Direct naar artikelinhoud
ReportageVerkiezingen 2024

‘In de periode dat Gwendolyn zo boos was, zat hij er echt even door’: partijgenoten en experts over Alexander De Croo

In de plantentuin van Meise voor een netwerkevent van de Boerenbond. De Croo belt snel met zijn zoon.Beeld Eric de Mildt

Het land wordt straks, op zondag 9 juni, in een nieuwe politieke plooi gelegd. Tijdens de campagne loopt De Morgen mee in het spoor van de hoofdrolspelers. In aflevering 1 stappen we in de wagen bij premier Alexander De Croo (Open Vld). ‘Na een moeilijke dag zegt een stemmetje dat je een beloning hebt verdiend. Niet doen, anders ga je thuis nog een uur vreten en tv kijken.’

In het spoor van

“Rustig, Stany!”

Donderdagavond 19 uur, Wetstraat 16. Alexander De Croo komt op zijn kabinet binnengewaaid en neemt even de tijd om ons bij te praten. Daar hoort, zo blijkt, een enthousiaste verwelkoming door Stany bij, een harige foxterriër die door een adviseur naar kantoor werd meegebracht. Zo vredig hij normaal op het tapijt ligt, zo hevig kwispelend staat hij nu op zijn achterste poten om ons beter te leren kennen. Vaderlijk maant De Croo hem tot kalmte aan.

Twee droge pistolets met een plakje verlepte ham, ook dat hoort bij het glamoureuze bestaan van een premier. Een overschot dat vanmiddag door enkele medewerkers aan de kant werd gelegd, voor het geval dat de grote baas straks nog wat trek zou hebben. Dat treft. “Jij ook eentje?” De Croo zegt het op een speelse toon die weinig appetijt verraadt. Even later speelt hij de taaie broodjes toch snel naar binnen. Er wacht hem nog een lange avond.

Snel, dat is de rode draad in alles wat de machtigste politicus van het land dezer dagen doet. In zijn opvallend strakke tred, die de mannen van zijn beveiligingsteam op scherp zet. In zijn dienstwagen, waarmee we straks tegen 160 kilometer per uur en met blauwe zwaailichten over de snelweg zullen rijden. En vooral: in het verschroeiende tempo waarmee De Croo zijn taken als staatsman, campagneleider en familieman aaneenrijgt.

Nog maar net terug uit Marokko trapte hij woensdagochtend met een staatsbanket op het paleis een tweedaagse Europese top af in Brussel. Na de eerste dag was hij om half twee ’s nachts thuis, om ’s anderendaags fris in De ochtend te verschijnen. Als hij donderdagavond rond 23 uur in zijn wagen naar Brakel stapt, wacht hem nog de dikke stapel papier die op zijn bureau ligt: de voorbereiding van de kern, vrijdagochtend om 8 uur.

Typisch De Croo, zeggen intimi: de ene dag hangen zijn wallen op de grond, de volgende dag staat hij er alsof er niets is gebeurd. Toch zul je hem niet stoer horen beweren dat hij aan vier uur slaap genoeg heeft. Zeven à acht is ideaal. “Het geheim? Als je na een moeilijke dag thuiskomt, is er een stemmetje in je hoofd dat zegt dat je iets hebt verdiend. Dat moet je tegenspreken. Anders ga je nog een uur vreten en tv kijken, dat lost niets op.”

Zoals iedere ouder, ook een premier, is het wel ploeteren om alles rond te krijgen. Hij grijnst. “Vanochtend bracht ik Gabriël (zijn jongste zoon van 12, red.) naar school en we kwamen vijf minuten te laat. Zoals dat tegenwoordig gaat, stond dat sneller op Smartschool dan dat ik een sms naar mijn vrouw kon sturen om sorry te zeggen. Dan krijg ik een berichtje terug: ‘Ik zag het.’” (schuldig lachje)

Het helpt ook wel dat De Croo in zijn nopjes is. In tegenstelling tot het geploeter in de nationale politiek, ontpopt hij zich op de Europese top andermaal tot de perfecte host. De Croo de polyglot, De Croo de communicator, De Croo de netwerker. Een half uurtje geleden stond hij nog tussen Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Italiaans oud-premier Enrico Letta op een persconferentie te blinken, iets verderop in Brussel.

Clash met Rutten

Totaal anders is weliswaar de sfeer in de Kamer, waar De Croo al uren geleden werd verwacht voor het wekelijkse vragenuurtje. “Meneer de Kamervoorzitter, ik stel voor dat wij Alain Remue bellen. Die spoort vermiste personen op”, zegt Jean-Marie Dedecker, die stilaan zijn geduld verliest. Parlementsleden hebben wel wat beters te doen dan urenlang te wachten op een premier die zich elders amuseert, vindt de oppositie.

Dat De Croo vaker in het buitenland dan in België lijkt te zijn, zo luidt al langer de kritiek. Dat hij zijn premierschap louter als springplank naar een internationale topjob beschouwt. Als nieuwe NAVO-baas bijvoorbeeld, al lijkt dat de aftredende Nederlandse premier Mark Rutte te worden. Of als Hoge Buitenlandvertegenwoordiger van de Europese Unie. Met reizen naar China, Israël en Oekraïne verzamelde hij in korte tijd aardig wat airmiles.

Zelf wuift De Croo de geruchten weg. “Mijn verantwoordelijkheidszin is veel groter dan mijn zin voor ambitie”, zegt hij, terwijl we voor zijn repliek in de Kamer nog even naar een evenement van de Boerenbond rijden. “Ik heb er trouwens nooit een geheim van gemaakt dat ik graag opnieuw premier zou worden. Omdat ik geloof dat we het land nog beter kunnen maken.”

De Croo aan het werk in de wagen: ‘Vroeger liep ik de eetfestijnen en de pensenkermissen van onze afdelingen plat.’Beeld Eric de Mildt

Toch lijkt die droom ver weg, na een bewindsperiode waarin de liberalen ei zo na in de afgrond tuimelden. Het is ongezien: de partij van de zittende premier is verschrompeld en concurreert met de groenen voor de rode lantaarn. In de peilingen haalt Open Vld niet meer dan 8 procent, dik onder de 13,5 procent van de verkiezingen in 2019. En dat was al een dieptepunt. In 2003 haalden de liberalen onder Guy Verhofstadt een kwart van de stemmen.

Van de grootste naar de kleinste: het is een proces dat al lang voor De Croo werd ingezet. Dat de Open Vlaamse Liberalen en Democraten in de provincie Antwerpen de kiesdrempel in zicht krijgen, is bijvoorbeeld niet verwonderlijk als je ziet dat ze in 2019 al onder de symbolische 10 procentgrens vielen. Feit is wel dat De Croo de trend voor zijn partij niet kon keren, hoewel die zich met volle overgave achter hem schaarde.

Bovendien laat De Croo een spoor van gebroken relaties achter. Eerst forceerde hij het ontslag van staatssecretaris Eva De Bleeker, nota bene een oud-studiegenote (ze studeerden met één jaar verschil af als handelsingenieur aan de VUB). Daarna kwam het vertrek van partijvoorzitter Egbert Lachaert, toch een vriend. En de clash met Gwendolyn Rutten, die het machtige mannenclubje aan de top van de partij te kijk zette.

Eén veelgehoorde kritiek moeten we volgens onze gespreksgenoten wel rechtzetten: vrouwonvriendelijk is De Croo niet. Hij is juist de ultieme feminist: iemand die vrouwelijke concurrenten even koelbloedig kaltstelt dan mannelijke.

Flexy Lexy

De opgesomde problemen maken van De Croo wel een raadsel. Hoe kan een man die zo aimabel en bekwaam is zijn partij zo laten aftakelen? En is hij echt de Machiavelli voor wie hij soms versleten wordt, of valt dat nog wel mee?

De Croo heeft niet altijd in de Wetstraat gekampeerd. Als ‘zoon van’ wilde hij aanvankelijk niets weten van de zompige Belgische politiek. Na zijn studies trok hij naar Chicago om er een Master of Business Administration te halen. Nadien werkte hij zes jaar voor de Boston Consulting Group (BCG), een adviesbureau waar hij zijn echtgenote Annik leerde kennen. Hij woonde twee jaar in de VS. Later startte hij mee Darts-ip op, een bedrijfje dat gespecialiseerd was in intellectuele rechten.

Dat parcours verklaart waarom De Croo, zelfs aan de top van de politieke voedselketen, nog altijd onthecht klinkt als hij over de Wetstraat praat. “Ik kan perfect zonder politiek leven. En ik zal even gelukkig zijn als ik niet meer aan politiek doe”, zei hij vorig jaar in Het huis van Eric Goens. “Ik heb twaalf jaar van mijn leven iets heel anders gedaan, en dat is een fundamenteel verschil ten opzichte van bijna iedereen met wie ik vandaag samenwerk.”

Volgens Dave Sinardet, professor politieke wetenschappen aan de VUB, ligt daar mogelijk al een kiem van de problemen waarin De Croo verwikkeld raakte. “Te vaak gaf hij de indruk dat hij boven alle kritiek staat. Zo van: ‘laat die commentatoren en oppositiepartijen maar praten.’ Zo werkt het niet. Als politicus moet je tegen de kritiek ingaan. Hij heeft zich te makkelijk naar de slachtbank laten leiden.”

Als De Croo al iets té is, vindt Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose (Open Vld), dan is het misschien wel te braaf. “Neem nu de lijstvorming: altijd een moment van teleurstelling voor sommigen, waarbij er moeilijke beslissingen moeten worden genomen. Alexander wil dan voor iedereen goed doen en is iets te meegaand.” Om diezelfde reden noemen sommigen in de partij hem al grappend ‘Flexy Lexy’.

“Oké, hij is geen doetje. Maar het beeld dat sommigen van hem ophangen, dat hij als dictator alles bepaalt waarbij iedereen moet wijken: dat klopt écht niet”, zegt partijvoorzitter Tom Ongena. D’Hose vult aan: “Ik vind hem juist zacht en open. Als ik bijvoorbeeld in het ziekenhuis lig (D’Hose is hartpatiënt, red.), is hij een van de eersten die een bericht stuurt: ‘ça va?’ En in de periode dat Gwendolyn zo boos was, zat hij er echt even door.”

Het was inderdaad een dieptepunt. Toen Vincent Van Quickenborne na zijn plasincident en de aanslag op Zweedse voetbalsupporters stopte als minister van Justitie, werd niet de meest getipte opvolger Gwendolyn Rutten maar wel Paul Van Tigchelt door de partij als opvolger aangeduid. Wat volgde was een shakespeareaans drama waarbij Rutten haar vertrek uit de nationale politiek aankondigde − om even later terug te keren. Ze vond het niet kunnen dat de ‘G4’ − het clubje van De Croo, Ongena, Van Quickenborne en Bart Somers − autoritair de lakens uitdeelde.

Aaibaarheidsfactor

“Maar dan nog”, vertelt Rutten nu. “Dan nog hing Alexander meteen aan de lijn om te praten. Voor mij was het schluss damit, ik had het compleet gehad. Maar hij blééf maar volhouden.” Typisch De Croo, zegt ze. “Hij kan stevig clashen. Maar één ding doet hij nooit: bruggen opblazen. Zelfs als het hard tegen hard gaat, kan hij de volgende dag weer rustig en professioneel rond de tafel zitten. Op dat vlak lijkt hij op zijn vader Herman, die ook altijd met iedereen on speaking terms bleef.”

Daarmee lijkt De Croo best wel een aardige man. Maar tegelijk ook het type dat de ene dag professioneel een mes in je rug plant, om ’s anderendaags te vragen: ‘No hard feelings?’ Een karaktertrek waar onder anderen N-VA-voorzitter Bart De Wever zich aan doodergert. Hij is nog altijd razend op De Croo omdat de liberalen zonder N-VA in een regering stapten, maar daarover later meer.

In het kabinet in de Wetstraat lagen twee pistolets klaar voor de premier. Stany, de foxterriër, stond erbij en keek ernaar.Beeld Eric de Mildt

Vriend en vijand beaamt: de aaibaarheidsfactor van De Croo is misleidend. In hem schuilt wel degelijk een koelbloedig en strategisch politicus, genre Frank Underwood uit House of Cards. Als hij weet wat hij wil, duwt hij door. Daarbij kan hij ook verrassend uit de hoek komen. “Alleen al de manier waarop hij Eva onder de bus duwde, zegt veel”, zegt een ingewijde. Om dat beter te begrijpen, moeten we even terug in de tijd.

Lichtjes aangebrande pizza van Dr. Oetker, dat is wat Egbert Lachaert, Els Ampe (nu Voor U) en Lorin Parys (nu ex-N-VA) in 2009 voorgeschoteld krijgen bij De Croo thuis, toen nog in Brussel. Bart Somers heeft onlangs op de verkiezingsavond de handdoek geworpen als partijvoorzitter, beschaamd om de ‘historisch slechte score’ van 15,1 procent. Naar liberale gewoonte voelen velen zich geroepen om hem op te volgen.

Interim-voorzitter Guy Verhofstadt heeft een formule bedacht om in trio’s op te komen, in de hoop dat zijn poulain Mathias De Clercq met de steun van een gevestigde waarde de buit binnenhaalt. Maar De Clercq past. Onder een etentje bespreekt het viertal of er een trio te vormen valt. Intussen ontstaan er nog twee andere: rond een zekere Gwendolyn Rutten, een jong talent dat aan het raam komt piepen. En rond favoriet Marino Keulen, die een zekere Annick De Ridder (nu N-VA) als running mate kiest.

De 33-jarige De Croo zet op dat moment zijn eerste pasjes in de politiek: iets waarvan hij nochtans gezworen had nooit te doen. Aanleiding zijn de gesprekken met een groepje vrienden dat elkaar gevonden heeft via de liberale studentenvereniging LVSV in Gent: Lachaert, De Clercq, oud-minister Philippe De Backer, Gents schepen Sofie Bracke en anderen. De Croo laat zich overtuigen om tot hun denktank Liberales toe te treden.

Het politieke hart van De Croo begint harder te kloppen. Ook de Oost-Vlaamse afdeling van de partij lonkt naar hem. Vader Herman wordt een jaartje ouder. Als hij stopt, zo luidt de redenering, wie zal er dan het gat in het zuiden van de provincie opvullen? Bij de Europese verkiezingen komt Alexander voor het eerst op, om van op de tiende plek bijna 48.000 voorkeurstemmen te halen.

Op de bewuste avond van de pizza valt er tussen De Croo, Lachaert, Ampe en Parys geen beslissing. Er wordt wat gepingpongd, maar De Croo geeft volgens anderen de indruk weinig interesse te hebben. Maar wat blijkt? Een aanwezige: “Kort daarna horen we een zekere Alexander De Croo op de radio verkondigen dat hij kandidaat is, samen met Vincent Van Quickenborne en Patricia Ceysens.”

Jaloers op Freya

De rest is geschiedenis: De Croo wint en grijpt zonder ooit een politiek mandaat te hebben gehad de macht in de partij, waar hij als een bedrijfsmanager komaf maakt met een aantal oude gewoonten. “Lang op restaurant gaan, dat was toen nog een belangrijk onderdeel van onze job”, grinnikt Ongena, destijds politiek directeur. “Alexander maakte een einde aan die wining-and-dining. Het werd efficiënter en zakelijker. Een cultuuromslag.”

Het voorzitterschap is de start van de sterke band tussen De Croo en Van Quickenborne, met wie hij volgens sommigen een oud getrouwd koppel lijkt te vormen. Tegelijk is het de eerste stap naar het ‘stekkerincident’ in 2010, waarbij een voortvarende De Croo de stekker uit de regering-Leterme trekt wegens het uitblijven van een oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde. Een gok waarmee hij het land in een politieke crisis stort, en die door de kiezer wordt afgestraft.

De Croo met zijn woordvoerder Barend Leyts, het baasje van Stany.Beeld Eric de Mildt

“Als jonge partijvoorzitter heb ik geprobeerd om iemand te zijn die ik niet ben: iemand conflictueel”, zo blikt De Croo daar nu op terug. “Pas achteraf heb ik geleerd dat die periode niet mijn beste was. Twee weken nadat ik partijvoorzitter af was, viel er een rust over mij. Ik merkte dat het ministerschap me beter lag. Ik ben niet de ideale spelverdeler of adviseur, eerder een spits of aanvallende middenvelder. Een doener.”

Zou De Croo straks opnieuw opluchting voelen als hij premier af is? Want ook nu weer klinkt het verwijt dat hij onvoldoende sturing aan de ploeg gaf. Dat Freya Van den Bossche van Vooruit de vrije baan kreeg om het abortusdossier te claimen, een thema dat de liberalen na aan het hart ligt, zorgt bijvoorbeeld voor tandengeknars. “In andere partijen wordt er dan een ploegwisseling doorgevoerd of een trap onder de kont gegeven”, zegt een partijbron.

“Ik denk dat Alexander gewoon te weinig tijd had om zich met de partij bezig te houden, en dat hij dat dus soms te weinig heeft gedaan”, zo analyseert D’Hose. Een kritiek waar De Croo niet doof voor is. “Dat klopt voor een stuk, ja. Mijn aandacht is gewoon heel sterk naar de regering en de internationale agenda gegaan, omdat ik daar het maximum wilde uithalen. Je wordt snel opgeslorpt.”

We keren terug naar de pizza’s. Want de manier waarop De Croo zich in de voorzittersstrijd wierp, is typerend. In gesprekken met (ex-)collega’s komt één ding terug: De Croo is extreem moeilijk te peilen, en kan rare kronkels maken om te raken waar hij wil. Daarbij wacht hij lang om te zien welke weg iets op gaat voordat hij beslist, zodat hij desgewenst nog een bocht kan maken. Lachaert: “Alexander is soms moeilijk voorspelbaar en moeilijk leesbaar. Daar mispakken sommigen zich wel aan.”

De broedertwist tussen Lachaert en De Croo is gekend. Tijdens de regeringsvorming zien de vrienden samen met Van Quickenborne hun kans om Rutten van het premierschap van een paars-groene regering te houden. Lachaert wordt partijvoorzitter op basis van een donkerblauw programma, De Croo ruikt de Wetstraat 16. Het trio, dat zich ‘La Résistance’ doopt, haalt zijn slag thuis. Alleen draait de formatie alsnog uit op een paars-groene coalitie zonder N-VA.

Geen probleem: het land zit in volle covidcrisis. Met doortastend crisismanagement en heldere communicatie lijkt De Croo de juiste man op de juiste plek. Zijn populariteit stijgt. Maar gaandeweg blijken de socialisten toch een taaiere klant binnen de regering dan verwacht. Lachaert krijgt het steeds moeilijker om het regeringsbeleid binnen de partij te verdedigen. Zeker als Georges-Louis Bouchez van de MR ook nog stokebrand komt spelen.

IJskoude radiostilte

De bom barst als Lachaert op 28 juni 2023 zijn ontslag aankondigt, zonder De Croo op voorhand op de hoogte te brengen. Lachaert had al eerder met ontslag gedreigd omdat hij meer betrokken wilde worden bij de beslissingen in de regering − die steevast tussen De Croo en Van Quickenborne werden beklonken − maar ernstig nam De Croo die niet. Als hij het nieuws hoort, belt hij in colère. De eerste vraag: ‘Wat vertellen we aan de pers?’

Wat volgt, is ijskoude radiostilte. Twee maanden lang. Een eerste bemiddelingspoging door Van Quickenborne, in de tuin van De Croo, mislukt. Beiden zitten nog volop in het eigen gelijk. Een tweede poging door D’Hose, aan de keukentafel van Lachaert, brengt wel wat in beweging. Na een therapeutisch gesprek volgen excuses langs beide kanten.

“Na dat gesprek voelde ik mij echt niet goed”, zegt De Croo. “Uiteraard is de eerste reflex om in de verdediging te gaan. Maar als een vriend jou vertelt dat hij zich zo in de steek gelaten voelt, weet je dat je verkeerd zat. Mocht ik het opnieuw kunnen doen, dan zou ik meer tijd investeren in het binnen de eigen partij gaan uitleggen. Vroeger liep ik de eetfestijnen en de pensenkermissen van onze afdelingen plat.”

Eentje om in te kaderen: tijd voor kiekjes op het event in Meise.Beeld Eric de Mildt

Tot op vandaag is het volgens menig liberaal de grootste fout die De Croo heeft begaan: op basis van een donkerblauw verhaal een centrumlinkse regering vormen. Alsof hij de ziel van de partij heeft verkocht om toch maar premier te kunnen worden. Al ziet De Croo, eerder pragmaticus dan ideoloog, dat anders. “Op dat moment stond corona vlak voor onze neus, terwijl De Wever en Paul Magnette (PS) maar over een staatshervorming bleven discussiëren. We hebben gedaan wat moest om het land te beschermen.”

Zeker, zijn hoop om van de zevenkoppige Vivaldi-ploeg een hecht team te maken is verre van geslaagd. Zoals De Croo zelf had voorspeld, eindigde hij toch een beetje als de dweil van de regering. “Dat is een teleurstelling, ja. Aanvankelijk verliep de samenwerking vlot. Maar als de ene zich scherp profileert, moet de andere volgen. Ik vond het vooral jammer dat sommige partijvoorzitters een gemaakt akkoord niet verdedigden.”

Toch neemt dat niet weg dat het regeringsbeleid als liberaal perfect te verdedigen valt, benadrukt De Croo. “Kijk naar de verlenging van de kerncentrales, wat voor velen onmogelijk leek. Kijk naar de verhoging van de minimumlonen en -pensioenen: het is niet omdat socialisten daar blij om zijn dat liberalen dat niet zijn. Ik erger me aan die valse tegenstelling. Ook zelfstandigen werden er beter van. En er waren nog nooit zoveel mensen aan de slag.”

Volgens Sinardet heeft De Croo daar een punt: het was niet al kommer en kwel. “Zeker, de federale begroting is er niet beter op geworden (België sloot 2023 af met een tekort van 26,7 miljard euro, red.). Maar tijdens de coronacrisis stond iedereen om steunmaatregelen te smeken. Veel mensen zijn precies al vergeten hoezeer de regering hen geholpen heeft. Ook aan de index werd niet geraakt.”

Als wielerfan moest De Croo vaak tegen de wind fietsen. De Vivaldi-regering had slechts vier jaar tijd, waarin de crisissen elkaar opvolgden: corona, Oekraïne, energiecrisis, inflatie. Intussen moest hij, om het in de woorden van vader Herman te zeggen, met twee teugels zeven bange paarden in toom houden. Een huzarenstuk waarvoor hij volgens Lachaert alle lof verdient: “Het is voor hem echt geen gemakkelijke rit geweest. Chapeau.”

Circusdier

Donderdagavond 20 uur, de plantentuin van Meise. De Croo komt aan op een netwerkevent van de Boerenbond. Plots gaat zijn telefoon: zijn zoon aan de lijn. “Sorry, ik moet een speech geven. Ik bel je snel terug.” Het is vooral de strakke organisatie van echtgenote Annik die het gezin draaiende houdt, zal hij later erkennen. Zij werkt nog altijd vier vijfde in haar topfunctie bij BCG. Iets wat ze allebei belangrijk vinden.

Op weg naar Meise heeft De Croo een A4’tje volgekrabbeld met zijn belangrijkste talking points. En jawel, het duurt niet lang of hij heeft het over de Europese Natuurherstelwet, waarmee de Commissie allerlei natuurmaatregelen wil opleggen. “Natúúrlijk moeten we de natuur herstellen”, zegt De Croo voor het goedkeurende boerenpubliek. “Maar we moeten weg van de valse tegenstelling tussen landbouw, industrie en natuur.”

Toen De Croo zich een tijdje geleden tegen de Natuurherstelwet keerde, waren de groenen razend. Plots was hij niet meer de premier die boven de mêlee stond, maar de campagneleider van de liberalen. Ook in zijn verzet tegen het fiscaal gunsttarief voor een nieuwe staatsbon toonde hij zich wat kleintjes. ‘Mister staatsbon’ Vincent Van Peteghem (cd&v) is een concurrent in eigen kieskring.

Intussen zit De Croo in de mallemolen van de campagne. De ene dag zit hij opgesloten in een kasteel voor het programma van Eric Goens, de andere dag in een school voor dat van Tom Waes. Affiches plakken, interviews geven, een TikTok-kanaal. “Het enige wat ik jammer vind aan die mediaoptredens is dat ze in een steeds strakker format zitten, met strikte richtlijnen van wat je moet doen. Soms voel ik mij een circusdier.”

Is het politieke dier klaar voor nog een kunstje? De kans op een verlengd verblijf in de 16 is klein. Daarvoor is Open Vld te gehavend. En liggen er andere kapers, zoals Magnette, op de kust. Maar zeg nooit nooit. Als het verleden iets heeft geleerd, is het dat de wegen van De Croo en de formatie ondoorgrondelijk zijn.

Volgende week: in het spoor van vicepremier Petra De Sutter (Groen)