© Luc Daelemans

Erik Gerits: “KRC Genk moet heel Limburg achter zich krijgen”

“Wil je geen 500 naamkaartjes?”, grapt Erik Gerits (49) als ik hem zijn mailadres van de provincie vraag. Om maar te zeggen dat zijn vertrek als gedeputeerde niet vooraf gepland was. Hij heeft er wel stiekem op gehoopt, op de functie van algemeen directeur bij Racing Genk, maar het mocht gerust nog een legislatuur later zijn.

Guy Thuwis

De foto van Gerits die zijn rood-witte provinciesjerp aan de kapstok hangt, zegt alles in een beeld. Op de achtergrond de muur van zijn kantoor, geïllustreerd met een imposante kaart met zijn twee passies: links beneden het provinciehuis en rechtsboven de Luminus Arena. Het was nog de bedoeling de economische pijlers van de provincie op de kaart te markeren, maar die tijd heeft de gedeputeerde niet meer gehad.

Op 1 juni stopt u als gedeputeerde en begint dan voltijds als CEO van KRC Genk. Hoe zwaar was de combinatie?

“Ik ben opgelucht dat ik mij volledig op KRC Genk kan focussen, want beide jobs zijn enorm zwaar.”

Bent u nog op vakantie geweest?

“Een weekje Kreta en af en toe een citytrip. Dat zijn de weinige kostbare momenten die ik samen met mijn vrouw en dochtertje doorbreng. Meer zit er voorlopig niet in.”

U heeft alle provincieraadsleden een bedankbrief en doosje Genkse pralines gegeven. U bent een warm mens.

“Iedereen is ook altijd constructief naar mij geweest. Ik heb niet de indruk dat ik door een achterpoortje moet wegvluchten.”

Politiek of voetbal? Hoe moeilijk was het kiezen?

“Het was de keuze tussen de club van mijn hart en mijn politiek engagement waarin ik geloofde te kunnen meewerken aan de versterking van Limburg. Ik deed het allebei met hart en ziel, daarom heb ik in het verleden nooit gekozen. Het was uiteindelijk de keuze van het hart.”

Zijn er gelijkenissen tussen beide werelden?

“Het samenwerken. Voor veel mensen is politiek overbodig en voetbal een bijzaak, weliswaar de belangrijkste. Mijn motto is altijd: groei is geen toeval, het is het gevolg van krachten die samenwerken.”

© Luc Daelemans

U gaat nog opkomen voor de gemeenteraadsverkiezingen.

“Ik kom op om de partij te steunen die me unieke kansen heeft gegeven. Ik ambieer geen uitvoerend mandaat meer, maar zou nog graag in de gemeenteraad zetelen. Mijn hart klopt nog altijd voor de stad Genk.”

U bent pas in 2006 in de politiek gestapt. Waarom bij CD&V?

“Het was op vraag van toenmalig burgemeester Jef Gabriëls. Ik voel me het beste in het centrum. In sommige dossiers ben ik liberaal, in andere sociaal.”

Schepen of gedeputeerde, waar heeft u de meeste voldoening uitgehaald?

“Als schepen sta je veel dichter bij de mensen en je realisaties. Het enige nadeel is dat je moet functioneren in de schaduw van een burgemeester, in Genk met Wim Dries trouwens een heel sterke burgemeester. Als gedeputeerde kun je zelf zaken realiseren, maar denk je meer op strategisch niveau.”

Welke opdracht als gedeputeerde was het moeilijkst?

“De opstart, want als je halverwege de legislatuur binnenkomt, is het heel moeilijk om dingen te realiseren. Vanaf 2017 heb ik wel mijn eigen beleid kunnen bepalen. Nog moeilijker was het moment om te zeggen dat ik ging stoppen.”

Wist u dat zo’n moment kon komen?

“Ik had er misschien in stilte op gehoopt ooit algemeen directeur van KRC Genk te worden. Maar dan liefst iets later zodat ik nog een legislatuur deputé zou kunnen zijn. Ik heb hier heel veel zaadjes geplant en ik hoop dat mijn opvolger ze oogst.”

Waaraan bewaart u de beste herinnering als deputé?

“Ik voel dat we als provincie terug onze plaats ingenomen hebben in het economisch weefsel. Dat gevoel was een beetje afgeknot. Er heerste iets van: ‘Wat doen de provincie en Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij eigenlijk nog?’. Nu worden we weer gezien als goeie partners in de economische ontwikkeling van Limburg.”

Heeft de afbouw van de provincie meegespeeld in uw keuze?

“Absoluut niet. Ik denk dat je de waarde van een functie pas kunt inschatten als je ze zelf kunt bekleden. Mijn idee was eerder: als ik er nog zes jaar zou kunnen bijdoen, zou ik er nog een lap op geven om het economische beleid te bepalen.”

Anderzijds heeft een stad als Genk nooit goed ‘geaccordeerd’ met de provincie.

“Genk is een goed geoliede machine die sterk is in het schrijven van Europese dossiers. Maar niet alle steden en gemeenten hebben dat en het is echt geen evidentie om naar meer fusies te gaan.”

Daarom is het provinciebestuur in Limburg nodig?

“De schaalgrootte van de provincie is inderdaad nodig. Er zijn enorm veel uitdagingen die onze steden en gemeenten niet aankunnen. Het moet dan van de provincie komen en ik zal er vanaf Stadionplein 4 over waken dat er ook na de verkiezingen ‘power’ zit in de nieuwe deputatie.” (lacht)

Heeft Limburg genoeg troeven om op economisch vlak een normale Vlaamse provincie te blijven?

“Belangrijk is dat we het aantal starters op niveau houden, dat bedrijven blijven innoveren en dat onze politici in Brussel op tafel blijven kloppen. Niet alles moet naar de Vlaamse ruit. Als je in Limburg verkozen bent, moet je de rechten van Limburg verdedigen.”

Het blijkt moeilijk te zijn om in het groene Limburg nieuwe industrieterreinen aan te snijden.

“Ik ben van mening dat er een goed evenwicht moet zijn tussen ecologie en economie. Als we afspraken maken, moeten we die houden en met een stem spreken.”

In het dossier Essers was de afspraak dat er geen uitbreiding meer zou komen in Winterslag.

“Voor mij kon het daar wel omdat de waarde van het bos nooit 100% bewezen is. Bovendien is het bedrijf heel ver gegaan en had men meer dan voldoende compensatie voorzien.”

Wie is uw voorbeeld in de politiek?

“Van mij krijgt elke politicus van welke partij ook die eerlijk en correct is, hard werkt en dingen realiseert in plaats van om de haverklap commentaar te geven en te tweeten, alle steun en respect.”

Hoe bent u in de voetballerij gerold?

“25 jaar geleden ben ik tijdens een vakantie gevraagd voor een denktank over innovatieve dingen als stadionbeleving. De abonnementenverkoop was toen ook bezig en ik heb mijn eerste contract gekregen als secretariaatsmedewerker. Ik heb daarna heel veel geledingen doorlopen, van supporter achter de goal tot de businessseats.”

Welke match is u het meest bijgebleven?

“De kwalificatiematch voor de Champions League tegen Sparta Praag in 2002. We hadden thuis 2-0 gewonnen maar stonden in Praag 4-2 achter. Nog altijd geplaatst dus, maar dat was zo’n stresserende wedstrijd… Ik ben dan naar de kantine gegaan omdat ik niet meer durfde kijken. Zelfs achteraf in het hotel zat de stress nog op mij.”

Het gaat de laatste jaren wat minder. Kan de club met de barragematch zondag haar seizoen nog redden, denkt u?

“Moet ons seizoen gered? Daar ben ik het niet mee eens. Het klopt dat we het dit jaar tot aan de winterstop wat moeilijker hadden. Sinds de komst van Philippe Clement mogen we echter spreken van een positieve vibe.”

Is een Europees ticket geen must?

“Het zou de kers op de taart zijn en dat verdienen we ook. Door een onvoorziene uitslag (de 0-1 van Gent in Brugge, nvdr) moeten we nu nog een testwedstrijd spelen.”

Het stadion raakt moeilijk uitverkocht. Naar tv kijken is voor velen blijkbaar toch leuker dan naar het stadion komen.

“We zitten inderdaad met de concurrentie van de betaaltelevisie en de kalender wordt maar mondjesmaat duidelijker. Het is aan ons om te zorgen dat de beleving in het stadion verbetert. We moeten groeien in sportieve resultaten en zwaar investeren in customer experience.”

Volgens Patrick Janssens komen de gouden tijden niet meer terug.

“Het is geen gemakkelijke opdracht, we zullen er jaren aan moeten werken, maar het kan. Andere clubs kunnen het ook.”

Waar lukt het dan wel?

“Ik denk aan de Duitse clubs. Die hebben natuurlijk een groter winningsgebied, maar daar zit nog sfeer in het stadion.”

Veel Limburgers gaan daarom in pakweg Mönchengladbach kijken.

“Klopt, en er gaan er ook veel naar Standard, Anderlecht of Brugge. Wij moeten heel Limburg achter ons krijgen. Sint-Truiden is de club van Haspengouw, Genk moet de club van Limburg zijn.”

De focus ligt in Genk op jonge talenten, maar blijkbaar is dat onvoldoende voor het publiek. Dat wil resultaten zien.

“We hebben inderdaad een bepaalde strategie voor sommige spelers als tussenstap naar een grotere competitie. Hopelijk kunnen we de grotere talenten nog jaren aan ons binden. De supporters hebben gelijk, we moeten resultaten halen. Maar in ons financieel plan moeten we ook een bonus halen uit de transfers.”

Heeft Genk een nieuw stadion nodig?

“Op termijn absoluut. Als we willen groeien en meer beleving in het stadion willen krijgen. Je ziet hoe dat in Gent gegaan is. Ook Anderlecht en Club Brugge zijn ermee bezig.”

Wat zijn de opties?

“We kennen een aantal locaties in Limburg, maar het is te vroeg om te communiceren. Voorlopig werken we aan de verbetering van het eigen stadion. Het zal zeker nog jaren duren voor we een nieuw kunnen bouwen.”

Moet de locatie aan een snelweg?

“Als je langs de autostrade in Gent de Ghelamco Arena passeert, dat trekt natuurlijk aan. Een goede bereikbaarheid is belangrijk. Maar alle pistes liggen nog open bij ons.”

Wat zijn de plannen met het huidige stadion? De catacomben zijn niet echt gezellig.

“We zijn bezig met een permanent fandorp en gaan de galerijen aankleden en parkings verbeteren. De concrete plannen zullen binnenkort bekendgemaakt worden.”

De supporters laten het wat afweten, maar Genk boert financieel nog goed.

“We zijn een gezonde club en willen dat blijven. Elke voetbalploeg is verlieslatend in zijn recurrente uitgaven en inkomsten. We moeten dus elk jaar een bonus realiseren op de uitgaande transfers. Om onze inkomsten te verhogen, zullen we meer businesspartners moeten aantrekken en meer supporters overtuigen om naar het stadion te komen.”

Gaat Genk zich nog versterken? Of vertrekken er vedetten in wording?

“Na Ndongala en Piotrowski gaan we de komende weken nog met goeie transfers komen. En we zijn heel hard aan het werk om onze vedetten te houden. En laat ons Leandro Trossard niet vergeten, die zeker nog een jaar in Genk blijft. Leandro is één van onze sterkhouders, ook hem kan je zien als een transfer.”

U wordt nu op handen gedragen in Genk. Ooit gaat het tij wel keren.

“Het belangrijkste is dat onze club op handen gedragen wordt. In elke relatie of vriendschap is het niet altijd rozengeur en maneschijn. Maar als we trouw blijven aan ons dna, zullen we samen door die moeilijke momenten komen.”

Wat gaat u anders doen dan uw voorganger?

“Ik wil Patrick Janssens bedanken voor al het goede werk dat hij gedaan heeft. Zelf zal ik nog moeten groeien in mijn functie, maar ik ben een teamspeler die het beste uit de mensen wil halen.”

In tegenstelling tot Janssens kent u de 60 leden van de algemene vergadering wel.

“Toevallig wel, dat zijn onrechtstreeks ook mijn bazen. Ik heb het voordeel dat ik in Genk woon en een uitgebreid netwerk heb.”

U zal nog vaker moeten reizen en gaan eten. En uw gezondheid?

“Dat wordt ook een uitdaging.” (richt tot de fotograaf) “Kun je niet alle restaurants in Limburg laten sluiten?” (lacht)

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer