is dat verstandig?

Jaarlijks publiceren Nederlandse wetenschappers 172 duizend onderzoeken. In deze rubriek een greep uit die onderzoeken die bijna onopgemerkt waren gebleven.

Een bos in Brazilië.Beeld Reuters

Op papier is biobrandstof een fantastisch idee. Laat planten groeien, maak er brandstof van, bijvoorbeeld biodiesel of ethanol, verstook die brandstof en laat je planten de vrijkomende CO2 weer opnemen. Kringloop gesloten, broeikasbijdrage nul.

In werkelijkheid gaat het heel anders, weet CO2-rekenaar en hoogleraar Detlef van Vuuren van het Planbureau voor de Leefomgeving en van de Universiteit Utrecht, als geen ander. 'Om een energiegewas te verbouwen, wordt vaak land vrijgemaakt van natuurlijke begroeiing. Dat geeft al meteen CO2-uitstoot. En daarna neemt de natuurlijke vegetatie ook niet langer CO2-op zoals het eerst deed.'

Beide factoren, schrijft Van Vuuren deze week met een groep collega's in het tijdschrift Nature Climate Change, bepalen samen met de gewasopbrengst hoe effectief het energiegewas in de echte wereld op termijn is. Waarbij trouwens ook het gebruik van kunstmest nog moet worden meegewogen, vanwege emissies die de netto opbrengst van het biogewas verder verlaagt.

Allemaal ingewikkelde kwesties, die niet mogen worden vergeten. En de belangrijkste reden, vertelt Van Vuuren, dat de meningen over biobrandstoffen zover uit elkaar kunnen liggen. De een vindt het een uitkomst, de ander een ramp. Waarbij de meeste partijen het er wel over eens zijn dat je voorzichtig moet zijn met landbouwgrond voor energiegewassen in een wereld waar honger op de loer ligt.

'In feite zit de inzet van veel biobrandstof, zoals bijvoorbeeld in de Parijs- akkoorden, vol met keuzes en afwegingen', zegt Van Vuuren. Om die reden is hun artikel vooral voer voor beleidsmakers, of althans de mensen die de klimaatsommen voor hen maken. Zodat zij hun baas niet rijk rekenen. 'Daarbij komt dat groene gebieden ook hun eigen natuurwaarde hebben. Het zou een beetje gek zijn om de planeet te vernielen, terwijl we hem proberen te beschermen.'

Wie? Detlef van Vuuren, klimaatonderzoeker Planbureau voor de Leefomgeving, Universiteit Utrecht, IPCC rapporteur
Wat is z'n specialiteit? Doorrekenen van milieuscenario's
Originele titel publicatie? Greenhouse gas emission curves for advanced biofuel chains (Nature Climate Change)
Vrij vertaald? Weet waar je aan begint met biobrandstoffen

Groene gebieden hebben ook hun eigen natuurwaarde

Om goed te verkennen hoe ver we met biobrandstof komen, namen de Nederlandse onderzoekers de wereldkaart en bekeken in blokken van ongeveer 150 bij 150 kilometer wat het zou opleveren als daar energiegewassen zouden worden geplant. Ver, is ondanks alle mitsen en maren de conclusie. Bijna alle brandstof die nu in de transportsector omgaat, zo'n 100 PetaJoule, is in theorie uit biobrandstof te halen terwijl de CO2-uitstoot halveert.

Domper is wel dat in dat geval ook bos verloren gaat; daar komt in potentie meer dan tweederde van alle energiegewas vandaan. Wordt kappen van bos uitgesloten, dan is nog maar eenderde van het huidige transport met biobrandstof te bedienen, in plaats van met aardolie. Klimaatgewijs ook niet niks. Het zijn gegevens die in de komende klimaatrapportages van het VN-klimaatpanel een plaats zullen krijgen. Van Vuuren draagt bij aan dat IPCC. Een beperkte hoeveelheid bioenergie uit gewassen - naast bioenergie uit agrarische restproducten zoals mest - kan genoeg zijn, denkt Van Vuuren, als veel verkeer toch al elektrisch gaat. Voor lastiger sectoren als vrachtverkeer en vliegen is er dan net genoeg verantwoorde biobrandstof, lijkt het. Althans op papier.