Een tiener uit Schelderode raakte vrijdag geklemd in zijn trampoline. De jongen maakte tijdens het springen vermoedelijk een verkeerde beweging en kwam slecht terecht. De hulpdiensten moesten hem bevrijden en brachten hem naar het ziekenhuis.

Er gebeuren wel vaker ongevalletjes op de trampoline. Op de dienst spoedgevallen van het UZ Gasthuisberg werden in 2015 een vijftigtal kinderen tussen 6 en 12 jaar binnengebracht na een ongeval op de trampoline. Per honderd spoedgevallen is er in Vlaamse ziekenhuizen gemiddeld anderhalf ‘trampolinegerelateerd’. Dat blijkt uit onderzoek van de KU Leuven waarover Het Laatste Nieuws vandaag bericht. Bijna altijd gaat het om armletsels. In tien procent van de gevallen van de gevallen zijn er verwondingen aan het hoofd, soms zelfs met neurologische gevolgen zoals verlamming.

Te laag veiligheidsnet

Barbara Bosch, arts aan het UZ Leuven, bestudeerde in het kader van haar doctoraat samen met professor Christiane De Boeck trampoline-ongevallen in binnen- en buitenland. Ze formuleerden ook aanbevelingen die leidden tot een Europese veiligheidsnorm. Daarin wordt onder meer bepaald dat het frame een beschermrand moet hebben. Ook de sterkte van het frame, de netten en de trap is gereguleerd. ’Er werd ook vastgelegd dat kinderen pas vanaf drie jaar op de trampoline mogen spelen’, zegt Barbara Bosch.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onderzocht vorig jaar vijftien speelgoedtrampolines. Bij alle vijftien was er wel iets aan te merken op de veiligheid. Bij sommige trampolines was het veiligheidsnet te laag of raakte het gemakkelijk los. Er werd ook gekeken naar het beschermkussen op de veren. Als dat te klein is, kunnen de benen tussen de veren van de trampoline terechtkomen.

Bij een aantal trampolines waren de veiligheidswaarschuwingen onvolledig. Bij één trampoline raakte de poot los tijdens het springen.

Hoe lager, hoe beter

In ons land onderzocht de FOD Economie acht types van trampolines. Vijf daarvan werden in 2016 uit de handel genomen. ‘Maar na nacontroles bleek dat de fabrikanten aanpassingen gedaan hadden’, klinkt het op het kabinet van minister van Consumentenzaken Kris Peeters (CD&V).

Toch waarschuwt Kind en Gezin op zijn website nog altijd voor de risico’s. ‘Veel ongevallen gebeuren door gebrek aan toezicht. Het is belangrijk om de kinderen niet uit het oog te verliezen’, is hun advies.

Volgens het onderzoek van Bosch en De Boeck gebeurt 75 procent van de ongevallen omdat er verschillende mensen tegelijk op de trampoline springen. Voor het kind met het lichtste gewicht is dat het gevaarlijkst.

‘Een ingegraven trampoline is het veiligst, omdat kinderen dan van minder hoog vallen’, zegt Barbara Bosch. ‘Zo vermijd je ook ongevallen met heel kleine kinderen, die vaak onder de trampoline door kruipen.’

Als kinderarts wil Barbara Bosch ook de positieve eigenschappen van de trampoline benadrukken. ‘Het is een buitensport, die best intensief is. Daarom is het zeker een goed alternatief voor computerspelletjes. Trampolines verbieden is zeker een brug te ver.’