Direct naar artikelinhoud
Avant-garde

Tony Conrad: seks, drugs en een rare rol

Tony Conrad.Beeld rv

Hij hielp The Velvet Underground aan hun naam, beschouwt Andy Warhol als een ordinaire jatmoos, bedacht de eerste dronemuziek en ontmoette zijn vrouw in een erotische undergroundfilm. Yep, Tony Conrad had een spannender leven dan u en ik. Get over it.

“Maak alle Serieuze Cultuur gelijk met de grond”, was zowat zijn levensleuze. Bij leven en welzijn vielen de woorden van Tony Conrad vaak in dovemansoren. Maar de documentaire Tony Conrad: Completely in the Present probeert daar postuum verandering in te brengen. In de Vooruit start donderdag het Eastern Daze-festival. Een van de blikvangers is deze docu over een “radicale vernieuwer".

Vorig jaar in april legde deze spilfiguur van de New Yorkse avant-garde de duimen tegen prostaatkanker. Maar aan het eind van zijn leven was hij toe aan een comeback. Tyler Hubby, die ook meewerkte aan The Devil and Daniel Johnston, was bevoorrechte getuige, en legde zijn leven vast in een verre van conventionele documentaire.

Conventies overboord

Erg toepasselijk, want ook Conrad was iemand die alle bestaande conventies liefst overboord gooide. “Na één seconde herken je de hand van Tony in élk muziekstuk”, beweert Jim O’Rourke, voormalig vijfde bandlid van Sonic Youth. In cultkringen werd Conrad om die reden zelfs beschouwd als een van de meest invloedrijke muziekscheppers uit de 20ste eeuw. Maar de artiest zelf had diezelfde aanbidders waarschijnlijk een flinke hengst voor hun kanis verkocht.

Tegen alle toenmalige regels in ontwikkelde deze beeldenstormer een nieuwe muzikale taal. Conrad bewerkte zijn viool alsof een nest kittens brutaal de nek werd omgewrongen – de woorden van zijn publiek, niet de onze. “Ik wilde een eind aan compositie maken”, vertelt hij ergens in de docu.

'Sommige mensen dachten dat we gek waren, of knetterhigh van de drugs'
Tony Conrad

Die destructieve impuls vertaalde hij ook naar zijn audiovisueel werk. In zijn bekendste film, The Flicker (1966), bombardeerde hij je bijvoorbeeld met stroboscopische flitsen van zwarte en witte vlakken, die op hun beurt optische kleureffecten sorteerden – of in het slechtste geval een epileptische aanval. Zowat simultaan bevroeg en ondermijnde Andy Warhol dezelfde wetten van kijken en luisteren, wat Conrad niet zinde: “Ik vond hem lang een copycat, een dief.” Geen wonder dat Conrad later nog vérder ging in zijn experimentele aanpak.

Zo bedacht hij ook de eerste dronemuziek in het Westen. “Sommige mensen dachten dat we gek waren, of knetterhigh van de drugs”, vertelde Conrad op zijn sterfbed aan The Guardian. Of hij ook écht van de wereld was? “Natuurlijk!” De artiest was natuurlijk diepgeworteld in het New Yorkse nachtleven van de sixties, waar drugs makkelijker te scoren waren dan een yellow cab. In die scene ontmoette hij ook “Queen of the Underground” Beverly Grant – in de erotische undergroundfilm Normal Love (1963), waarin Conrad een mummie speelde.

Boekje over seksuele afwijkingen

Tussendoor richtte hij ook het Theatre of Eternal Music-collectief mee op, waar onder anderen John Cale deel van uitmaakte. Conrad speelde verder in The Primitives van Lou Reed. Onrechtstreeks was hij daarmee verantwoordelijk voor het ontstaan van The Velvet Underground. De groepsnaam leende Cale trouwens bij een boekje over seksuele afwijkingen dat hij in Conrads appartement zag rondslingeren.

“Mensen weten niet wie ik ben”, zei Conrad kort voor zijn levenseinde. “Maar op de een of andere manier zul je geaffecteerd worden door wat ik deed. Mijn anonimiteit was nooit een bezwaar. Ik haat roem.” Wie toch postuum hulde wil betonen aan deze spilfiguur van de avant-garde, moet donderdag naar Eastern Daze in Gent.

Eastern Daze loopt van 23/11 tot 25/11 in de Vooruit, Gent. vooruit.be