Direct naar artikelinhoud
Vietnam-oorlog

Hoe de vloek een zegen werd voor 'napalmmeisje' Kim Phuc

Kim Phuc bij de presentatie van haar boek 'Het napalmmeisje'. De komende dagen reist ze rond om haar verhaal te vertellen.Beeld EPA

De foto redde waarschijnlijk haar leven, maar ze is er lang niet altijd blij mee geweest. Nu vindt Kim Phuc, het napalmmeisje, het een privilege dat ze voor Unesco de wereld rond mag reizen als ambassadrice. "Dat kleine meisje van de foto weet als geen ander wat de waarde van vrede is."

Zeg "Kim Phuc" en de meeste mensen kijken je vragend aan. Zeg "het napalmmeisje" en er is direct herkenning: "Natuurlijk, het meisje van de foto." Het meisje van de foto, dat zal Kim Phuc de rest van haar leven zijn. Ze heeft er vrede mee en dat straalt ze ook uit. Maar de acceptatie van wat haar is overkomen, het besef dat ze haar ervaringen op positieve manier kan inzetten, kwam er niet zonder slag of stoot. Ook daar is ze helder over.

Kim Phuc (55) is enkele dagen in Nederland voor de presentatie van haar boek Het napalmmeisje, met op de cover het al te bekende beeld: dat van een meisje dat naakt en gillend van de pijn over een weg rent. Genomen op 8 juni 1972 door een fotograaf, die toevallig in de buurt was toen het dorp Trang Bang met napalmbommen onder vuur werd genomen door een Zuid-Vietnamese bommenwerper om vermeende strijders van de Vietcong te verjagen. De foto haalde de voorpagina's van tal van kranten en maakte grote indruk. Lezers over de hele wereld werden hard geconfronteerd met de wreedheden van het almaar voortslepende militaire conflict in Vietnam. 'End this horror' kopte de Britse The Sun bij de foto, die bijdroeg aan het groeiend verzet tegen de oorlog.

Hoe de vloek een zegen werd voor 'napalmmeisje' Kim Phuc
Beeld Hollandse Hoogte / AP | Associated Press

Schaamte

Zelf had Kim Phuc van de ontzetting die het beeld opriep geen weet. "Ik zag die foto pas toen ik weer thuiskwam nadat ik veertien maanden in het ziekenhuis had gelegen. Mijn vader liet hem mij zien, hij had hem uitgeknipt uit de krant. Ik keek ernaar en ik schaamde me diep. Ik verafschuwde die foto. Ik zie mijzelf, mijn broers en mijn neef en nicht. Ik zag de pijn in mijn gezicht, en de pijn op de gezichten van de anderen. Maar ook, dat zij allemaal kleren aan hebben. Die van mij waren verbrand door het vuur. Ik was naakt, als enige. En ik was ook nog eens een meisje."

Die foto was een vloek. En hij was een zegen. "Hij betekende verschillende dingen op verschillende momenten in mijn leven", zegt Kim Phuc. Ze zou waarschijnlijk niet meer hebben geleefd als na het bombardement die foto niet was gemaakt. De fotograaf, de Vietnamees Nick Ut die voor het Amerikaanse persbureau AP werkte, bracht haar naar een ziekenhuis. Andere buitenlandse journalisten zorgden ervoor dat ze naar een speciale brandwondenkliniek werd overgeplaatst. Weer later kon ze een tijd naar Duitsland voor plastische chirurgie.

De westerse aandacht zorgde er ook voor dat het Vietnamese communistische bewind de propagandawaarde van (de foto van) Kim Phuc ontdekte. Ze werd gedwongen om buitenlandse journalisten en andere gasten te woord te staan. In haar boek beschrijft ze hoe ongemakkelijk ze zich onder die aandacht voelt, ook omdat ze er lang niet altijd zeker van is dat haar woorden door de van overheidswege toegewezen tolken wel op de juiste manier worden vertaald. Haar studieplannen, ze wil graag dokter worden, worden door al die verplichtingen gedwarsboomd. Ze heeft er simpelweg niet genoeg tijd voor.

Ze zou waarschijnlijk niet meer hebben geleefd als na het bombardement die foto niet was gemaakt

Waarom

Ja, zegt ze, ze besefte in die jaren wel de impact die haar foto had. Maar dat mensen op andere plekken van de wereld zich nu de verschrikkingen van oorlog realiseerden, veranderde aan haar eigen leven niets. "Ik vroeg me keer op keer af: waarom ik, waarom moest mij dit overkomen? Ik heb vaak gedacht dat ik niet meer wilde leven. Ik had heel weinig zelfvertrouwen, vond mezelf niets waard."

Dagelijks pijn, een gehavend lichaam. Trouwen, kinderen krijgen, een gewoon leven: het leek een onbereikbare droom. Of, zoals ze schrijft: "Wie wil er ooit hand in hand met haar lopen, met die afschuwelijke littekens? Het zinnetje was als een liedje dat ik maar niet uit mijn hoofd kon krijgen, wat ik ook deed."

"Kijk", zegt ze ter illustratie, wijzend op een foto in haar boek waarop duidelijk te zien is hoe brandwonden haar armen, schouders en rug hebben overwoekerd. En kijk dan hier, zegt ze, terwijl een brede lach over haar gezicht trekt, doelend op de foto ernaast. Het is Kim, nog steeds met een beschadigd lichaam, maar met een mollige baby in de armen, haar oudste zoon Thomas. Anders dan ze had gevreesd, werd er wel een man verliefd op haar. En anders dan allerlei dokters en verpleegkundigen hadden voorspeld, bleek haar lichaam een zwangerschap zonder al te veel problemen aan te kunnen. In juli 1994 werd haar eerste kind geboren, in Canada, waar Kim Phuc en haar man twee jaar eerder asiel hadden aangevraagd.

Op dat moment, zegt ze, kreeg dat beeld, die foto van dat meisje op de vlucht voor de horror van de oorlog, een nieuwe betekenis. Nee, hij werd niet meteen een zegen, wel een opdracht. "Ik hield mijn baby vast en dacht: dit kind en andere kinderen hebben recht op een onbezorgde jeugd, ze moeten niet hoeven lijden zoals ik heb gedaan. Ik realiseerde me dat mijn foto heel nadrukkelijk weergeeft wat oorlog betekent, wat voor leed en pijn het kinderen berokkent. En ik besefte dat ik me met die foto kon inzetten voor vrede."

Ambassadrice

Die opdracht kreeg in 1997 een officiële naam toen Kim Phuc door VN-organisatie Unesco werd benoemd tot goodwillambassadrice. In die hoedanigheid kwam ze in het voorjaar van 1998 ook naar Nederland. Een journaliste van Trouw, die verslag deed van het bezoek, zag toen een verlegen en bedeesde vrouw, af en toe worstelend met het Engels, die nog duidelijk moest wennen aan haar rol. En een vrouw die eigenlijk liever niet wilde praten over toen, die ene dag in 1972, die dag van de foto, die foto waarmee ze zichzelf een opdracht had gesteld. "Ik vind het eigenlijk heel moeilijk om steeds maar weer in mijn herinnering terug te gaan naar die vreselijke dag en de jaren van pijn die erop volgden. Stel me liever vragen over het heden", zei ze destijds.

Twintig jaar later moet Kim Phuc lachen als ze daarmee wordt geconfronteerd. Bedeesd is ze nu allesbehalve, het praten over toen kost haar, in ieder geval ogenschijnlijk, geen enkele moeite. "Ik heb er nu vrede mee. Ik heb een hele tijd gehad dat ik de foto die toen van mij gemaakt is, niet kon bekijken als ik in mijn eentje was. Maar ik wil niet vasthouden aan mijn haat." Ja, zelfs de pijn die haar littekens haar nog altijd bezorgen kan ze beter verdragen. "Het is er nog steeds, maar ik ga er anders mee om."

Dat kleine meisje dat zoveel heeft doorgemaakt weet als geen ander wat de waarde van vrede is

Haar christelijke geloof is daarbij een belangrijke steun. In haar boek beschrijft ze hoe ze in 1982 voor het eerst in contact kwam met de Bijbel, kerkdiensten ging bezoeken en daar rust vond. Ook tijdens het gesprek komt haar geloof, onnadrukkelijk en tegelijkertijd heel vanzelfsprekend, diverse keren voorbij. "Ik ben God dankbaar dat ik nog leef, dankbaar dat ik sterker ben geworden, dankbaar dat ik weet wat vergeving is. Ik kan het verleden niet veranderen, wel zelf bepalen hoe ik ermee omga. Ik was op mijn negende op de verkeerde tijd op de verkeerde plek. Toen had ik geen keus. Nu wel."

Van een vloek is de foto uiteindelijk een zegen geworden. Kim Phuc: "Het is een privilege, dat ik nu de wereld rondreis voor Unesco. Dat kleine meisje dat zoveel heeft doorgemaakt weet als geen ander wat de waarde van vrede is. Zonder die foto zou niemand hebben geweten wat er is gebeurd. En zou niemand hebben geweten wie ik was".

Wie is Kim Phuc?

Kim Phuc (2 april, 1963) raakte op 8 juni 1972 zwaargewond bij een napalmaanval bij Trang Bang, een dorp in het zuiden van Vietnam. Fotograaf Nick Ut maakte van het meisje een foto die de hele wereld rond zou gaan. Ruim een jaar lag ze in het ziekenhuis om te herstellen. Ze wilde dokter worden, maar kwam in Vietnam nauwelijks aan haar studie toe. In 1986 kreeg ze van de Vietnamese regering toestemming om in Cuba te gaan studeren. Daar ontmoette ze haar man, Toan Bui Huy, een mede-student uit Vietnam. In 1992 vroegen ze asiel aan in Canada. Hun vliegtuig landde daar tijdens een tussenstop van Moskou naar Cuba. Kim Phuc en haar man hebben twee kinderen, Thomas en Stephen, en een kleinzoon. Ze is goodwillambassadrice voor Unesco en zet zich in voor jonge oorlogsslachtoffers wereldwijd.

Kim Phuc Phan Thi, Het napalmmeisje. Haar leven van vuur naar vrede. Uitgeverij Boekencentrum. 19,99 euro