© Dirk Kerstens

Hoe het elektrisch fietsen op enkele jaren tijd kon exploderen in Antwerpen en wat de gevolgen daar van zijn

De elektrische fiets is in de provincie Antwerpen aan een stevige opmars bezig. Uit de Grote Fietsenquête blijkt dat vijf jaar geleden 7% van de fietsers met een elektrische fiets reed. Dat steeg naar 26% vorig jaar. De afgelegde fietsafstand op de fietsostrades nam daardoor ook gevoelig toe.

Sacha Van Wiele

De provincie Antwerpen zet zwaar in op het verzamelen van data rond fietsen. Zo is er de Fietsbarometer waarbij vooral wordt gekeken naar de kwaliteit van de fietsnetwerken.

© JHs

“Met de Grote Fietsenquête voegen we een extra element toe”, zegt Luk Lemmens (N-VA), Antwerps gedeputeerde voor Mobiliteit. “We peilen naar het profiel, het fietsgebruik en de ervaringen van de fietsers. Uit de enquête blijkt dat we in de provincie Antwerpen meer kilometers fietsen. Twee op de drie inwoners van de provincie Antwerpen fietsen, van wie 20% dagelijks.”

Mensen die de fiets functioneel gebruiken, voor bijvoorbeeld het woon-werkverkeer, leggen gemiddeld meer kilometer af, vooral dan op de fietsostrades. “Er wordt op de fietsostrade zo’n achttien kilometer gefietst”, zegt Lemmens. “Dat is 18% verder dan vijf jaar geleden. De stijging met 28% is nog indrukwekkender op de populaire fietsostrade Antwerpen-Mechelen, van veertien naar achttien kilometer.”

De verklaring zit niet alleen in de aanwezigheid van deze snelle fietsverbindingen, maar ook in de groeiende populariteit van de elektrische fiets. Zo reed 7% van de fietsers in 2013 elektrisch. Dat steeg naar 26%. De elektrische fiets wordt daadwerkelijk gebruikt om afstanden die langer dan tien kilometer zijn af te leggen. In deze recente Grote Fiets-enquête duikt voor het eerst ook de speed pedelec op. Dit is een elektrische fiets die tot 45 kilometer per uur haalt. 2% van de fietsers bezit zo’n type fiets.

Baanvakken

Dit vraagt natuurlijk om aanpassingen aan de fietsinfrastructuur. Dat beseft ook gedeputeerde Lemmens. “We spelen daar al op in door fietsostrades te ontwerpen met een breedte van vierenhalve meter”, zegt hij. “Dat betekent dat in elke richting twee fietsers naast elkaar kunnen rijden.”

Door de verschillende snelheden onder de fietsers rijst ook de vraag naar baanvakken op de fietsostrades, zoals onder meer in de Deense hoofdstad Kopenhagen al gebeurt. Daar hebben de hoofdassen een baanvak voor trage fietsers, een om voorbij te steken en een voor de snelle fietser.

“We zijn dit momenteel aan het testen”, zegt Chris Brouwers, diensthoofd van de provinciale mobiliteitsdienst. “We bekijken dit ook met collega’s in Nederland en binnen een Europese onderzoeksgroep. Zo wordt gekeken of het zin heeft om op een dubbelrichtingsfietspad een streep in het midden te trekken om tegenliggers meer van elkaar te scheiden.”

Uit de Fietsenquête blijkt dat 55% van de pendelaars bijna dagelijks met de fiets naar het werk, de school of de winkel rijdt. Een op de drie maakt in de woon-werkverplaatsingen gebruik van de fietsostrades.

Tevredenheid

De fietsers zijn tevreden over de fietsostrades. Ze geven deze fietsinfrastructuur een 7,5 op 10. Hun overige fietsroutes krijgen 6,3 op 10. “De troeven van de fietsostrades zijn natuurlijk dat ze afgescheiden liggen van de wagens, de lange rechte stukken en de goede ondergrond”, zegt Lemmens. “Willen we de kwaliteit van de overige fietsroutes opkrikken, dan moeten we verder denken dan fietspaden. De sleutel daartoe is een goede ruimtelijke ordening die een goede mobiliteitsplanning mogelijk maakt.”

De Grote Fietsenquête bestaat uit het verzamelen van gegevens van fietsers. Ongeveer zesduizend fietsers vulden de vragenlijst in. Daarnaast beantwoorden duizend inwoners van de provincie Antwerpen via een steekproef vragen over hun fietsgebruik.