© Frederik Beyens

OPEN DEUR. Zo wonen Arno en Ellen in fiftiessfeer

In ruimte en licht denken Ellen en Arno modernistisch: functioneel en comfortabel. Voor de inrichting brengen ze al hun favoriete stijlen samen in een bonte maar evenwichtige mix. “Het beste van twee werelden, zoals ook de ligging van deze woning in Wilrijk”, zegt Arno. “Kijken we naar de ene kant, dan zien we het groen van Fort V. Aan de andere kant staan we op een kwartiertje fietsen van het stadscentrum. Deze wijk is in de jaren vijftig in één keer gebouwd, zodat de meeste huizen min of meer hetzelfde uitzicht hebben. Maar het is hier rustig wonen en er komen steeds meer jonge gezinnen.”

Suzanne Antonis

Arno en Ellen kochten het pand in 2014. “We dachten dat we na een flinke poetsbeurt en wat schilderwerken wel zouden kunnen verhuizen, maar dat was buiten ons beroep van interieurarchitect gerekend. De indeling was onbruikbaar, er stroomde veel te weinig licht binnen en er was geen buitenruimte. Dat maakte de aankoopprijs wel interessant, want er waren geen andere kandidaat-kopers. We zagen het als een uitdaging om op een budgetvriendelijke manier tot een esthetisch geheel te komen.”

Arno en Ellen gingen meteen aan de slag, stripten alles tot op de betonstructuur en transformeerden de vier kamers op de eerste verdieping tot één leef- en werkruimte. Ellen: “Voor onze slaapkamers bouwden we een extra verdieping. We gooiden echter niet alles zomaar overboord. We kennen de architect van dit pand niet, maar hij of zij heeft bijzonder goed nagedacht over de details. Dat is trouwens een van de sterktes van het modernisme. Zo heeft de bakstenen buitengevel een mooie afwerking en kunnen we de ramen tot 180° opendraaien. Bij zonnig weer zitten we dan op de vensterbank te genieten van een kop koffie.”

“Het zijn net die kleinigheden die wonen aangenaam maken. Hedendaagse architectuur heeft dat veel minder. Daar ligt meer de nadruk op techniek en hoe je in een woning circuleert. Wij vinden de sfeer in een kamer waar je een flink deel van de dag doorbrengt ook belangrijk.”

Met sfeerschepping zit het bij deze twee wel goed. Ellen komt uit een antiquairsfamilie en groeide op in een interieur dat om de haverklap veranderde. Ellen: “Met mijn vader ging ik al op jonge leeftijd mee naar de brocantemarktjes, op zoek naar zowel originele als waardevolle spullen. Frankrijk is op dat vlak een paradijs. Toen ik twaalf was, kreeg ik van hem een extra zakcentje en de opdracht om daar op een verstandige manier mee om te gaan. Ik kocht er de rode Garden Egg Chair mee. Toen kon je die iconische stoel van de Hongaarse ontwerper Peter Ghyczy nog voor een prikje op de kop tikken. Vandaag is hij nog altijd een blikvanger in ons interieur.”

Arno beaamt volmondig: “Voordat ik Ellen leerde kennen, kocht ik ook al meubeltjes op vlooienmarktjes en in kringwinkels. Ik keek toen vooral naar schoonheid. Terwijl ik er nu evengoed op let dat een meubelstuk ook goed gemaakt is. Die combinatie maakt een object veel waardevoller.”

Net zoals in de antiquairsfamilie wordt het interieur van Ellen en Arno geregeld opnieuw ingevuld. Ellen: “We verkopen onze spullen soms aan klanten en gaan dan weer op zoek naar nieuwe. In het atelier op de benedenverdieping experimenteren we met oude meubelstukken waarop we bv. nieuwe verftechnieken uitproberen. We zien dat echt als een deel van ons werk als interieurarchitect.”

Op de centen letten

De aankoopprijs van de woning mocht dan voordelig zijn, voor de renovatie was het toch op de centen letten. Arno: “We hebben ons gefocust op de basis. Als die niet goed is, lukken de volgende stappen ook niet. We hebben zo veel mogelijk zelf gedaan, behalve de echt technische zaken, zoals elektriciteit en loodgieterij. Daar heb je vakmensen voor nodig. Wat energie betreft: zonnepanelen en vloerverwarming zijn al geïnstalleerd. Verder hebben we ons huis zo veel mogelijk voorbereid op de toekomst. In een handomdraai kunnen we bijvoorbeeld overschakelen op een domoticasysteem.”

Maar op een buitenruimte wilden ze niet wachten. De vroegere eethoek hebben ze opgeofferd aan een buitenterras, waarmee ze meteen ook veel licht binnenhaalden. Het raam in de oude achtergevel behielden ze, als doorkijkje naar wat vroeger een fabriek voor drukkersmaterieel was.

Trouvailles van overal

De snuistermicrobe blijft zowel bij Arno als Ellen in het bloed zitten. “We gaan nog vaak naar Frankrijk”, zegt Ellen. “Ons kookeiland bijvoorbeeld komt uit een oude winkel en we vonden er een prachtige vitrinekast. Door er enkele nieuwe kasten in dezelfde stijl aan toe te voegen, hebben we nu een volwaardige keuken.”

Ook de wenteltrap naar de slaapverdieping is gerecycleerd en de gele fluwelen overgordijnen namen ze van de vorige eigenaar over die ze vijftig jaar geleden had opgehangen.

© Frederik Beyens

Wonen en werken

Ellen en Arno hebben er lang over nagedacht of ze wonen en werken in één huis zouden combineren. Ellen: “We waren bang dat we ’s avonds ons werk niet zouden kunnen loslaten, maar tot nu toe lukt dat aardig. Natuurlijk is het een passie en in een creatief proces draai je niet zomaar de knop even om. Maar als we enkele traptreden lager in onze achterkamer zitten waar we rustig kunnen lezen of televisiekijken, zien we niks meer van de werktafel.”

© Frederik Beyens

Kleur bekennen

De interieurmix trokken Ellen en Arno door tot in de badkamer. Arno: “Het roze bad stond oorspronkelijk op de eerste verdieping. Het is van gietijzer en weegt meer dan 300 kilo. Met vier man hebben we het naar boven gesleurd. In een afbraakpand in Antwerpen vonden we een witte lavabo die er prima die er prima bij past.”

© Frederik Beyens

Geheime kamer

Het holletje’, Arno en Ellen stippen het samen aan als hun favoriete plek. Omdat er niemand anders komt dan zijzelf? Ellen: “Het is inderdaad een plek voor onszelf waar we tot rust kunnen komen. We denken dat elke mens nood heeft aan zo’n eigen ruimte. Nu doet ons dochtertje Louise er nog haar middagdutje maar als ze wat groter is, zullen we voor haar ook een plek creëren waar ze ongestoord kan spelen.”

© Frederik Beyens

INFO

De woning van Ellen en Arno is opgenomen in het recente woonboek Think Radical Vintage van Piet Swimberghe & Jan Verlinde, 208 blzn., Lannoo Uitgeverij, 39,99 euro