© BELGA

Mathieu van der Poel, daags na de horrorcrash: “Die val, dat behoort gewoon tot de risico’s van het vak”

Herman van Veen zong het ooit in zijn radiohitje Opzij, Opzij, Opzij: ik moet rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. En dus zat Mathieu van der Poel, daags na zijn horrorcrash in de finale van Nokere Koerse, gewoon in het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde om zijn verwachtingen voor het voorjaar toe te lichten. En had hij al een honderdtal kilometer van de finale van de Ronde van Vlaanderen verkend.

Guy Van Den Langenbergh

Klik hier voor onze digitale wielergids

LEES OOK. Een dag na zware crash dokkert Mathieu van der Poel alweer over de hellingen van de Ronde van Vlaanderen

Mathieu, mag ik het een half mirakel noemen dat je hier vandaag zonder noemenswaardige schade zit?

“Beetje wel! Als je de val terug bekijkt, had het erger kunnen zijn. Ik zag ze links vallen en had het gevoel dat ik eraan ontsnapte. Maar op de beelden zie je dat mijn achterwiel wegslaat. En dan rijdt er nog iemand op mij in. Heel pijnlijk was dat. En vloeken uiteraard. Voor ik het wist, lag ik in de ambulance maar ik voelde al vrij snel dat het niet supererg was. In het eerste moment dacht ik wel dat het voorbij was. Die snelheid, vallen op kasseien, dat is niet prettig.”

Maak je iemand verwijten? “Neen hoor, dit hoort bij koers. Aan de kant laten uitzakken is niet altijd mogelijk, dat besef ik ook wel. Hij wordt onderuit gereden, ik heb de pech dat ik er bij lig. Zo simpel was het.”

Heb je ergens last van?

“Ik voel me redelijk stijf, het zal nog wel een paar dagen duren vooraleer het weg is. Maar ik mag zeker niet klagen. Of ik vandaag heb afgezien? Meer van het tempo dan van de ronde. De kasseien viel nog wel mee. Mijn heup zeurde nog wat maar dat komt wel goed. Misschien heb ik er zondag (Denain, red) nog last van maar tegen volgende week ga ik er niet veel meer van merken. Ik ben overal stijf, dat is niet onlogisch.”

Wat heb je vandaag geleerd?

“Dat het lastig is maar dat was te verwachten voor het parcours van de Ronde van Vlaanderen. Er waren stroken die ik van tv kende, er waren stroken die ik niet kende. Na de Koppenberg vond ik het vrij pittig, dat verbaasde me wel.”

Was nu echt elke strook nieuw?

© Photo News

“Kwaremont en Paterberg had ik al bij de junioren gereden, de Koppenberg ken ik uiteraard van de cross. De rest kende ik van televisie. Ik schat dat we vandaag zo’n 110 kilometer gedaan hebben. Welke hellingen? Veel, de laatste van de Ronde. Namen? Goh, we zijn in het Muziekbos geweest, Taaienberg was ook nieuw. Of ze me bevallen? Op training kan je ze moeilijk inschatten, het is anders dan in koers. Hoe harder je rijdt, hoe makkelijker het gaat.”

Kan jij de wegen makkelijk memoriseren?

“Toch wel. Ik zal wel herkenningspunten hebben zodat ik weet wat er gaat komen.”

Staan er nog andere verkenningen op het programma?

“Op het parcours van de Amstel ging ik vroeger vaak trainen, daar ken ik mijn weg redelijk goed. Morgen doen we een stuk van Dwars door Vlaanderen.”

Kan je op zeven april meteen voor de prijzen meedoen?

“Dat moet mogelijk zijn. Zoals voor elke klassieker is plaatsing heel belangrijk. En goede benen. Maar da’s niets nieuws. De man naast mij (Stijn Devolder, red) is dan heel belangrijk. Hij kent de weg vanbuiten en gaat er diep in de finale nog bijzitten.”

Ga je eigenlijk deelnemen om te leren of te presteren?

“Een combinatie van beiden. Ik ben hier om ervaring op te doen maar een resultaat zou leuk zijn. Ik ben gewend te winnen maar dat kan je bij de eerste keer Ronde van Vlaanderen niet verwachten. Een wegkoers is sowieso moeilijker om te winnen dan een veldrit. En ik heb op het hoogste niveau nog niet veel gewonnen.”

© Jefi

Ik vond je gisteren wel indruk maken op de kasseien.

“Ik voelde me gisteren vrij goed maar heb me op het einde rustig gehouden omdat het toch een spurt zou worden. Wegrijden was echt onmogelijk. Ik ga in de toekomst zeker blijven meesprinten. Die val, dat is het risico van het vak. Vallen zonder dat je er zelf iets aan kan doen, dat is eigen aan de weg. En de ploeg verwacht van mij dat ik mee sprint. Voor hetzelfde geld eindig ik gisteren kort en dan was die discussie er niet geweest.”

Heb je honger naar deze wedstrijden?

“Ik kijk er alvast naar uit. Het is nieuw en dat maakt het spannend. Plus de Ronde vertrekt niet ver van de deur.”

Vergelijk eens de beleving tussen cross en weg.

“Die start, dat was zoals op de drukste crossen. Dan zie je dat het wegwielrennen echt wel leeft. Of het saai is? Ik ben niet de enige die het langdradig noemt. Gisteren vlogen de kilometers voorbij, soms kan tweehonderd kilometer een eeuwigheid duren.

Wanneer zal je voorjaar geslaagd zijn?

“Dat is moeilijk te zeggen. Er kan zoveel gebeuren. Ik hoop gewoon een keer de finale te rijden. Dat zou vertrouwen geven. Wout heeft op de weg alvast meer bewezen. Maar de Strade is 200 kilometer en geen 260. Of zijn campagne mij geïnspireerd heeft? Niet echt. We hadden dit al langer in gedachten want ik wilde niet langer tijd verspillen. Daar zou ik later misschien spijt van hebben. Hoeveel jaar ik nodig zal hebben om de top te bereiken? Ik zal al blij dat ik ooit de top zal bereiken. Het is zeker niet evident. Na dit jaar ga ik iets meer duidelijkheid krijgen.

Aangeboden door onze partners
Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer