Consensus over zware beroepen bij overheid: deze beroepen staan zeker op de lijst

© Helden van Hier: Brandweer Antwerpen

Er is een consensus bereikt tussen de vakbonden en de overheid over wie nu precies binnen die overheid een zwaar beroep uitoefent. Vrijdag wordt het protocolakkoord voorgelegd aan het kernkabinet. Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) spreekt van 'een belangrijke stap'.

red

Binnen het comité A, het hoogste overlegorgaan voor de ambtenaren, vond woensdag cruciaal overleg plaats over het dossier van de zware beroepen. Na meer dan tien uur onderhandelen is er een ‘consensus’ over een wettelijk kader bereikt.

Er is alvast een lijst overeengekomen met zware beroepen. Staan alvast op de lijst: onder meer politie, militairen en brandweer. Er staat ook onderwijzend personeel op de lijst, maar het is niet duidelijk of het om het voltallige lerarenkorps gaat.

Wie een zwaar beroep heeft, zal ofwel vroeger met pensioen kunnen ofwel een hoger pensioen krijgen. Het systeem moet normaal in 2020 van kracht zijn. De regering is het in maart eens geraakt over een kader.

Criteria

Zo zijn er criteria vastgelegd waaraan een ‘zwaar beroep’ moet voldoen: fysiek zwaar werk, belastende werkorganisatie of gevaarlijk werk. Stress kan in rekening worden gebracht als verzwarend criterium. Mensen met zware beroepen zullen tussen twee en zes jaar vroeger met pensioen kunnen, maar nooit voor de leeftijd van zestig jaar.

Voor het overheidspersoneel is nu dus een akkoord bereikt. De christelijke en liberale vakbond zijn alvast akkoord. ‘We zijn akkoord, maar onder de voorwaarde dat de regering haar fiat geeft’, aldus François Fernandez van de liberale overheidsvakbond VSOA.

ACV laat alvast verstaan dat de regering de uitgewerkte lijst van zware beroepen in zijn geheel moet bekrachtigen. 'De vakbonden zullen niet aanvaarden dat aan de lijst wordt afgedongen. Anders vervalt voor hen het compromis', luidt het. In 2025 zou er een evaluatie zijn van de lijst. Dan zegt ACV opnieuw te zullen pleiten voor de toevoeging van bijkomende groepen, waarover nu geen consensus mogelijk was.

De socialistische overheidsvakbond ACOD schaart zich officieel nog niet achter het akkoord. De bond wil het eerst voorleggen aan zijn achterban. Maar, zo zegt het ACOD, dit akkoord is alvast een hele stap vooruit vergeleken met het eerste voorstel van minister Bacquelaine.

'We zijn gematigd positief over enkele technische zaken. Daar is vooruitgang geboekt', aldus ACOD-voorzitter Chris Reniers. Zo zullen, aldus Reniers, contractuelen en tijdelijken bij de overheid op dezelfde manier worden behandeld als statutairen. Ook de overgangsmaatregelen worden uitgebreid en verworven rechten uit het verleden mogen worden meegenomen. Reniers zegt evenwel dat ze nog steeds geen lijst onder ogen heeft gekregen. 'De lijst bestaat, maar wij hebben ze nog niet gezien', legt ze uit.

Privésector

Ook binnen de privésector zijn er onderhandelingen over wie nu al dan niet een zwaar beroep uitoefent. Dat overleg verloopt moeizamer en is veel complexer. Vakbonden en werkgevers zien het niet meteen zitten om een lijst van zware beroepen op te stellen, wegens veel te complex. Ze willen liever werken met criteria. Het water tussen beiden is ook nog erg diep.