Direct naar artikelinhoud
Elena Ferrante

Het mysterie achter Elena Ferrante: marketingmeester of meest tragische schrijver ooit?

Domenico Starnone wordt door iedereen aangeduid als de man achter Elena Ferrante, zelfs door zijn eigen uitgever. Maar is dat wel zo?Beeld BELGAIMAGE

Al zeggen onderzoekers en nu zelfs zijn uitgever van wel, Domenico Starnone houdt vol dat hij níét bestsellerauteur Elena Ferrante is. Is hij de meest tragische auteur ooit, of een marketingmeester?

De man van wie iedereen zeker weet dat hij Elena Ferrante is, stuurt de dag voor het interview een adres om af te spreken. Het blijkt niet zijn eigen huis, maar een willekeurig pand in een straat ergens bij hem in de buurt. 

Hij is een beetje schichtig sinds een journalist van de Italiaanse zakenkrant Il Sole 24 Ore besloot het geld te volgen dat de boeken van de mysterieuze Elena Ferrante opleverden, het literaire fenomeen uit Napels, wiens boeken in meer dan vijftig talen werden vertaald en dat al sinds 1992 zijn ware identiteit verborgen weet te houden.

De journalist kwam, via de uitgever van Ferrante en het Italiaanse kadaster, uit bij het echtpaar Anita Raja en Domenico Starnone. Raja, een freelance-vertaler van Duitse literatuur, en Starnone, een schrijver die nooit echt doorbrak, bleken de laatste jaren voor zo'n 3 miljoen euro aan vastgoed te hebben aangeschaft, waaronder een aantal appartementen in een van de duurste wijken van Rome, het Quartiere Africano, waar Starnone (74) midden op straat staat te wachten.

“Kom, we lopen naar een bar”, zegt hij nors. Tergend langzaam leidt hij de weg naar links, met onder zijn arm een versleten boekje over Markies de Sade, dat hij voor een euro kocht op een rommelmarkt en dat hij iedere keer bedachtzaam in mijn blikveld neerlegt.

‘Het enige wat ik erover kwijt wil is dit: ik ben niet Elena Ferrante! Schrijf je dat op? Ik. Ben. NIET. Elena. Ferrante.’
Domenico Starnone

De avond ervoor, op maandag, stuurde ik een laatste e-mail naar Starnone. Ik wilde het adres bevestigen en vragen hoeveel tijd hij had uitgetrokken voor het gesprek. Mijn laatste zin: “Ik ga ervan uit dat het een interessant gesprek wordt.”

“Caro Jarl”, antwoordt Starnone vrijwel direct. “We kunnen voor het interview alle tijd nemen die u nodig acht, maar ik kan niet garanderen dat het interessant wordt. Ik zeg dit vanuit een bescheiden hoffelijkheid, maar benadruk ook met de nodige duidelijkheid dat wanneer u met een interessant gesprek niet op mijn werk als schrijver doelt, maar op die roddels over Elena Ferrante, het beter is elkaar niet te ontmoeten. In dat geval verlies ik mijn interesse in het gesprek - ik beantwoord uw vragen dan in geen enkel geval - en verliezen wij beiden tijd. Een groet, Domenico Starnone.”

Irritante roddels

Ik antwoord dat ik het begrijp en dat ons interview over Lacci zal gaan, zijn nieuwste boek dat half november in Nederlandse vertaling wordt uitgegeven als Strikken. “Over Elena Ferrante wil ik slechts vragen of de roddels u irriteren en waarom. Vriendelijke groet, Jarl van der Ploeg.”

Een minuut later: “Caro Jarl, ik bedoel het niet slecht, maar ik beantwoord geen enkele vraag die ook maar vaagjes met Elena Ferrante te maken heeft. Tot morgen, Domenico.”

Uit de mails spreekt hetzelfde als een dag later uit zijn ogen: Domenico Starnone heeft iets tragisch. Hij won in 2001 weliswaar de prestigieuze literatuurprijs Premio Strega, maar brak in het buitenland nooit door. Nu wordt hij opeens in tien talen vertaald omdat zijn naam aan dat geheimzinnige pseudoniem uit Napels wordt gelinkt.

Die tragiek omarmend zei hij in een eerder interview: “Wanneer ik sterf, zullen ze zes regels schrijven. In de eerste drie zal staan: hij was ooit leraar. In de laatste drie: lange tijd werd gedacht dat hij Elena Ferrante was. Alles wat in de tussentijd gebeurde, mijn romans, mijn scripts, stukjes leven, alles zal worden weggegooid.”

Het is om die reden, legt hij uit, dat hij geen interviews meer geeft aan Italiaanse journalisten. Zij zijn namelijk niet geïnteresseerd in zijn jeugd in een arme volkswijk in het na-oorlogse Napels. Of in zijn carrière als leraar, noch in de columns die hij over dat werk schreef voor de krant Il Manifesto. 

Journalisten zijn niet geïnteresseerd in zijn jeugd in een arme volkswijk in het na-oorlogse Napels. Of in zijn carrière als leraar, noch in de columns die hij over dat werk schreef voor de krant Il Manifesto.

Ze vragen niets over het verzamelboek dat daar in 1987 over verscheen en een klein succes werd, over de veertien romans die volgden, of over de vele filmscripts en scenario's waar hij zich sinds 1995 op toelegde. Ze schrijven zelfs niet op dat Starnone zijn boek Strikken noemde omdat hij, net als zijn hoofdpersoon, zijn eigen veters leerde strikken, bij gebrek aan aanwezige ouders.

Starnone zucht. “Ze stellen alleen maar vragen over die pettegolezzi - die roddels.' Want ongeveer tegelijk met de schrijverscarrière van Starnone begon ook een andere Napolitaan langzaam bekendheid te vergaren: Elena Ferrante. Een onbekende schrijfster die in 1992 nog relatief rustig debuteerde met L'amore molesto (Kwellende liefde), maar sindsdien de hemel bestormde met haar vierdelige serie De Napolitaanse romans

Computerprogramma

Ze schrijft onder pseudoniem, omdat woorden volgens haar belangrijker zijn dan de persoon achter het boek. Toch groeide evenredig met haar succes - Ferrante verkocht zo veel boeken dat ze vorig jaar door tijdschrift Time werd uitgeroepen tot één van de honderd invloedrijkste personen ter wereld - ook de drang haar ware identiteit te ontdekken.

Vanaf dag één werd er gespeculeerd door het publiek, maar de eerste die een effectieve poging deed, was de Romeinse hoogleraar natuurkunde Vittorio Loreto. Hij schreef in 2002 een computerprogramma dat op zoek gaat naar specifieke combinaties van gebruikte letters en de opeenvolging daarvan - een soort vingerafdruk - die schrijvers blijkbaar achterlaten in hun teksten. Zo liet Loreto zijn computerprogramma los op een op dat moment mysterieus pseudoniem in Nederland: Marek van der Jagt. Loreto's programma was eenduidig: Van der Jagt is Arnon Grunberg - wat Grunberg kort daarna toegaf.

In 2006 haalde Loreto de teksten van zijn landgenoot Ferrante door zijn programma en concludeerde “met honderd procent zekerheid” dat Elena Ferrante in werkelijkheid Domenico Starnone is.

Starnone was al langer een 'verdachte', vooral omdat de boeken van beide schrijvers veel inhoudelijke overeenkomsten hebben

 Bijvoorbeeld het nu in het Nederlands vertaalde Strikken van Starnone leest bijna als een vervolg op Dagen van verlating (2003) van Ferrante. Beide boeken gaan over vrouwen die op vrijwel identieke wijze in de steek worden gelaten door vrijwel identieke mannen. Het grootste verschil is dat het ene boek vanuit vrouwelijk perspectief is geschreven (Ferrante) en het andere vanuit mannelijk perspectief (Starnone).

Gevraagd naar die overeenkomst antwoordt Starnone: “Verhalen zoals Strikken komen allemaal voort uit eenzelfde oerverhaal, namelijk het verhaal van Jason en Medea. Mijn boek is daarom vergelijkbaar met alle andere boeken die als thema verlating hebben. Dat is het enige dat ik erover te zeggen heb.”

Strikken is niet de eerste keer dat Starnone literair lijkt te spelen met Ferrante. Ook Ferrantes debuut Kwellende liefde deelt veel thema's met Starnones Via Gemito (De straat der klachten). Beide boeken spelen zich af in het arme gedeelte van Napels, draaien om een moederfiguur die naaister is, terwijl de vader in beide boeken een miskend kunstenaar is die bij de spoorwegen werkt. In de boeken komen dezelfde thema's voor, hetzelfde soort plotwendingen, dezelfde specifieke woordkeuzen zelfs.

Krakerige stem

Is dat echt allemaal toeval? “Het enige wat ik erover kwijt wil is dit: ik ben niet Elena Ferrante! Schrijf je dat op? Ik. Ben. NIET. Elena. Ferrante.” Het is de enige keer tijdens het hele gesprek dat Starnone zijn krakerige stem verheft. Direct erna neemt hij een nipje van zijn prikwater, legt het boekje van de rommelmarkt weer recht en vertelt over het gebouw waarop we uitkijken, waar in 1977 Una giornata particolare werd opgenomen, de filmklassieker waarin Marcello Mastroianni en Sophia Loren elkaar zoenen op het dak. Alsof Elena Ferrante nooit de revue passeerde.

Twee dagen na het interview is er een bijeenkomst van een groep internationale taalwetenschappers en wiskundigen op de universiteit van Padua. Ze vergeleken deze zomer 150 boeken van veertig Italiaanse auteurs en hebben nieuws, zeggen ze. De titel van hun onderzoek spreekt boekdelen: Drawing Elena Ferrante's profile.

Het bevestigt wat professor Loreto met zijn computeranalyse en de journalist die de winstuitkering volgde al bewezen: Domenico Starnone is Elena Ferrante.

Ik stuur Starnone een e-mail: of hij het niet vreemd vindt dat zijn eigen uitgever hem zo openlijk tegenspreekt?

Een paar dagen later belt zelfs de Nederlandse uitgever van Starnone op. “Vanwege de ontmaskering van Starnone als Ferrante verschijnt Strikken twee maanden eerder dan gepland in Nederland, namelijk op 18 september.” In een artikel op de website van de uitgever staat: “Wetenschappers toonden aan dat de in Italië veelgeprezen 74-jarige Domenico Starnone de wereldberoemde serie De Napolitaanse romans geschreven blijkt te hebben.” Naast de tekst staat een plaatje van het nieuwe Nederlandse boekomslag, waarop de naam 'Ferrante' bijna even groot is afgedrukt als de naam 'Starnone'.

Omdat ook ons interview hierdoor eerder wordt gepubliceerd, stuur ik Starnone vrijdag een e-mail. Ik vraag of hij het niet vreemd vindt dat zijn eigen uitgever hem zo openlijk tegenspreekt. Vindt hij het vervelend dat zijn boek, vanwege wat hijzelf roddels noemt, twee maanden eerder wordt uitgegeven? Is hij verbaasd? Boos? Is hij een soort omgekeerde Batman, omdat iedereen behalve hijzelf van zijn geheime identiteit op de hoogte is? Of is het allemaal een groot publicitair spel om zijn boekverkopen op te stuwen?

Een paar minuten later ontvang ik het laatste mailtje van Domenico Starnone - óf de man achter een van de meest succesvolle pseudoniemen ooit, óf de hoofdpersoon in een van de meest tragische vergissingen uit de recente literatuurgeschiedenis:

“Caro Jarl,

Ik herhaal wat ik eerder al zei: Ik ben niet Elena Ferrante.

Een groet, Domenico.”