Direct naar artikelinhoud
Mobiliteit

Het Woord van het Jaar is een schande sinds de vorige eeuw

Nog steeds krioelt het in Vlaanderen van de onveilige fietspaden
Beeld Bas Bogaerts

‘Moordstrookje’, een niet-verhoogd fietspad dat niet is afgescheiden van de rijweg, is verkozen tot woord van het jaar. “Achttien jaar geleden heb ik voor het eerst die term gebruikt”, zegt mobiliteitsexpert Kris Peeters. “Dat we het er vandaag nog altijd over hebben, is een illustratie van ons falend fietsbeleid.”

U kent ze wel, de extreem smalle fietspaden langs gewestwegen waar auto’s 70 kilometer per uur mogen rijden. Sinds twee decennia wordt daar op geregelde tijdstippen ook de term ‘moordstrook’ voor gebruikt, sommigen gebruiken zelfs de term ‘zelfmoordstrook’. Van Dale benoemt het nu als volgt: een fietspad dat vlak langs een weg ligt en daardoor zeer gevaarlijk is. 

Gisteren nog raakte in Merksem een fietsster zwaargewond bij een aanrijding op zo’n fietspad. “De auto en de fietsster reden beiden op de Bredabaan richting Schoten, toen de bestuurder de Oudebareellei insloeg, en zonder kijken de vrouw aanreed. De bestuurder is niet gestopt en doorgereden”, zegt Willem Migom van de Politiezone Antwerpen in Gazet van Antwerpen. Ook enkele maanden geleden haalde de term het nieuws, toen een 15-jarige jongen werd gegrepen door een auto toen hij naar huis terugkeerde na een volleybalwedstrijd. Op diezelfde steenweg in Haacht kwam drie jaar eerder al een zestienjarige fietser om het leven. 

Nieuw is de term dus niet, en toch werd hij dit jaar verkozen tot ‘Woord van het Jaar’. Van de 10.000 mensen die hebben gestemd, koos iets meer dan 21 procent hiervoor. Meer lieflijke woorden zoals ‘mangomoment’ of ‘groeipakket’ strandden uiteindelijk op een tweede en derde plaats. 

“Een duidelijk signaal”, zegt Wies Callens van de Fietsersbond. “Mensen zijn de onveilige en oncomfortabele fietspaden beu. Natuurlijk is het een cynisch woord, want het impliceert dat je iemand moedwillig doodt. Je zou het ook over een ‘alibifietspad’ kunnen hebben, een fietspad waar het nu eenmaal niet veilig is om op te rijden. Maar eigenlijk betekent dat hetzelfde.”

‘Een duidelijk signaal. Mensen zijn de onveilige en oncomfortabele fietspaden beu’
Wies Callens van de Fietsersbond

In Vlaanderen ligt ongeveer 7.700 kilometer fietspad. Bij een derde daarvan, zowat 2.500 kilometer, gaat het om ‘aanliggende fietspaden’. Dat betekent dat ze niet hoger liggen dan de rijweg en ook niet zijn afgescheiden. “In het ‘Vademecum van de fietsvoorzieningen’, opgesteld door het Agentschap Wegen en Verkeer, staat duidelijk dat er bij zulke fietspaden 25 centimeter moet zitten tussen het fietspad en het voorbijrazende verkeer”, zegt Callens. “Wel, 96 procent van die aanliggende fietspaden voldoet daar niet aan. Dat zegt genoeg.”

Rolstoel

Bij het Agentschap nuanceren ze dat cijfer. “Dit gaat enkel over de voorgeschreven breedte van de tussenstrook”, zegt woordvoerster Vera Daniels. “Dit betekent dus niet dat die 96 procent over alle parameters onvoldoende scoort.”

Hoe dan ook ontkent niemand dat er een groot probleem is met de veiligheid van de fietsinfrastructuur in Vlaanderen. “Heel veel fietspaden zijn gewoon niet breed genoeg”, benadrukt Callens. “Fietspaden die smaller zijn dan een meter? Die kom je geregeld tegen. Onlangs postte iemand op onze Facebook-pagina een foto van een fietspad van 64 centimeter breed aan een gewestweg waar ze 70 kilometer per uur mogen rijden. Een rolstoel is nog breder.”

Dat het in Vlaanderen nog steeds krioelt van de moordstroken, heeft verschillende redenen. Het is nu eenmaal niet zo eenvoudig om die hele weginfrastructuur aan te pakken. In vele gevallen moet er onteigend worden om meer ruimte te creëren voor de fietser. Allemaal complexe procedures die lang aanslepen.

‘Dat onze fietspaden in zulke slechte staat zijn, heeft heus niet alleen te maken met een gebrek aan middelen. Het is gewoon geen prioriteit’
Mobiliteitsexpert Kris Peeters

Politieke wil

“Anderzijds is het ook een kwestie van keuzes maken”, vindt mobiliteitsexpert Kris Peeters, auteur van onder meer De file voorbij (2010). “De dienst die instaat voor onteigeningen is al jaren structureel onderbemand. Hoe komt dat? Het getuigt op zijn minst van een gebrek aan politieke wil.”

En is de ruimte er wel, dan worden volgens Peeters niet altijd de juiste keuzes gemaakt. “Dan wordt er toch nog eerder plaats voorzien voor parkeerplaatsen dan voor de fietsen. Dat onze fietspaden in zulke slechte staat zijn, heeft heus niet alleen te maken met een gebrek aan middelen. Het is gewoon geen prioriteit. Ik hoor het Ben Weyts (N-VA, Vlaams minister van mobiliteit, SV) graag zeggen dat er ‘nog nooit zoveel is geïnvesteerd in fietsinfrastructuur’. Feit is dat het nog altijd veel te weinig is.”

Al in 2000 had Peeters het over het ‘moordstrookje’ in zijn boek Het voorruitperspectief. Hij was daarmee een van de eersten die het woord gebruikte. Dat Vlaanderen er twintig jaar later nog steeds vol van ligt, vindt hij schrijnend. “Dit is een illustratie van ons falend fietsbeleid.”

Vlaams minister van mobiliteit Ben Weyts (N-VA) wenste niet te reageren. 

Lees ook:

Hoofdredacteur Bart Eeckhout over het ‘moordstrookje’: Te veel fietsers krijgen een te klein deel van de openbare ruimte toebemeten. Daar komen ongelukken van