Geen 'gelijke monniken, gelijke kappen' meer bij de politie

Utrecht

De Nationale Politie discrimineert de Rotterdamse politiemedewerkster Sarah Izat (26) door haar te verbieden een hoofddoek te dragen in combinatie met haar uniform. Dat oordeelt het College voor de Rechten van de Mens.

De medewerkster heeft weinig contact met burgers en het College is er niet van overtuigd dat het verbod voor de betrokkene noodzakelijk is. Haar werkzaamheden bestaan vooral uit het beantwoorden van het 0900-servicenummer en het opnemen van aangiften via een videoverbinding. Zij doet haar werk in burgerkleding en draagt een hoofddoek. Al haar directe collega’s die hetzelfde werk doen, dragen dagelijks hun uniform. Izat wil dit ook, maar het politiekorps staat dat niet toe in combinatie met haar hoofddoek. Het College beperkt zich in de uitspraak puur tot deze werksituatie en laat zich niet uit over het al dan niet dragen van een hoofddoek door agenten die wél meer contact hebben of op straat komen.

niet bindend

De uitspraken van het College zijn niet bindend. Toch doet deze de gemoederen hoog oplopen. ‘Gelukkig kunnen we deze bizarre uitspraak naast ons neerleggen’, reageerde de VVD op zijn Facebookpagina. ‘Want natuurlijk hoort een hoofddoek niet bij een politie-uniform. Net zoals een SP-button, een ADO-sjaal of een kruisteken daar niet bij horen. De overheid moet namelijk neutraal zijn. De politie moet neutraal zijn.’

NIDA, de door de islam geïnspireerde Rotterdamse politieke partij, noemt de uitspraak juist ‘hoopvol’ en pleit voor een landelijke proef met een hoofddoek bij de politie.

De Amsterdamse hoofdcommissaris van politie Pieter-Jaap Aalbersberg opperde in mei in het AD de hoofddoek weer toe te staan, om het politiekorps een betere afspiegeling van de maatschappij te laten zijn. In een aantal landen mogen politievrouwen wel een hoofddoek dragen, bijvoorbeeld in Groot-Brittannië, Canada en Australië. Daar mogen politiemannen die het sikhisme (een religie afkomstig uit India) aanhangen ook een tulband (dastar) dragen.

gedragscode

Voor de Nederlandse politieambtenaren geldt sinds 2011 de gedragscode lifestyle-neutraliteit. Bij hen zijn zichtbare en herkenbare tekens van onder andere (levens)overtuiging, religie en politieke overtuiging verboden. Deze gedragscode is opgesteld in 2011 onder Rutte I, het kabinet waarin de PVV optrad als gedoogpartner.

‘In het regeerakkoord was toen opgenomen dat medewerkers van de politie en de overheid een neutrale uitstraling moeten hebben’, vertelt Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP. ‘Het was gelijke monniken, gelijke kappen, maar door deze uitspraak zullen meer politiemensen om een uitzondering op de regel vragen’, verwacht hij. ‘Wij hadden de vrijheid niet om zelf te bepalen hoe om te gaan met collega’s die een kettinkje met een kruis dragen of die een tatoeage hebben. Daarom voelen we ons nu niet vrij om die gedragscode te schrappen.’ Minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie wil daarvan ook niets weten, liet hij maandag weten in reactie op het oordeel.

Sarah Izat wil met de politie in gesprek om te kijken of zij voortaan haar uniform én hoofddoek mag dragen tijdens haar werk. <