“Als één ding zeker is, dan is het dat geld, macht en roem erotiseren”

© BELGAIMAGE

Hij is de meest succes­volle Nederlandstalige artiest ooit, maar moest de voorbije jaren vaak barsten lijmen in die sterrenstatus. Hij verloor zijn fortuin bij een faillissement en werd geveld door een beroerte. En dan was er nog die belasting­ontduiking. Maar nu, op zijn vijftigste en met zijn nieuwe plaat Thuis, slaat Marco Borsato terug. “Als mensen met leedvermaak zeggen: Zie, niet alles lukt in zijn leven, snap ik die reactie best.”

Benjamin Praet

Geen trouwfeest zonder Rood, DromenZijn ­Bedrog of Ik Leef Niet Meer Voor Jou. Maar vereng zijn hits niet tot de vijf minuten roem van een zatte nonkel op de dansvloer: al decennia vult noorderbuur Marco Borsato ook bij ons met schijnbaar gemak de grootste zalen en festivalterreinen. En hij heeft imitatoren zat. Dan heb je het helemaal gemaakt. En toch is er iets veranderd. “De jongste jaren is er wat naïviteit weg. Ik was daarvoor altijd kinderlijk enthousiast. Dat enthousiasme is gebleven, maar ik ben nuchter geworden. Dat heeft te maken met de klappen die het leven je geeft. Met zakelijke tegenslagen, met de gezondheid die niet altijd top is.”

In september 2009 raakte Borsato ineens zijn ­hele vermogen kwijt, dat drie jaar eerder nog op 27 miljoen euro werd geschat. Ook al bleek later dat hem geen schuld trof in het faillissement van zijn bedrijf The Entertainment Group, hij zag de grond vanonder de voeten geslagen. En begin 2014 werd hij geveld door een lichte beroerte. “Dan hoor je anderen met enig leedvermaak zeggen: Zie, niet álles lukt in z’n leven. Het gekke is: menselijkerwijs snap ik die reactie ook. En op dat moment gunnen ze je het succes weer. Maar wat denk je? Natuurlijk heb ik ook verdriet, natuurlijk heb ik ook pijn.”

Het heeft ertoe geleid dat Borsato tegenwoordig “graag praat over het licht, en niet zozeer over de schaduw”. “Je hebt mensen die constant benoemen wat er misgaat, maar ik ben een optimist in al m’n vezels. Die houding is aangenamer voor jezelf, maar ook voor je omgeving.”

Zeg dat tegen de alleenstaande moeder met drie ­kinderen in een klein huurappartementje die moet ­ploeteren om rond te komen.

“Ik stel me die vraag soms ook: is dat een keuze, of heb je die keuze niet? Ik begrijp dat sommigen vinden dat ik makkelijk praten heb, maar ik ken mensen die het heel zwaar hebben, die alleen zes kinderen moeten opvoeden, en toch positief blijven. Dat wil niet zeggen dat dat vanzelfsprekend is, uiteraard. Weet je, als je het leven negatief benadert, heb je aan het einde van de dag net zoveel geld als wanneer je positief bent. Maar met positiviteit bind je mensen aan je die je uit die sleur kunnen halen. En door het leven te omarmen, kan je uit die negatieve spiraal geraken. Anders loop je iedere keer de trap af.”

Dat klinkt als een hoop oneliners.

“Het zijn levenslessen.”

Opgedaan uit eigen ervaringen, dus?

“We hadden het vroeger thuis ook niet breed. Heel mijn jeugd hebben we moeten schrapen om rond te komen, en van mijn krantenronde moesten we eten. Mijn moeder zei dat niet zo, ze spaarde ons, maar op een gegeven moment merk je dat. Ik was de oudste, en mijn jongste broer wou ook ­Nike-schoenen en later een brommertje. Maar dat ging niet. Dus probeerde ik mijn moeder te back-uppen: Niet nu, Armando, maar dat komt misschien nog wel. Dat heeft voor een heel sterke band gezorgd tussen mama en mij.”

Jullie verhuisden naar Nederland toen je twee was, jouw vader bleef in Italië een restaurant runnen.Was dat een gemis?

“Mijn moeder was papa en mama in één. Ik kwam niets tekort, maar ja, ik heb een vaderfiguur gemist. Mijn vader leerde mij geen banden plakken, bijvoorbeeld. Ik ben niet zo handig. Maar als mijn kinderen zeggen: Pap, mijn spatbord zit los, nou, dan ga ik wel even de sleutel pakken.”

Heb je het gevoel dat je jouw afwezige vader probeert te compenseren?

“Ik ben een vader… (zwijgt even) Ik sta als eerste op ’s ochtends, ik smeer de boterhammetjes en zie dat de kinderen naar school gaan. Ongeacht hoe laat ik thuis ben. Ja, dat heeft misschien met compensatiedrang te maken. Zodra Leontine (Borsato-Ruiters, zijn vrouw, nvdr.) van de borstvoeding af was, had ik zoiets van: Nou, hier ben ik, ik ben er wél. Als Luca viel als kind, kwam hij naar mij voor een pleister. Dat vind ik mooi.”

Vinden jouw kinderen een bekende papa een voordeel?

“Mijn oudste zoon (Borsato heeft twee zonen van 18 en 16, en een dochter van 14, nvdr.) is een denker. Die voelt de legacy van zijn vader en dat belemmert hem in zijn vrijheid. Ik sprak er deze week nog over met ­André Hazes Jr. Het is voor zulke kinderen best lastig om in je voetstappen te gaan. Ze zeggen dat niet, maar ik zie dat wel. Hij is muzikaal en heeft een heel goede stem, maar zal niet zomaar op een feestje de microfoon pakken. Want dan is hij ineens de zoon van.”

© BELGAIMAGE

Weegt die voortdurende aandacht niet op jouw gezin?

“Als we een concert meepikken, zitten de fotografen ook bovenop ons. En gaan we naar een pretpark, dan voel ik me zelf de attractie. Toen de kids wat jonger waren, vonden ze dat best lastig. Maar nu snappen ze dat beter. Dan zeg ik: Jongens, rond dat uur ben ik op die plek, en dan doen we een rondje foto’s maken. Je moment kiezen, iedereen bedienen, en het is klaar. Dat werkt prima.”

Daarvan gaan ze toch naast hun ­schoenen lopen?

“Dat valt mee. Natuurlijk is het lastiger als je leeft in relatieve weelde. Maar uit de schaduw van vader en moeder stappen, dat wordt hun grootste uitdaging. Als ze net zo succesvol willen worden, of succesvoller, moeten ze een hele inspanning leveren. Tegen die spoken moeten ze op, en dat vergt zelfkennis. Het hoogste goed dat je hen als ouder kunt geven, is dat ze met zelfvertrouwen opgroeien. En hopen dat ze iets vinden waarin ze goed zijn.”

Wat voor kind was je zelf?

“Ik was enorm verlegen, te verlegen eigenlijk om dit vak te kiezen. Als ik mijn naam hoorde, keek ik naar beneden. Dat is nog steeds een beetje zo. Als ik een kamer binnenwandel, is het niet zo dat ik automatisch de aandacht opeis. Maar als ik het po­dium op ga, weet ik dat ik die aandacht moet pakken. Daarna ga ik graag op in de massa. Ik heb niet die constante bevestiging nodig.”

“Ik wist als kind wel: ik ben iemand die gezien mag worden. Ik wist alleen nog niet hoe ik dat moest aanpakken. Mijn moeder zei altijd: Wees je eigen visitekaartje. En ook, iets wat ik nooit vergat: De kabeldrager van nu is de regisseur van morgen. Iemand kan nu de toiletjuffrouw zijn, maar volgende week is ze de baas van de zaak.”

Het is leuker als baas van de zaak, niet?

“Als één ding zeker is, dan is het dat roem, macht en geld erotiseren. Die krachten en verleidingen hebben ­natuurlijk aan mij getrokken. Alleen: het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen. En ik heb gewoon echt een leuke, knappe vrouw. (buigt zich naar het bandrecordertje) Schrijf maar op: een leu-ke, knap-pe vrouw. (lacht) Het is niet dat zij aandacht tekortkomt. Veel mensen snappen dat niet, maar als je zo lang succesvol wilt zijn, is dat hard werken. Iedereen denkt: Die laat zich lekker van de ene plek naar de andere rijden in limo’s. Maar hoeveel succesvolle mensen geraken niet aan lagerwal? Velen beseffen niet hoe psychisch belastend succes is.”

Op dat moment wordt de cocaïne ­aangereikt op een schaaltje?

“Ik gebruik geen drugs en rook niet. Velen vinden dat soft.”

Hoe is de band met jouw collega’s?

“Als je succesvol bent, kaap je ook succes van anderen weg. Dan komt er afgunst. Ik heb momenten gehad dat ik een plaat uitbracht en het 400 procent beter deed dan de nummer twee. Dan durfde ik amper vertellen dat mijn album al enkele keren platina had. Natuurlijk wou ik dat van de daken schreeuwen, maar dan zou iedereen zeggen: Daar heb je die opschepper weer. Er zijn tijden geweest dat de successen elkaar zo snel opvolgden dat ik de ene spijker voor mijn gouden plaat nog niet in de muur had geslagen, of daar was de volgende al.”

Leidt dat niet tot haast onleefbare druk?

“Het mooie van die constante druk is dat je je kunt wapenen. Maar af en toe, als je wordt teruggeworpen door ziekte of pech, helpt dat om alles weer in de juiste rangorde te zetten. Mijn zakelijke tegenslagen hebben druk gezet op elk aspect van mijn leven, ook op mijn relatie, maar zo ging ik opnieuw beseffen: ik zit in het vak voor het genot en het plezier, niet voor het geld.”

© BELGAIMAGE

En dan krijg je ineens een beroerte.

“Ik was op weg naar een optreden toen mijn gezichtsveld begon te vernauwen. Alles werd wazig. Ik dacht eerst: misschien is het gewoon een flauwte. Ik had tenslotte niet ontbeten. Maar na twee chocoladerepen was het nog niet over. Ik ging langs het ziekenhuis en daar bleek het ernstiger dan gedacht. Dat heeft de hele boel op scherp gezet. Ik had misschien nooit meer kunnen zingen. En als die beroerte zich had doorgezet, was het gewoon gedaan geweest.”

Het maakt je weer sterfelijk.

“Ja, en héél kwetsbaar. En je wordt opnieuw dankbaar voor wat je kunt. Na mijn eerste optreden na mijn herstel hield het applaus minutenlang aan. Ik werd er emotioneel van. Ik besefte weer wat ik voor die mensen beteken, maar net zozeer andersom. Dat was onvergetelijk.”

Heb je het lastig met ouder worden?

“Behalve zulke kwaaltjes, bedoel je? (lacht) Nee, ik heb daar geen problemen mee. Sterker nog: ik zou niet meer jong willen zijn. Ik voelde me het lekkerst net na mijn dertig, maar als ik zie wat ik daarna nog heb geleerd, vind ik het prima zo. Ik ben evenwichtiger, stabieler, meer in ­balans. In het verleden heb ik loyaliteit soms zo hoog in het vaandel gedragen dat ik niet meer loyaal was aan mezelf.”

Stel dat het fout was gelopen. Hoe ­hadden we jou moeten herinneren?

“Als een toegewijd man, respectvol naar zijn omgeving, en als iemand die gewoon lekkere liedjes heeft nagelaten waar nog hele generaties van gaan genieten.”

Voel je de hete adem van de jongere ­generatie muzikanten nog niet?

“Muziekstromingen komen en gaan. Dat heb je met hiphop, dat heb je met dance. Het mooie is dat mijn muziek zo tijdloos is dat ik al die stormen heb kunnen doorstaan. In dat opzicht voel ik geen druk van die jonge wolven. Ik ga uit van mijn ­eigen kracht, want angst is de slechtste raadgever.”

Da’s weinig bescheiden.

“Ik ga me niet groter voordoen dan ik ben, maar ook niet kleiner.”

‘Thuis’ heet je nieuwe plaat. Wat ­betekent dat voor jou?

“Thuiskomen kan van alles zijn. Een fysieke plaats, met je vrienden in de kroeg, een state of mind. We weten allebei wat ermee wordt bedoeld, en toch kan het voor jou en mij verschillen. Het gaat om de emotie die gepaard gaat met een plek waar je welkom bent en je veilig voelt. Enkele maanden geleden werd in Zuid-Afrika een bus met Nederlanders overvallen. Een vrouw die erbij was, stuurde me later een e-mail: Ik dacht dat ik thuis nooit meer zou zien. Die emotie, die drang, dat vat het precies.”

Lig je nog wakker van albumrecensies?

“Als je iets met zo veel liefde en ­intensiteit doet, blijft dat altijd een gevoelig punt. Wie net een kind heeft gebaard, wil ook niet dat de buurvrouw het een lelijk opdondertje vindt. Maar ik heb geleerd om met kritiek om te gaan. Breng ik een plaat uit, dan is er altijd commotie. De ene vindt dat ik te veel marketing doe, een ander vindt het niet bijzonder genoeg. Je kunt als kok niet naar alle monden koken.”

Onlangs kreeg je wel bakken kritiek op jouw zang in ‘RTL Late Night’.

“Ik lees Twitter niet, maar ja, ik heb dat meegekregen. (zucht) Dat was voor mij zo’n dag… Ik was al heel vroeg op, en dat was een liedje dat ik voor het eerst speelde. Als je dan om half twaalf ’s avonds aan de beurt bent, is de scherpte er soms af. Maar ik probeer me daar niet op te focussen. Ik merk wel dat de media Twitter als een makkelijk argument gebruiken om een boodschap of een artikel te brengen. Tja, je kunt over elke artiest wel iets positiefs en iets negatiefs vinden op de sociale ­media.”

Je bent wel actief op diezelfde sociale media.

“Op Instagram. Ik beheer mijn ­eigen account, want fotografie is een hobby van me. Net voor dit interview nam ik een foto van dit gebouw, die ik meteen online zwierde. Hoe heet het hier? Het Felixpakhuis (in Antwerpen, nvdr.), zeg je? Toen ik naar binnen liep, dacht ik: Wauw, fantastisch.(haalt zijn gsm boven en toont trots zijn foto’s) Ik heb 342.000 volgers, ik ben me bewust van mijn publieke functie. Maar ik wil vooral laten zien dat ik niet anders ben dan jullie.”

Je gebruikt jouw invloed ook als ambassadeur van War Child, dat zich inzet voor kinderen in oorlogsgebied.

“Ik ga hier naar de supermarkt en kan kiezen uit veertien soorten pindakaas. Da’s toch te gek? Onlangs verloor ik met mijn winkelkarretje mijn evenwicht en belandde ik twee seconden op de rijweg. De wagens begonnen meteen te toeteren. Dan denk ik: Hou toch op, waar maak jij je druk om? Zo iemand wil ik meesleuren naar een oorlogsgebied en tonen: dit is waar het om gaat.”

Word je soms moedeloos van dat onbegrip?

“Ik probeer dat te vermijden, maar ik zie dat de maatschappij polariseert. Ze wordt harder. Ik zeg niet dat iedereen moet denken zoals ik denk. Ik vraag ook niet dat je jouw portemonnee leegschudt. Maar in debatten waar het hard tegen hard gaat, gaat iedereen steeds luider tegen elkaar schreeuwen. Daar word je niet verstaanbaarder van. Dan kan je beter iets op een zachte toon en met subtiliteit neerzetten. Anders is het toch maar: we leggen ons ding naast elkaar, en wie heeft de langste?”

Gelukkig vinden we troost in jouw ­muziek.

“Dat vind ik zo mooi aan muziek: dat die troost en comfort kan bieden. Ik doe dit bijna 27 jaar. Mensen hebben een verleden met mij opgebouwd. Liefdes ­leren kennen en misschien weer kwijtgeraakt. De eerste kus op de dansvloer. Zulke momenten wil ik blijven creëren. Niet slecht, voor ­iemand die begon in de Soundmixshow en die vooroordelen steen voor steen heeft moeten afbreken. Anders was ik al lang gestopt. Ik wilde niet als B-zanger allerhande feestjes moeten afstruinen om toch maar in beeld te blijven.”

Lees meer

Hoofdpunten

Keuze van de redactie

Video