Wout van Aert moest passen op de cruciale momenten toen Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel hun eerste vuurpijlen afschoten. In het Bos van Wallers zakte hij er wat doorheen, maar naarmate de koers vorderde kwam hij als een diesel op gang. Wout van Aert kon in de achtervolging nog meestrijden voor het podium, maar op de piste in Roubaix moest hij vrede nemen met een vierde plaats. Net zoals in ‘Vlaanderens Mooiste’.

“Pedersen was sterker”, klonk de eerlijke analyse van Wout van Aert na aankomst in Roubaix. “Hij ging vroeg aan, maar ik kon niet meer doen dan in zijn slipstream blijven hangen. Ik was eigenlijk verrast om nog te kunnen strijden voor het podium. Ik denk dat vierde de juiste plek voor mij is, ook al is dat hetzelfde als vorige week in de Ronde, net geen derde plaats. De conclusie is gewoon dat er drie twee keer beter waren.”

“In het Bos van Wallers was ik gewoon echt niet goed. Daarvoor was ik ook al betrokken in een valpartij en dan koers je achter de feiten aan. Mijn ploegmaat Matthew (Brennan, red.) kon me nog lang ondersteunen wat echt geweldig is van die jonge gast, maar meer zat er niet in. De benen wilden niet echt mee in het begin.”

“Hoe het GRAVAA-bandendruksysteem was in koers? Het heeft feilloos gewerkt”, glimlachte Van Aert. “Alleen heb je ook de benen nodig”.